Dag 21 Pontremoli
Vertrek: 6.20 uur
Aankomst: 17.00 uur
Stijgen: 980 m
Dalen: 1560 m
28,7 km
Alles was mooi vandaag, maar dat maakt de tocht niet minder zwaar. In onze Reiseführer stond voor deze etappe maar liefst 9.30 uur zuivere wandeltijd. Nou ja.. wandelen. Het was heul veul klimmen en dalen. Ik denk dat dit de zwaarste etappe was tot nu toe. Al waren de omstandigheden goed. Prima weer en we liepen heel veel over bospaden.
Gisteren hebben we zelf gekookt in de ostello van Berceta, zodat we vandaag de pasta en het potje pesto niet hoefden mee te sjouwen. De maaltijd werd aangevuld met maar liefst 3 groenten, te weten tomaat, komkommer en wortel. De komkommer in het midden vanwege de kleurschakeringen.
Vanmorgen ging het eerst twee uur omhoog naar de top van Monte Valoria, 1230 meter, hoog boven de Passa delle Cisa (waar ook de snelweg tussen Milaan en Rome zijn weg vindt). Prachtig berglandschap. Dat verdient een selfie. De hele verdere dag hielden we die vergezichten. We hebben bijna niet op de weg gelopen.
We daalden van de Monte Valoria af naar de pas; en daar zat Danielle aan de koffie met taart. Hij had het stuk weer over de weg afgelegd. De begroeting was weer aller hartelijkst. Hij praat vrolijk Italiaans en wij Engels, en we verstaan elkaar best redelijk.
Verder was er nog een weerzien. In de ostello van Pontremoli liepen we Russische Tanja weer tegen het lijf. Er volgden hartstochtelijke omhelzingen. Kees deed er dapper aan mee. Maar verder dan deze intimiteiten kwam het niet. Een gesprek is nauwelijks mogelijk. Ze spreekt een paar woorden Spaans, omdat ze ook al naar Santiago is gelopen, en van Carla en Laury heeft ze wat Italiaans geleerd.
Bob staat in het gastenboek. Hij is hier vanmorgen vertrokken, en ligt dus 1 dag op ons voor.
Onderweg kwamen langs vele frambozenstruiken, waar Kees ongeïnteresseerd aan voorbij liep, maar ik niet. Ze smaken overheerlijk. Als we pauzeren is het ook fijn om een appeltje te schillen. Klein geluk is dat.
Dit is het eerste verslag dat ik schrijf nadat ik de reacties op de blog heb gelezen. Ik vraag me af of dat wat met me doet. Of ik toch iets meer met het belangstellende publiek rekening houdt. Ik probeer het niet te doen.
Eerst heb ik juist om die reden afgezien van een blog. Ik stuurde het verslag naar Eveline, die het in beperkte kring verspreidde. Maar allengs merkte ik dat mijn stijl van verslaglegging nou niet zo bol staat van de zielenroerselen en ontboezemingen. Je zou kunnen verwachten dat een pelgrimstocht tot allerlei diepe inzichten leidt, maar dat is niet zo. We zijn vooral bezig met van a naar b te komen, en elke dag slaapplaatsen en eten te bemachtigen. Punt. Dat is juist zo heerlijk. Het leven is eenvoudig. Alle verantwoordelijkheden, sociale verplichtingen en het grote moeten zijn ver weg. Diepzinniger dan dit kan ik het niet maken.
Voor alle duidelijkheid: hartstikke leuk om de reacties te lezen. Vooral Kees is verbaasd dat er zoveel mensen belangstelling tonen voor onze onderneming.
De ostello is een oud klooster. We slapen in de voormalige cellen van de monniken, zodat Kees en ik nu elk een eigen kamer hebben. Verder zit er nog een wat onaangepaste Amerikaan die ontzettend Amerikaans 'bon giorno' kan zeggen. Dat is eigenlijk ook het enige wat hij zegt.
Vanmorgen was ik wel benauwd dat mijn dijspier spelbreker zou worden. Al 10 minuten na vertrek had ik weer last. Toen begonnen we echter aan de beklimming van de Monte Valoria en bij het klimmen is er geen centje pijn. Bij de afdaling ben ik met twee stokken gaan lopen en af en toe stopte ik eventjes. Zo ben ik de dag goed doorgekomen.
Pontremoli is een erg prettige en mooie plek, ingeklemd tussen twee samenvloeiende riviertjes en een kasteel die het schiereiland afsluit. Veel kerken, mooie pleintjes en prachtige brug. Bijna geen toerist te bekennen.
Voor het eerst in vier dagen konden we weer pizza eten. Dat hebben we dus gedaan, met prachtig uitzicht op het stadje.
O, ja. Volgens mij zijn we nu halverwege.
Geschreven door Kees-en-Leonard