De vlucht is prima. Boven de Alpen wiebelen we wat heen en weer maar het vliegtuig is prima, chagrijnige stewardessen maar we slapen toch dus dat maakt niet zoveel uit. We krijgen kip met rijst, vallen wat in slaap en om een uur of drie ‘s nachts gaan de lichten aan. We zijn er bijna. Krijgen een croissant en een kop koffie en nog geen uur later landen we op Addis Abeba. We hebben een E-Visa dus dat gaat redelijk snel. We pakken onze koffers op, ook die zijn er snel en komen vlak achter elkaar. Scheelt wellicht dat we via business class ingecheckt hebben...
Door naar buiten. Daar staat Piet, de trainer uit Berlijn al op ons te wachten. We ontmoeten buiten onze reisgenoten. Twee oudere heren (65+ en een dame 60+). Ze zien er niet uit als super getrainde atleten dus dat stelt me gerust. We lopen naar een bus die ons begeleid naar een hotel in Addis Abeba waar we ontbijten. Onderweg door Addis veel in aanbouw zijnde gebouwen, een hele grote stad. Het is zondag dus het verkeer is redelijk rustig. Er zijn veel mensen op straat. Ook een hoop gesluierde dames met witte “gewaden”. Er zijn veel verschillen. Grote hoge gebouwen, kleine vervallen hutjes. Er wordt op straat in groepjes koffie gedronken. Het is een mengelmoes van van alles. We ontbijten in een redelijk simpel hotel, toast, omelet, papayasap en stevige koffie.
Het is prima en redelijk westers. Na een uurtje vertrekken we weer, we rijden naar het hotel waar we uiteindelijk drie dagen zullen blijven, Yaya village, een resort op 2700 meter hoogte wat door Haile Gebraselassi (heeft meerdere marathon records gelopen) is opgezet. Die grote marathonlopers proberen hier allemaal hun geld te investeren in hotels/ resorts. Ze kunnen natuurlijk niet hun hele leven die marathon prestaties blijven leveren. We horen net dat dat de ene beter lukt dan de andere.
Bekele (ook een bekende Ethiopische loper) heeft een hotel hier aan de andere kant van de weg en dat schijnt leeg te staan, geen kwaliteit en dan lukt het uiteindelijk toch niet...
Het haile resort staat in het teken van sport, dus we zien een groot voetbalveld, fitness, Spa, zwembad, hindernis parcours etc etc. Een keurige driepersoonskamer met eigen badkamer is voor ons.
Tot 12.00 uur kunnen we even relaxen, zelf even bijtrekken en bekijken wat we doen. We lopen wat rond op het park en ploffen neer op het terras. Er loopt een berg personeel rond, ik denk zeker 30 man. En op het terras zit een man of 20. We wachten zeker een half uur en dan is er nog niemand bij ons geweest. Blijkbaar moet je iemand aanroepen anders kun je nog lang wachten. Het is een soort van beleefdheid.
We nemen een koffie en een mango juice.
Het is zonnig maar niet echt heel erg warm, denk zo’n 22/23 graden. Lekker windje erbij dus prima uit te houden. We tukken wat weg in de terrasstoelen en betalen uiteindelijk € 2,20 voor onze versnaperingen.
We verzamelen om 12.00 uur, het is weer bijna tijd om te lunchen, er is van alles bij het buffet, kip, rund, rijst..zelfs lasagna (die sla ik even over). We eten heerlijk en daarna zijn onze chauffeur en gids er weer. We rijden naar een hoogte van 3200 meter, we zien van alles onderweg, zelfs een busje met een levende geit op het dak (helaas te laat voor foto). We stoppen bij Entoto St. Mary’s/ Minilik & Taitu’s memorial museum en palace. We worden rondgeleid door het museum, door een redelijke mompelende Ethiopiër, wel Engels maar lastig te verstaan. Er hangen en staan veel spullen van de oude emperor die hier vroeger zijn paleis had. Bewust zo hoog op de berg vanwege betere temperaturen daar.
Er is ook een soort van tempel. Daar komen nog iedere zaterdag en zondag duizenden mensen heen om en wonen daar een bijeenkomst bij van ca 3-4 uur. Wat een opgave. Allemaal moeten ze staan, alleen de oudjes mogen achter op een rijtje banken zitten.
Onze reisleider vertelt ons van alles over het paleis, wat er niet echt uitziet als een paleis maar het rijst wel prachtig boven Addis Abeba (wat een mooie bloem betekent) uit. Bij het paleis is ook een zondagsschool, waar allemaal kinderen tussen 4-12 jaar aan het zingen en bidden zijn.
Ouders zijn niet te bekennen, die zijn er in de ochtend al geweest gaan naar huis en de kinderen komen dan weer terug.
De temperatuur is trouwens nog steeds prima te doen. Het is een beetje de temperatuur van een lekkere Nederlandse zomerse dag, windje erbij.
Na het paleis rijden we terug de stad in, helemaal naar beneden en ik ben toch wel wat geschokt over wat ik allemaal zie....we rijden door de buitenwijken van Addis en het is zondag dus er zijn veel mensen op straat. Alles loopt langs de weg, zit vóór zijn krotje met golfplaten vaak aan alle kanten, het ene groter het andere heel klein. Kinderen spelen op straat tussen de auto’s door met dingen die niks voorstellen. Ik fotografeer een man die eraan komt met zijn ezels. Hij loopt meteen op onze auto af en vraagt geld. Ik heb nog geen klein geld dus ik zeg nee, hij vraagt om water. Dat heb ik wel dus ik geef hem maar mijn flesje water. Ik realiseer me dat ik deze armoede ook gezien heb in de townships in Kaapstad maar niet van zo dichtbij. Dat was niet veilig. Hier is het anders. Het is hier overal, tussen grote gebouwen zie je plots weer een klein hokje staan waar mensen in wonen. Ze lopen met grote gele jerrycans rond en moeten daar water in halen. We rijden langs markten, soort “kofferbakmarkten”, waar iedereen zijn eigen spullen verkoopt. Ik kijk echt mijn ogen uit...Busjes zitten ramvol, en kruipen de berg op met zeker 25 man in een 8 persoons busje. Er lopen ezels en geiten los langs de weg.
We stoppen in Addis bij een traditioneel koffietentje. Koffie is hier het grote gemene goed en overal op straat kun je koffie drinken. Dit is een leuke plek, heel traditioneel waar wel veel toeristen naar toe gebracht worden. Kleine kopjes espresso, sterkte kopjes worden achterover getikt. We komen hier nog wel een keer terug om bonen voor Ran mee te nemen.
Voor de koffietent staan veel bedelende mensen, spullen te verkopen maar ook jonge meiden met een kind op hun rug. Het is zo moeilijk om geen geld te geven..want als je eenmaal begint is het einde zoek. Maar die kinderen op die ruggen van die meiden die je met die grote bruine ogen aankijken ...pfiew...maar we laten ons niet verleiden.
Na de koffie springen we allemaal weer de bus in op weg naar ons veilige resort en de bus klimt weer naar 2700 meter. Gelukkig mag ik steeds voorin het busje zitten en ben gelukkig de die anders kotsmisselijk wordt.
We doen na de bus trip even ons dingetje, lopen wat rond en om 19.00 uur verzamelen we in het restaurant voor het eten. We eten allemaal wat anders, we mogen kiezen van een mooie kaart. Ik neem een heerlijke linzen soep en kip met een saus van het huis, beetje pittig maar dat kunnen we hebben. Het eten is prima, we taaien daarna af want het was een lange dag vol met ongelofelijke indrukken. Het is tijd om het een plek te geven en te gaan slapen. Dat lukt helaas niet zo heel goed, alles vliegt door mijn hoofd heen. Ik ga het nog best lastig krijgen deze vakantie vrees ik maar het is ondanks alles een prachtige ervaring.
Geschreven door Marja.op.avontuur