.
.
Dinsdag 9 juli is het nu, half vier in de middag.
Er staat een fris windje, de zon schijnt, de enorme hitte is al een paar dagen verleden tijd.
We liggen in de Port des Regattes in Metz, prachtig in het groen, aan de uitloop van het Canal de Jouy, een zijarm van de Moezel.
Afgelopen vrijdag ontwaakten we op onze ‘wildkampeerplek’ in de Moezel, niet ver van Metz, met nog één sluis te gaan. Om een uur of half tien stonden we bijna op het punt om te vertrekken toen onze Franse vrienden met de Brandsma vlet aan kwamen varen.
We sloten snel bij hen aan, zodat we met twee boten door de sluis zouden kunnen gaan.
Inmiddels op woensdag 10 juli:
Bij Metz aangekomen lieten de Fransen ons weten dat ze naar de Port des Regattes wilden - wij ook! - maar nog even verder moesten, naar een haventje waar een mecanicien was die iets aan hun boot moest verhelpen. We zagen hen pas laat in de middag hier aankomen... Ze kwamen helemaal aan de andere kant van de haven terecht, aan de langssteiger waar de grotere boten allemaal met hun achterkant aan de steiger liggen, en vóór moeten vastmaken aan een van de palen die daar in de grond staan.
Metz is een prachtige stad. Vanuit onze ligplaats zien we één van de torens van de kathedraal, St Etienne, een indrukwekkend gebouw met schitterende glas-in-loodramen, waar we bijna elke dag wel even naar binnen gaan om er rond te kijken en gewoon even te zijn.
Alle bruggen hebben schitterende bloembakken, er zijn veel mooie kerken en andere prachtige gebouwen uit diverse stijlperiodes. Bovendien is er veel kunst te zien.
Hier vlakbij drijft een enorm plastic hoofd met een blonde kuif en blauwe ogen in het water, zichtbaar vanaf halverwege de neus, en ernaast steekt een plastic hand omhoog waarvan duim en wijsvinger het ‘magnifiek’ gebaar maken. Of zou het ‘great’ moeten zijn?
We doen het rustig aan met het ontdekken van alles wat er te zien is. We hebben zondag een flinke wandeling gemaakt langs het kanaal van Jouy en zijn gisteren langs datzelfde kanaal naar het uit de tweede eeuw daterende Romeinse aquaduct in Jouy aux Arches gefietst. Vandaag maakten we met onze ‘city-pas’ een wandeling langs een aantal highlights in de stad, met Nederlandstalige achtergrondinformatie via een ‘audioguide’.
Niet alle musea en bezienswaardigheden zijn op maandag open, en sommige zijn ook op dinsdag dicht, dus we hebben gewacht tot het woensdag was. Dat is alweer een enorm voordeel van rustig aan doen!
De Port des Regattes ligt in een lommerrijk deel van de stad, en heel dicht bij alles wat maar enigszins de moeite waard is, en er is hier veel dat de moeite waard is. We hebben dan ook besloten dat we hier tot na Quatorze Juillet zullen blijven.
In verband met die nationale feestdag moesten we maandagmiddag overigens wel weg van onze sublieme ligplaats aan het eind van een langssteiger, dicht tegen het Canal de Jouy aan. Zodra de havenmeester maandag van ons hoorde dat we nog een week wilden blijven zei hij dat dat op die plek niet kon. We moesten verhuizen, en nu er nog plek was aan de vingersteigers moest dat maar direct gebeuren, vond hij. Hij kuierde met ons naar de bewuste plek.
We hebben het zonnedakje snel weggehaald, de fietsen die op de steiger stonden even laten staan, en zijn naar de nieuwe plek gevaren, waar Fred prachtig ‘achteruit’ inparkeerde.
Nu liggen we dus weer met links, rechts, voor en achter andere boten om ons heen. Flinke boten. En ook enkel boten die haast verlaten of vergeten lijken door de eigenaar, of die als tweede huisje worden gebruikt. Dat komen we regelmatig tegen, dat mensen hun boot een poos ergens achterlaten.
De langssteiger is inmiddels helemaal leeg.
Het hele stuk rondom de Capitainerie - we lagen er zo ongeveer tegenover, dat is ook te zien op een van bijgaande foto’s - wordt zondag afgezet in verband met plechtigheden. Op het terrein aan de overkant van het water, een parkachtig gebied, wordt zondagavond het traditionele vuurwerk afgestoken. Uit veiligheidsoverwegingen mogen daar geen boten dicht in de buurt liggen.
Overal in de stad worden voorbereidingen getroffen voor de feestelijkheden van zondag. En we zien steeds meer soldaten. Het viel ons afgelopen weekend al op dat er groepjes van vier gewapende militairen langs onze ligplaats liepen, en daar zien we er steeds meer van. Ze lopen er relaxed bij, maar vanmorgen zagen we er ook een paar zeer alert rondkijkend op het plein bij de kathedraal staan.
Morgen gaan we naar het Musée de la Cour d’Or, en weer een poosje naar de kathedraal. Toen we daar vanmorgen waren hadden we het geluk dat het kleine Renaissance orgel dat als een zwaluwnest ergens hoog in het middenschip hangt af en toe bespeeld werd, kennelijk omdat men er video-opnamen aan het maken was.
We hoorden steeds kleine - en soms iets langere - stukken orgelspel, en aan het eind een stuk dat eerst in een intiem register werd gespeeld, en later werd herhaald met alle registers open, zo leek het. Wat een akoestiek!
Het stemde en stemt me dankbaar.
Morgen verder in Metz...
Geschreven door Op.reis.met.de.wadjan