In de olie en onder de linden

Frankrijk, Sedan

Fred:

In de olie

Bij het pijpje varen, de trouwe lezers zullen het zich nog wel herinneren, heeft de motor het nogal te verduren gehad. Met vol vermogen achteruitslaan kon ze, nog bekomend van haar recentelijke operatie, niet erg waarderen en ze liet dat blijken door aardig wat olie vanuit haar binnenste de bilge in te blazen.
Na het schoonmaken van de bilge - zo heet de ruimte van de boot waar de motor zich bevindt - heb ik de olie weer keurig aangevuld.

Toch bleek bij het vervolg van de reis dat na enige tijd de oliedruk langzaam terug begon te lopen.
Dus weer het olieniveau proberen te meten. Proberen schrijf ik met opzet, want de peilstok liet 0,0 olieniveau zien.
Motor gestart. De oliedruk was iets lager dan normaal, zij het toch nog binnen de vereiste grenzen, maar sprong vreemd genoeg van de vereiste 40 PSI (pounds per square inch) na het behalen van de 2000 toeren terug naar 20 PSI.

Een vreemd fenomeen dat ik niet kon verklaren. Na afkoelen van de motor nogmaals het oliepeil gemeten en toen bleek het olieniveau plotseling hoger dan normaal. Wat was er in hemelsnaam aan de hand?

Toch in Bogny-sur-Meuse maar even de monteur in Sneek gebeld. ‘Tja,’ sprak hij, ‘het type motor dat u heeft behoort geen oliedrukmeter te hebben, alleen een alarmering die afgaat als de oliedruk beneden de 0,5 Bar daalt.’
Inderdaad zijn de oliedrukmeter en de temperatuurmeter door de vorige eigenaar extra aangebracht en daarbij is de originele peilstok vervangen door een met een thermokoppel.

‘U hoeft zich niet bezorgt te maken zo lang de alarmering niet afgaat! Wel moet u zorgen dat er niet teveel olie in de motor zit, anders kan de motor op de warme olie blijven draaien en krijgt u hem niet meer uit! En de oliedruk kan wat gaan dalen als de olie warmer wordt.’

Niet geheel gerustgesteld toch maar wat olie, die ik blijkbaar ten onrechte had aangevuld, weer uit de buik van de motor gezogen en het peil opnieuw gecontroleerd. Nog steeds het rare fenomeen dat de peilstok bij de ene keer meten niets aangaf en een volgende keer weer keurig het niveau liet zien.

Nu heb ik al aardig wat auto’s versleten en regelmatig olie moeten controleren, en ook bij de motor van de Wadjan is het een routineklus. Maar dit had ik nog nooit meegemaakt. Misschien dat ik, mijn leeftijd in overweging nemend, het juiste gaatje voor de peilstok niet meer kan vinden.

Valt het huidige fenomeen onder de psychosomatische klachten? - ik ben nogal hypochondrisch ingesteld - en doet het zich alleen maar voor om weer een alinea in het verslag te kunnen vullen of - en dat is ook heel goed mogelijk - ben ik overgeconcentreerd op de metertjes?
In ieder geval heb ik maar besloten om de meter de meter te laten en af te gaan op de eventuele alarmering als het echt fout zou gaan.

Nu, na 9 uur draaien - de meter bleef keurig de juiste druk aangeven - ben ik wat meer gerustgesteld.


Kaja:

Onder de linden

We liggen in Sedan, vlakbij een kanovereniging waar momenteel instructie wordt gegeven aan nieuwe kanovaarders.
Ik zag ze zojuist een beetje klungelig stroomopwaarts varen, en nu komen ze, terwijl ze elkaars boten vasthouden, als een soort ‘vlotje’ weer stroomafwaarts drijven, terwijl in de voorste kano een vrouw uitleg zit te geven.

Er staan heerlijk geurende linden langs deze gemeentelijke aanlegplaats, het is hier rustig, de Maas stroomt een meter of vijftig verderop, de ‘haven’ ligt in een dode arm.

We kwamen hier gisteravond om half zeven aan en zijn vandaag gebleven.

Dat aankomen hier was - het zal de oplettende lezer niet verbazen - nog een heel avontuur. Een avontuur dat dit keer bijna te veel werd voor mijn zenuwgestel, moet ik eerlijk zeggen.

Vanuit Bogny-sur-Meuse, waar we ons laatste reisverslag plaatsten, voeren we eergisteren in een rustig tempo en heel gemakkelijk naar Charleville-Mézières. We legden aan in de Maas, bij een zogenaamde Port de Plaisance Fluviale, waar ons volgens de boekjes van allerlei beloofd werd: WiFi - heel belangrijk in deze contreien - wasmachines, douchegelegenheid, kortom: comfort voor de bootjesgasten.

De dames bij de Capitainerie hadden het drukker met elkaar dan met ons als nieuwe betalende gasten, legden vluchtig uit waar we de douches en de wc’s konden vinden, en lieten het daarbij. O ja, we kregen ook nog een code voor het gebouwtje met sanitaire voorzieningen.

Het terrein bleek enorm groot, met een binnenhaven - min of meer leeg - en veel ruimte voor campers. Bij dat camperterrein was ook een prachtig uitziend toiletgebouw, waar de wasmachines zouden moeten staan, alleen was het vanuit onze ligplaats praktisch onmogelijk om daar te komen, tenzij je er twintig minuten lopen voor overhad.

Mijn voornemen om een was te gaan doen vervluchtigde daarmee meteen, ook al omdat we verzuimd hadden om bij de dames van de Capitainerie direct de benodigde ‘jetons’ te kopen. En die Capitainerie was maar een paar uur per dag geopend.

Charleville-Mézières bleek een mooie stad te zijn, met een schitterend plein, en een uitermate boeiend instituut voor marionetten- en poppentheater dat me direct deed denken aan de werkweken die ik ooit met mijn collega’s organiseerde in mijn tijd als lerares. Aan de buitenkant van het gebouw, onderdeel van het Musée des Ardennes, bevond zich een klokkenspel waar op elk heel uur van de dag een gigantische poppenspeler in drie minuten tijd een stukje van het verhaal van de Vier Heemskinderen liet zien. Prachtig!

De Chiton met Erik en Nelleke was ons in de ochtend in Bogny-sur-Meuse gepasseerd en lag al aangemeerd toen we in Charleville aankwamen, en we spraken met hen af dat ze rond een uur of vijf een borrel bij ons zouden komen drinken. Dat werd weer heel aangenaam. Nelleke vertelde onder andere over de prachtige glas-in-lood ramen in de Basilique de la Dame de l’Esperance, dus we namen ons voor die de volgende dag zeker te gaan bekijken.

Zo gezegd zo gedaan. Nadat we Nelleke en Erik hadden uitgezwaaid gisterochtend, ze gingen op weg naar Sedan, liepen we de stad in. Na ons bezoek aan het Musée des Ardennes (veel van van allerlei, een leuke verzameling poppen en schimmen) zetten we koers naar de Basilique.
En die bleek gesloten te zijn. Jammer dan.

Op de terugweg kocht Fred een flesje Phenergan bij een Pharmacie. Daar zijn er hier veel van. Fred had sinds Bogny een zeer opgezwollen pols, alweer een allergische reactie op een steek van een of ander insect. Phenergan zou als antihistaminicum kunnen werken.

‘Je kunt er slaperig van worden’ waarschuwde de dame in de Pharmacie nog. Waar we veel Pharmacies zien die een soort veredelde drogist zijn, bleken we terecht gekomen te zijn in een echte apotheek. Prima, zo’n waarschuwing is altijd prettig.

Eenmaal terug bij de boot besloten we om alsnog te gaan varen en een poging te wagen om Sedan te bereiken. Jetons voor de was konden we toch niet meer kopen, dus we konden onze tijd wel beter gebruiken dan te wachten tot vijf uur voordat die mogelijkheid bestond, en dan in de avond te moeten wassen en drogen.

Om half twee gooiden we de trossen los. De eerste sluis, nummer 42, met een verval van drieënhalve meter, bleek een makkie dankzij de grote metalen buis die erin was aangebracht, vlak naast het mechanisme waarmee de sluis moet worden geactiveerd, een buis die tot bovenaan doorliep en waar we onze lijnen omheen konden slaan, zodat we die niet steeds hoefden te verplaatsen. Fijn.

Na sluis 41 kregen we een flink stuk zonder sluizen. Ook fijn. En bovendien een prachtig, steeds wijdser wordend landschap. Nog fijner.

Fred vroeg me het stuur over te nemen omdat hij even wilde gaan liggen. Hij was slaperig.
Na niet al te lange tijd moest ik hem laten weten dat de volgende sluis in zicht was.

Bij die sluis, nummer 40, ging het mis: de sluisdeuren gingen voor ons open, maar niet meer dicht nadat we ons hadden vastgelegd en het mechanisme hadden geactiveerd. Bellen naar diverse nummers - de een stuurde me door naar de ander - leverde geen oplossing op. Uiteindelijk klom Fred langs de trap omhoog.
Bij het minieme huisje dat bij elke sluis staat ontdekte hij een intercom.
Dát kon nog wel eens een oplossing betekenen.

Fred weer omlaag naar de boot, ik omhoog naar de intercom. Mijn Frans is niet heel goed, maar een tikje beter dan het zijne, en ik heb inmiddels geleerd om een gesprek te beginnen met het verzoek om vooral langzaam te spreken, omdat ik geen Française ben.

De intercom werkte prima, er zou iemand komen, en ja, haast nog voordat ik de lijnen van Fred had aangepakt en om de bolders had gelegd, kwam er al een dame aangereden in een autootje van het VNF die voortvarend de sluisdeuren sloot en de boel in werking stelde.

Zo, dat was opgelost, al had het ons een uur gekost.

Om vijf uur waren we bij sluis 39, die zonder problemen werkte.

En tegen half zes waren we bij sluis 38, die echter dezelfde eigenzinnige opstelling koos als sluis 40: de deuren sloten niet. Wijs geworden beklom ik onmiddellijk de trap. De intercom gaf een enorme hoeveelheid geraas, gekraak, in-gesprek-tonen, gepiep en stilte, maar ik hield vol en bleef na elke nieuwe mislukking op de knop drukken.
Uiteindelijk hoorde ik tot mijn opluchting de gewone ‘kiestoon’ en werd ik te woord gestaan.
Er zou hulp komen.

Ik bleef boven aan de sluis staan om die hulp op te wachten. Het duurde niet lang voordat er een auto met een bebaarde man erin verscheen. Hij was van de zwijgzame en doortastende soort en zette de sluis in werking. Ik liep naar het huisje waarin hij aan de slag was gegaan en vroeg hoe dat nu moest, als de sluizen om zes uur gingen sluiten. ‘Niks aan te doen, zes uur is zes uur,’ zei hij onverbiddelijk. Ik droop af.

Maar ik besloot even later toch nog een poging te wagen. ‘Het is wel heel jammer,’ zei ik, en Francais naturellement, ‘we hebben vanmiddag al een uur moeten wachten en nu sloten de deuren alwéér niet...’ Tja, zei hij nogmaals, en met een heel beslist gebaar: om zes uur gaat de boel dicht.

Even later kwam hij toch uit zijn huisje, al telefonerend, en zei hij dat de volgende sluis, de laatste die we nog moesten nemen voordat we in Sedan zouden zijn, voor ons open zou gaan.

En zo arriveerden we om half zeven in de gemeentelijke haven waar we nu nog steeds liggen, onder de heerlijk geurende linden.

Nelleke en Erik boden eerste hulp bij gestresste bootjesvaarders (ikke) en een luisterend oor voor ons beiden. Het was alweer een aangenaam samenzijn.

Vandaag bezochten we het kasteel van Sedan, nadat we eerst op de grote zaterdagmarkt waren en onze ogen uitkeken. In de markthal kregen we een idee van de Franse eetcultuur: wat is daar veel te koop, en wat was het er druk.

De aangeboden ‘brocantes’ overstegen in onze ogen niet het niveau van ‘oude meuk’, en we vroegen ons af of die brocantes niet de plaats innemen van de Nederlandse kringloopwinkels.
Iets dergelijks moet het haast wel zijn.

Fred warmt momenteel onze maaltijd op: veel groenten verpakt als Thaïse rode curry, gisteren na aankomst en het korte bezoek aan Chiton en opvarenden met veel genoegen toebereid voor twee dagen. Dat was dus lekker makkelijk vandaag.

Morgen op tijd op weg naar Stenay, en daarna door naar Verdun.

In Charleville Mézières hebben we overigens gelukkig bij boekhandel Rimbaud nog een ‘waterkaart’ kunnen kopen van het stuk van de Maas dat we bleken te missen. Dat laatste was niet te wijten aan een gebrek aan voorbereiding van onze kant, maar aan verkeerde voorlichting over wat de aangeschafte kaarten te bieden hadden.

We gaan zien welke verrassingen ons verder nog wachten.

Geschreven door

Al 6 reacties bij dit reisverslag

Wow... wat eenwederwaardigheden weer! Hoop dat je pols snel slinkt Fred! En genieten dien jullie ook tussen alle avonturen door 😄🙋‍♀️

Sonja 2019-06-15 22:04:22

Verrassend ! zeker ! De Maas helpt alle plannen te laten varen .... 135 :-) Dikke zoen!

Jeanne 2019-06-15 22:16:49

Is het nog wel een beetje vakantie of vooral stressen en knokken om vooruit te komen? Gelukkig lees ik tussen de regels door dat jullie af en toe ook genietmomentjes hebben. Hou dat zo!!

Leo 2019-06-16 00:16:59

Jullie maken heel wat mee! Hoeveel sluizen volgen er nog?

Marleen 2019-06-16 09:01:20

Weer een mooi verslaag

Rudie 2019-06-16 09:36:40

Wanneer arriveren jullie in Gibraltar? In Sedan overhandigde keizer Napoleon 3 zijn zwaard aan Bismarck na de verpletterende nederlaag in de Pruisisch-Franse oorlog van 1870 Goede vaart met nog veel meer sluizen.. Tjeerd

Tjeerd 2019-06-16 17:55:53
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.