Dag 33 Radicofani
Vertrek 5.50 uur
Aankomst: 16.30 uur
Stijgen: 960 m
Dalen: 580 m
33,7 km
Al heel vroeg zagen we op tientallen kilometers ons einddoel Radicofani aan de einder. Een behoorlijke puist in het landschap. Terwijl we gisteren zo'n beetje a walk in the park ervoeren, was het vandaag toch behoorlijk zwaar. De afstand, veel zon, weinig schaduw en - zeker aan het einde van de dag: flink klimmen. We hadden wat te weinig gegeten en daar kreeg Reinier last van. We hebben hem een stuk of wat koekjes en een homp oud brood gevoerd, en toen ging het wel weer. We gingen vandaag door een dunbevolkt gebied, met weinig dorpjes.
We hebben beroerd geslapen vanwege een dikke snurker op zaal. Hij lag te ronken gelijk een kettingzaag. De Italiaanse Wet op de geluidhinder werd denkelijk overschreden. We hadden wel oordopjes, maar dat was volstrekt onvoldoende bij zoveel geweld. Dus - vroeger dan ooit - gingen we een beetje brak op pad. Het eerste dorpje Vignoni, met ongeveer van 20 huizen, die samen een soort vesting vormen, bracht ons de mooist denkbare ontbijtplek, net buiten de poort, met uitzicht over de velden, heuvels en opkomende zon.
Vervolgens was in het dal Bagno Vignoni waar het warme water omhoog borrelde. Het was en soort ieniemienie Kurort, met een hotel erbij, waar een kopje koffie genuttigd kon worden. De ober wist zowaar enkele woorden Nederlands uit te brengen. Dat was voor het eerst in Italië.
Reinier heeft pas op het laatste moment besloten zich bij ons te voegen, omdat hij zorgen had over zijn moeder, die na een val in het ziekenhuis lag. Onderweg telefoneerde hij met zijn broer en kreeg het nieuws dat ze toch was geopereerd. Pas s-avonds kreeg hij haar te pakken en kon hij wat rustiger worden.
Bespiegelingen op het alweer schitterende landschap laat ik voor wat ze zijn. Vermeldenswaard is dat we onder een brug bij een riviertje een bekken vonden waarin we konden poedelen. Zo kwam de zwembroek eindelijk eens van pas.
Radicofani ligt verscholen achter een hoog kasteel op de berg. Het is weer bijzonder schilderachtig en een verzamelplaats van vele pelgrims. Het werd druk op zaal. Veel Italiaanse mannen met strakke dure onderbroeken. Ik moet er toch steeds naar kijken.
Met zovelen bij elkaar... Dat zijn we niet gewend. Gelukkig werd er veel minder gesnurkt, zodat de nachtrust aanzienlijk beter was.
S-avonds gingen we voor het pelgrimsmenu in een achteraf restaurantje en dat was meer dan uitstekend. Vooral de polo al limone was erg lekker.
Geschreven door Kees-en-Leonard