Dag 7 :: Skellig en The Ring of Kerry

Ierland, Tralee

Wat had ik nu graag geschreven over overwonnen angsten, over de dood in de ogen kijken, over het beklimmen van 600 slipperige, oneven treden met als reling de kolkende golven van de Atlantische Oceaan, en met enkele unieke foto's van Unesco werelderfgoed als ultiem bewijsmateriaal.

Helaas, de weergoden hebben er anders over beslist.

Het ziet er nochtans allemaal nog vrij veelbelovend uit deze ochtend, wanneer ik om 7u30 bel naar de maatschappij die ons voor 50 euro per persoon naar de Skellig eilanden zou brengen. De eilanden liggen ongeveer 11 km voor de Ierse kust, en zijn enkel per boot te bereiken.
“Er is wel wat wind, maar de trip gaat door,” wordt me verzekerd.
Dus Daniël en ik springen meteen de auto in, zelfs zonder ontbijt dat in de kamerprijs inbegrepen is, richting Portmagee, zo'n 81 km verder.
Daar komen we tegen 9u25 aan, mooi op tijd. Op de kleine pier van de haven staan enkele mensen, ik vermoed onze medepassagiers.
De wind trekt en kreunt, en het wordt moeilijker om mijn zenuwen onder controle te houden.
We zien nergens de Seaquest, de boot die ons naar de eilanden zou brengen. Ik vraag aan twee mensen of we op de Marinara zijn, en waar de Seaquest kunnen vinden.
Eén van de twee mannen blijkt de persoon te zijn die ik deze ochtend aan de lijn heb gehad. De wind is te veel toegenomen, en de trip is geannuleerd.
De man had ook naar mijn gsm gebeld, maar die stond natuurlijk op stil. Diep vanbinnen en heel stiekem ben ik eigenlijk wel opgelucht dat ik met zo'n weer de open zee niet op moet en ver weg blijf van verraderlijke trappen en koude oceaan, maar het is jammer. Weken mentale voorbereiding de vuilbak in. Het zou sowieso een onvergetelijke ervaring geweest zijn, met een geweldig verhaal achteraf. En is het dat niet waar ik naar op zoek ben?

Wat maakt de Skellig-eilanden nu zo bijzonder? Wat maakt de plek Unesco-werelderfgoed? Waarom was ik er graag naar toe gegaan, ondanks al mijn fobieën?
Vanaf de 6de tot de 12de eeuw woonden op Skellig Michael, het grootste van de twee eilandjes, monniken in complete afzondering, volledig overgeleverd aan de grillen van de Atlantische Oceaan. Stijle, uit stenen gehouwen en gebouwde trappen leiden op 230 meter naar een klooster, met beehive hutten.
Skellig Michael is niet het enige kloostereiland voor de kusten van Ierland, maar het is wel het best bewaarde.
Toen we onze trip reserveerden, kregen we een hele resem veiligheidsvoorschriften voorgeschoteld, met als extra raad dat het geen schande is om op je achterwerk over de trappen naar beneden te schuiven. Er zijn geen relingen, de trappen zijn stijl en de Oceaan is diep en woest. Oh, en als je moet gaan, hou je het best op tot je weer op het vaste land bent, want er zijn niet de minste nutsvoorzieningen (geen souvenirshop!)
Enfin, een stukje echt, uniek en wild Ierland.

Als kleine compensatie brengen we een bezoek aan de Skellig Experience, een tentoonstelling met korte video over het leven op de Skellig Eilanden, over de monniken (die in de loop van hun 600 jaar durend verblijf minstens vier keer door Vikingen werden overvallen), de nestende vogels en de vuurtoren die er nu staat, lange tijd bewoond, maar nu automatisch bemand.

Bij het afrijden van de parking ziet Daniël een bordje dat aangeeft dat we de eilanden ook kunnen zien. We rijden een beetje verder, zetten ons op de parking (2 euro!), kruipen over de hekkens tussen de koeien (niet illegaal, het mag!), en lopen een korte wandeling naar een beter zicht op de eilanden.
De wind houdt tekeer. Ik probeer een filmpje op te nemen, en hoewel ik in de micro spreek, hoor je enkel de wind. Ik leun voorover en geef me over aan de wind die me in evenwicht houdt. In de verte zien we de eilanden, eerst vrij duidelijk, maar steeds meer en meer omgeven door mist. Op het water spelen windhoosjes. Het zou onverantwoord geweest zijn om in dit weer uit te varen.
Wanneer we terugkeren naar de wagen begint het ook nog te regenen. Ik houdt mijn hand voor mijn gezicht om de snijdende prikken van de regendruppels af te weren.

Door het wegvallen van de Skellig-eilanden, hebben we nu ineens heel wat tijd over. In het oorspronkelijk plan stond Dingle voor vandaag op het programma, maar dat hebben we met Skellig in het achterhoofd gisteren al gedaan. We besluiten om verder de Ring of Kerry te volgen. We willen via de Black Valley rijden, nog een – naar het schijnt – prachtig uitzicht dat we gisteren niet hebben kunnen doen. Het weer wordt echter alsmaar slechter, en de wolken hangen zodanig laag dat elk uitzicht, laat staan vergezicht, verdwijnt. De plaatsen waar we gisteren gepasseerd zijn, zijn nu onherkenbaar. Het idee van de Black Valley geven we op.

In plaats daarvan bezoeken we Ross Castle, onze lunchplek van gisteren.
Het kasteel is enkel te bezoeken via begeleide rondleiding. Er begint er eentje een kwartier nadat we toekomen, en dat geeft ons precies de tijd om alle informatieborden over het gebouw te kunnen lezen. Het kasteel dateert van de 14de eeuw, maar is doorheen de geschiedenis en met verandering van eigenaar, van uitzicht en doel veranderd. De centrale grote toren blijft wel de constante.
In de 19de eeuw heeft de toenmalige eigenaar, om belastingen te vermijden, het dak laten weghalen (belastingen waren van toepassing op gebouwen met dak), en het kasteel meer te doen lijken op een romantische ruïne. De eerste toeristenval?
Het bezoek zelf was interessant, vooral omdat er ook dieper werd ingegaan op de architecturale eigenschappen van het gebouw.

Ondertussen is het zo’n 17u geworden, en we rijden terug naar Tralee. Even overwegen we om nog een abdij voorbij Tralee te bezoeken, maar het aantal kilometers nadert alweer de 300 en we zijn moe.
We stoppen in Tralee en verkennen kort wat winkels. Onze landlady in Cork had zeer minachtend gedaan over deze stad (“Cancel it!”), maar eerlijk gezegd verkiezen we Tralee boven Cork.
Het stadje is in volle heropleving, en wat we er deze avond eten, is tot nu toe het goedkoopste (12,45 euro voor mijn gepaneerde vis met frietjes en sla + diet coke) en ook het lekkerste van de reis.

Tegen 19u zijn we alweer terug in het hotel, waar we nog wat zaken in orde brengen voor morgen (daarover morgen meer, al kan ik verklappen dat er twee kastelen op het programma staan ;-)) (met speciale dank aan de hoteleigenaars voor het gratis gebruik van hun printer!), nog iets drinken en op tijd gaan slapen.
Naar goede gewoonte is Daniël al lang in andere sferen, terwijl ik de laatste woorden aan dit verslag leg.

Morgen gaan we naar Limerick (papa, ik denk niet dat het zal lukken om persoonlijke groeten over te brengen aan de bisschop ☹).
Het weer zou iets beter moeten zijn dan vandaag, maar het zou nog erg waaien.
Ook nu trekt en sleurt de wind.
We zijn de enige gasten in het kleine hotel, en op speciaal verzoek kunnen we ons ontbijt om 8u15 krijgen (anders is het ten vroegste 8u30). We hopen tegen 9u te kunnen vertrekken.

Slaapwel! Ik ga nog wat in “Outlander” lezen.
 

Wat hebben we vandaag geleerd

  • Opnieuw iets dat ik eigenlijk al eerder had moeten vermelden, maar de adressen in Ierland zijn vreselijk. - Toegegeven, er zijn weinig straten, maar toch zou een huisnummer handig zijn. Nu moet je de hele straat afzoeken en hopen dat je in de juiste richting rijdt.
  • De beste beslissingen worden echt genomen bij een volle blaas...
 

Niet te missen

  • the Skellig Islands (als het weer het toelaat - anders The skellig Experience)
  • the Ring of Kerry
 

Reisweg

Zo'n 280 km. Weer wat te veel van het goede...
 

Weer

Veel regen en zware wind :-( :-(
 

Hotel

Keanes of Curraheen, Curraheen, Tralee

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.