Fred schreef vanmorgen dit:
We liggen in de marina van Namen. Bij het aanleggen afgelopen woensdag zijn we langs een uitstekende – nee: geen uitstékende maar úitstekende – schroef gevaren die uit de beschadigde vingersteiger stak.
Balen: een grote kras!
We vertrokken uit Huy, waar ik herinneringen aan heb van weken luisteren naar de leringen van Lama Karta, de directeur van het Yeunten Ling Boeddhistisch Instituut. Dagen van rituelen, reciteren, mediteren en luisteren naar de vertalingen van een Vlaamsche tolk. Interessante tijden uit een vorig leven en ik heb er veel van opgestoken. Ondanks de goede herinneringen heb ik me kunnen beheersen en heb ik het Instituut niet bezocht, Lama Karta is overigens in 2013 reeds overleden, dus die zou ik toch niet meer kunnen ontmoeten.
Nu mijmerend onder de citadel van Namen besluit ik maar de kras op de boot weg te gaan werken. De sluis is pas maandag weer gerepareerd, weten we sinds vanochtend, tenminste dat is de hoop. Goede gelegenheid dus om wat klussen te doen, de Pindatpagina bij te werken en naar de wasserette te gaan.
En Kaja schreef vanmorgen dit:
Het laatste wat we vanmorgen van Namen dachten te zien was de achternaam van mijn bijzondere - en bijna twee maanden geleden overleden - ex-echtgenoot, de naam die ook mijn kinderen dragen. DE GREEF, stond er met grote letters op de truck bij de sluis La Plante, die anderhalve dag lang dicht was geweest in verband met werkzaamheden, en vanmorgen om zes uur weer open zou gaan.
Ik maakte er een foto van toen we om half zeven voor de sluis lagen te wachten. Omdat we graag gezien wilden worden waren we aan stuurboordzijde vóór de drie vrachtschepen gaan liggen, die er ook al lagen te wachten. Natúúrlijk zouden we die voor laten gaan zodra de sluis ging draaien.
De sluis stond open, het licht was enkel-rood. Er was geen beweging te zien...
Na een poos kwam er iemand langslopen die zei dat we daar niet mochten liggen, en dat de sluis pas maandagochtend open zou gaan.
Maandagochtend? Alle berichten tot op heden hadden het over vanochtend, zeven juni om zes uur.
Maar het kan verkeren dus: de sluis was nog niet gerepareerd. Later, toen we de boot terug hadden gelegd op haar plek in de passantenhaven aan de voet van citadel, liepen we langs de kade naar de sluis en spraken we met enkele binnenvaartschippers.
De sluis was niet goed gerepareerd: de sluisdeuren kwamen omhoog als ze gesloten werden.
Dat schiet inderdaad niet op.
Namen is een mooie stad en onze ligplaats onder de citadel is prima. Er zijn slechtere plekken voor een gedwongen oponthoud. Later meer over onze belevenissen hier, en meer foto’s.
Geschreven door Op.reis.met.de.wadjan