Wederom een vroege start vanmorgen. Al vanaf 5.00 uur kon ik genieten van mooie vogelconcerten, in samenzang met gekwaak van groene kikkers en het typische geluid van de pipi'ers (dit zijn de campinggasten met een kleine blaas die altijd al heel vroeg naar de wc moeten om te plassen). Bij het inpakken van de tent kwam ook de buurvrouw (een van de pipi'ers) nog even een praatje maken, zeggen dat ze het zo knap vond, op mijn leeftijd, en me heel veel plezier en succes toewensen. Ik bedankte haar voor hun hulp en ging op pad.
Zou ik overigens nog bijna vergeten dat ik gisteren na het eten op het terrasje van de camping nog leuk kennisgemaakt heb met de barjongen en een meisje dat voorheen daar barmeisje was geweest. De jongen was achttien en deed dit als vakantiebaantje. Hij spaarde hiermee voor zijn aankomende studentuitwisseling waarin hij naar Cork in Ierland ging. Het meisje was al wat ouder (ik schat zo rond de 35) en was een Braziliaanse. Zij had vroeger, toen ze nog jong was, op de camping gewerkt, een jongen ontmoet (de zoon van de campingeigenaars) getrouwd, een kind gekregen, in Milaan gaan wonen, gescheiden en jaarlijks kwam ze een of twee keer terug naar de camping met haar zoon. Natuurlijk om opa (de fanatieke tractor-bestuurder) en oma te zien en dit jaar werkte hij ook als badmeester in het campingzwembad. Een maal per jaar ging ze naar Brazilië naar haar ouders. Haar zoon ging dan mee. Zij werkte nu zelf in de modebranche als een soort manager. Daar kwam ik niet helemaal achter. Na twee Cointreaus toch maar gaan slapen, want ik moest weer vroeg op.
Ik kan het echt iedereen aanbevelen: sta vroeg op en kijk goed rond, want wat valt er veel moois te zien in de natuur. De luchten en het licht die ik om mij heen zag waren geweldig. Ik heb veel foto's gemaakt maar met een iPhone is het dan toch maar behelpen. Had ik nu toch maar een Samsung genomen. Na 10 minuten hield een Franse wandelaarster me aan, ze was de weg kwijt. Nou moet je weten dat ik in onze fietsclub een naam heb, en da's geen goede naam, waar het gaat om routes en dergelijke. Voor mij is elke weg rond Tilburg waar wij fietsen weer nieuw. Ik was echter blij dat het in dit geval niet zo moeilijk was. De mevrouw was helemaal opgelucht. Nog maar 12 kilometer hoefde ze te wandelen en dan kon ze al ontbijten! Nou mij niet gezien hoor. Ik moet eerder wat hebben, zeker als je een flinke inspanning voor de boeg hebt. Daarom in Buonvonvento een koffiebarretje gezocht voor mijn dagelijkse portie cappuccino en twee croissants con crema, het equivalent van wat wij in Tilburg een Dikke Lip noemen. Nog wat fruit gekocht en daar ging ik weer.
Na 30 kilometer en een pittige klim van 9 kilometer van tussen de 4% - 5% (ja, je leest het goed!) kwam ik in de beroemde plaats Montalcino aan, snakkend naar cola. De binnenkomst was mooi bij het 14e eeuwse kasteel, de Rocca. Het was er nog erg rustig zo rond de klok van half tien en alleen de plaatselijke bevolking begaf zich in de straten. Een prachtige oude stad, met een mooi historische centrum en natuurlijk de plaats voor wijnliefhebbers, want hier komt de exclusieve Brunello di Montalcino vandaan. Na de cola nog wat rond gekeken en door gereden.
Via Castelnuovo del Abate en Seggiano ging het verder. Het was pittig. Naar de eindbestemming toe was het nog een klim van 12 kilometer van ong. 5% - 6%, met uitschieters naar 10%. Hier lachen ze gewoon om de Reschenpas! Boven dacht ik vervolgens lunch te kunnen doen, zoals dat beloofd werd in de gids en met borden langs de kant van de weg. Helaas de tent was vandaag gesloten meldde het bordje bij de ingang. En dat bordje hing er al wel een paar jaar zo te zien. Daarom op noodrantsoen met mijn laatste voedzame reep, een banaan, een nectarine en twee abrikozen, en veel water. Lekker op een muurtje in de schaduw gezeten en uitgerust voor het laatste stuk.
Naarmate ik dichter bij de bestemming kwam, werd de Monte Amiata steeds indrukwekkender. Het is een oude, reeds uitgedoofde vulkaan met een hoogste punt van 1.740 meter. Gelukkig hoefde ik daar niet naar toe. Ik kwam wel langs het treinstation van Monte Amiata, het was compleet verlaten op een ouder echtpaar en twee kleinkinderen na. Het eerste waar ik aan dacht toen ik het station zag, de sfeer die jet uitstraalde, de hitte voelde, was Once Upon A Time In The West. Zo'n sfeer had het, alhoewel ik Charles Bronson niet heb kunnen ontdekken.
Na 65 kilometer kwam ik aan op de camping. Die zag er op het eerste gezicht mooi uit. Het tweede gezicht viel wat tegen, om het nog zacht uit te drukken. De camping werd gerund door een oud echtpaar, ik schat in rond 80 jaar, die zeer vriendelijk mij hielpen met informatie, wijzen waar de tent kon staan, waar de wc's waren etc. Ik had het vermoeden dat het niet erg druk was op de camping. Het stuk waar ik mijn tent ging neerzetten was verder helemaal leeg. Lekker rustig dacht ik nog. Toen gaan douchen en ja hoor: weer die faciliteiten waardoor je je afvraagt waarom we toch altijd maar gaan kamperen. Het zaakje was sterk verouderd, best wel vies en het toppunt was dat ze een en ander heel efficiënt hadden aangelegd. Want in plaats van een ruimte met wc's, een ruimte met wastafels en een ruimte met douches, hadden ze alle drie de noodzakelijke voorzieningen in 1 niet al te groot hok gestopt. Dat was een zogenaamde TODOWA. Een TOilet, DOuche, WAstafel ineen. Je kon dan op de wc zittend je tanden poetsen, of douchend plassen, of....bedenk nog maar een combinatie. Gelukkig ontdekte ik de invaliden-TODOWA die ongeveer vier keer zo groot was en waar je bij het uitvoeren van de ene activiteit geen last ondervond voor de andere. Dus je kon gewoon douchen, zonder dat de wc, de wastafel, je kleren en je toiletzak helemaal nat werden. Wat wel weer een uitdaging was om op de verhoogde toiletpot te gaan zitten. Ik stel me zo voor dat als je minder- of invalide bent, je dan wel wat van Epke Zonderland's atletische kwaliteiten nodig hebt om op die pot te komen en te blijven zitten, terwijl je ondertussen ook nog iets anders aan het doen bent. Morgenvroeg sla ik het douchen over.
Wel hele lieve mensen. Toen ik de man vroeg of zij ook bier verkochten, legde hij uit dat ze al een tijdje een nieuwe uitbater van hun restaurant aan het zoeken waren en dat het restaurant gesloten was totdat ze die gevonden hadden. Maar, hij snapte mij wel en hij was meedenkend en ging kijken of hij zelf nog bier in zijn ijskast had staan. En jawel, daar kwam hij aan met een hele koude halve liter Birra Moretti. Hij sprak redelijk Engels en moest steeds heel grappig lachen. Dan ontblootte hij zijn vier boventanden en twee ondertanden duidelijk zichtbaar. Hij was vroeger ooit in Nederland geweest als student en het enige dat hij zich nog kon herinneren waren de tulpenvelden. Wederom stelde ook hij de vraag hoe oud ik was en heeft wel drie keer bravo gezegd en een rondje rond zijn as gedraaid ,zo knap als hij dat vond.
Nu maar weer op zoek naar avondeten, dus de beentjes weer in actie. Castel del Piano is een schattig en typisch Italiaans dorp, met smalle steegjes, onderdoorgangen en panoramakijkjes tussen de huizen door. Heerlijk om daar even rond te dwalen en daarna te gaan eten.
De titel van dit verslag is ontleend aan het boek van Geert Mak, 'Reizen zonder John', die het weer heeft van John Steinbeck's boek 'Reizen met Charlie'. Met Bob kan ik natuurlijk niemand anders bedoelen dan Bob Dylan, de meest invloedrijke muzikant die de wereld gekend heeft en kersverse Nobelprijs winnaar. Ik heb namelijk mijn oortjes meegenomen om bij gelegenheid eens naar muziek te luisteren. Mensen die mij kennen weten dat ik een enorme muziekliefhebber ben. Ik had het zelf niet verwacht, maar tot op heden heb ik nog geen moment er aan gedacht of de behoefte gehad om naar muziek te gaan luisteren, zelfs niet naar Bob. Ik ben teveel met het fietsen, de omgeving, onderdak, catering etc. bezig, om dan lekker naar muziek te gaan luisteren. Dit is en blijft dus een trip zonder Bob.
Geschreven door Nies.reisdagboek