"Een man weet niet wat hij mist
Weet niet wat hij mist
Weet niet wat hij mist
Een man weet niet wat hij mist
Maar als zijn fiets er niet meer is
Als zijn fiets er niet meer is
Weet een man pas wat hij mist"
(Vrij naar Huub van der Lubbe van De Dijk)
Huub had het natuurlijk over vrouwen of een vrouw, maar zonder sexistisch over te willen komen is dit refrein ook prima van toepassing op mijn trip. Na een korte, maar zeer fraaie route gisteren, heb ik mijn fiets gestald en ben andere dingen gaan doen. En nog los van de vraag of ik veel of weinig of voldoende gefietst heb, voelde het gisterenmiddag wel eventjes als een gemis. Na 11 dagen elke dag maar weer fietsen en fietsen voelde het gisteren echt als een soort fantoompijn om een deel van de dag niet te fietsen. Ik miste hem/haar: mijn fiets. Als ik dan toch niet ging verder fietsen dan meer even iets technisch gaan doen en de fiets goed nalopen op wat er zoal valt na te lopen bij een fiets. Aangezien ik niet erg fietstechnisch ben aangelegd was ik daar zo mee klaar. Er zat nog genoeg lucht in de banden (wat een wonder na zoveel kilometers over vaak onverharde wegen, prima fiets Giovanni!), en verder was alles okay op het voorwiel na. Het bleek dat de uitvalnaaf van het voorwiel wat losgetrild was, waardoor er speling op het wiel zat. Even vastgedraaid en klaar was kees. Verder heb ik mijn zadel een halve centimeter lager gezet omdat ik pijn aan mijn kont bleef houden. Dus even proberen of het daarmee minder zou zijn. We zouden het morgen gaan zien.
Na een bijna gelukte spaghetti carbonara (spaghetti net niet al dente) en 2 Grüne Veltliners nog een wandelingetje door het dorp gemaakt, even met Rianne gebeld, Judas verder gelezen (wat een thriller!) en vroeg gaan slapen.
Zeven uur stipt ontbijt, nog even een yogurtje en een broodje extra meegenomen voor de lunch en ik kon vertrekken. Het weer was goed; half bewolkt met daartussen helblauwe lucht. In het begin was het nog wel fris, maar in de loop van de dag werd dat ruimschoots goed gemaakt met temperaturen tussen de 30 en 35 graden. Wat een feest! Wat verder ook wel even heel lekker was, was het feit dat dit deel van de route vrijwel steeds gestaag naar beneden liep. Ik hoefde nauwelijks te trappen. Bijna continu heb ik langs de Etsch, oftewel de Adige gefietst, waarbij in het begin de rivier wat wilder was en meer verderop/lageren stuk rustiger. De weg bestond uit een geweldig goed fietspad, langs de rivier en vlakbij aan beide kanten bergen. In tegenstelling tot de Alpen waren de bergen hier wat lager, groener en meer bebost.
De hele dag lang, 115 kilometer, heb ik tussen de fruitbomen gereden. Ongelofelijk hoeveel er hier verbouwd wordt! Heel veel appels, maar ook abrikozen, peren en nectarines. Het goede nieuws is dat er overal gesproeid werd. Dat betekent namelijk dat het droog is en er weinig regen valt of is gevallen. Dat geeft de burger moed en is prima voor een fietser. Het iets minder goede nieuws is dat ik na een half uur gedurende ongeveer 300 meter getrakteerd werd op het water van die sproeiers. Zeker verkeerd afgesteld. Ik twijfelde nog even of ik er doorheen ging rijden, maar gezien het mooie weer heb ik het toch maar gedaan in de wetenschap dat die sproeiers nog wel even door zouden gaan. Zeiknat kwam ik eronder vandaan, maar was na tien minuten opgedroogd. Viel allemaal erg mee dus. Op ongeveer driekwart van de route werden de fruitbomen vergezeld van wijngaarden, wat hoger op de berg. Het was goed te merken dat ik door de Strada del Vino fietste.
De fiets liep als een bezetene en door het verstellen van mijn zadel, was ook de pijn aan mijn achterste nagenoeg afwezig. Wat een halve centimeter toch niet vermag. Daarom even een genietmomentje met een cappuccino op een terrasje naast de rivier. Daar ontmoette ik Paul en Renée, een jong stel dat dat dezelfde route fietste als ik, maar dan vanaf Landeck in Oostenrijk. Voor Paul was het al de derde keer dat hij deze route fietste, voor Renée de tweede keer. Vorig jaar moesten zij stoppen in Bologna omdat daar hun fietsen werden gestolen. Zij hoopten nu op meer succes.
Het gebied waar ik in fiets is formeel een deel van Italië, maar komt toch erg over als Oostenrijks met een vleugje Italië. Süd Tirol, zoals dit gebied heet, behoorde vroeger ook tot Oostenrijks Tirol, maar is in het kielzog van de Eerste Wereldoorlog overgegaan van Oostenrijkse in Italiaanse handen. Na wat gehakketak is destijds besloten om alles tweetalig te houden. Dus de namen van plaatsen, straten etc. staan allemaal dubbel aangegeven, eenmaal in het Duits en eenmaal in het Italiaans. Mijn ervaring van gisteren en vandaag is dat de meeste mensen zich nog echt verbonden voelen met Oostenrijk en ook veelal Duits spreken. Vanaf morgen wordt dat beter!
Rond de middag zag ik een klein fruitstalletje langs de weg. Het behoorde toe aan een wat oudere man die het fruit zelf verbouwde in het aangrenzende moestuintje. Samen met zijn kleinkind vulde hij een klein bakje met kersen zo groot als kleine snoeptomaatjes, wat abrikozen en en een nectarine. Weer een mooi voorbeeld van goede samenwerking tussen opa's en kleinkinderen. Mijn lunchkostje was dus weer compleet. Even verderop op een bankje met uitzicht op de lager gelegen Adige was een prima gelegenheid voor de lunch.
Rond de klok van 15.00 arriveerde ik op de geplande camping. Vaak hebben wij in het verleden meegemaakt dat een eerste indruk van een camping totaal veranderde als we daar eenmaal een aantal dagen stonden. Ik stel altijd weinig eisen aan campings, maar deze camping was anders: hier wilde je nog niet dood gevonden worden. De ligging is prachtig aan het Lago di Caldaro, omgeven door mooie bergen en een blauwe lucht, maar de plaatsen zijn klein en alles staat compleet hutjemutje. Net vóór mij is een stel, overigens zeer vriendelijke, Duitse jongens een brandweerwagen aan het inparkeren en een grote tent aan het opzetten van het kaliber Oktoberfesten. Ik denk dat er daar vanavond een feestje is. Vind ik op zich geen probleem, als ze me maar wel uitnodigen dan! Een caravan verder is een man bij 35 graden de binnenkant van zijn caravan aan het stofzuigen. De menukaart van de camping bestond uit Pommes frites met iets van vlees. Nee, ideaal is anders, maar morgen ben ik weer weg. Het mooie is wel dat ik steeds meer Italiaans hoor spreken en dat voelt als thuiskomen.
Het plan is om morgen via Trento de zgn Venetië-route te fietsen uit het boekje van Hans Reitsma. En route die in feite een extra lus betekent, redelijk pittig is, maar landschappelijk mooier dan de route langs het Gardameer. Die meneer Reitsma heeft trouwens mooi werk geleverd. In zijn serie van drie boekjes legt hij uit hoe je van Amsterdam naar Rome kunt fietsen. Hij heeft de hele route, plus een aantal varianten, zeer nauwkeurig omschreven en ook een overzicht beschreven van campings en vaste overnachtingsplekken, inclusief wederwaardigheden van de verschillende dorpen en steden waar je doorheen fiets. De route is ook op een GPS te downloaden. De combinatie van boekje en GPS hebben er tot nu toe voor gezorgd dat ik nog nauwelijks verkeerd ben gereden.
Nog even luisteren dan naar de huismuzikant van de camping die tijdens het eten als een echte Rick Wakeman (ja, ja, wie kent hem nog!) de meest fantastische geluiden uit zijn synthesizer tevoorschijn weet te toveren. Na Que Sara, La Bamba, Girl from Ipanema, Azurro en de Macarena besloot ik dat ik genoeg had gehoord. Het is toch allemaal geen Bob Dylan.
Dus op tijd het tentje in. En de fiets? De fiets die mis ik niet want die staat met een stevig ketting bij de ingang van mijn tentje, goed in het zicht, klaar voor het karwei van morgen.
Geschreven door Nies.reisdagboek