Om 03.45 de wekker is toch geen vakantie meer? Waar je zin in hebt. Nou wij vinden het ook een onchristelijke tijd om ons harde matras te verlaten, maar om de zonsopkomst op een vulkaan te bekijken zul je wat moeten ondernemen.
We dronken nog een koffie en kregen een bananenpannekoek in een bananenblad mee als ontbijt. De man van Mary zou de gids zijn voor vandaag en we gingen met twee Fransen, twee Amerikanen en een andere Nederlander op pad. We zouden een klein uurtje rijden tot onder de top van de vulkaan.
Gewapend met een zaklamp van onze telefoon, een tas met eten, drinken en kleding en net te weinig slaap startte we onze tour. Het begin van de tocht was over asfalt dat van bovenaan de berg, naar beneden leek gestort. Er zaten grote gaten in de weg en dus was het oppassen geblazen waar je je volgende stap zette. Na een half uurtje klimmen sloegen we links af en startte de klim de vulkaan op. Ondanks dat hier ook een pad was, was het vooral lava gesteende waarop we ons bewogen. Het was tevens koud en mistig en de afgrond was vanzelfsprekend niet afgezet met een lint of omheining. Oppassen dus en concentreren op de stap van je voorganger. Na een klein half uurtje stopte de gids om ons de laten zien waar blauw vuur vandaan kwam. Hij bouwde een kleine piramide met lava stenen en stak een stuk meegebracht papier aan. De lavastenen begonnen al snel te branden en we keken schaapachtig een paar minuten naar het tafareel met blauw vuur. Dit is aldus uncle google (waarop de gids het baseerde) maar op twee plekken ter wereld zichtbaar.
De zon leek langzamerhand op te komen want het begon te schemeren. We vervolgde onze tocht naar de top van de vulkaan. Onderweg hoorde we het geluid van de geisers die een onvoorstelbare herrie maakte. Ik dacht dat dit wel erg grote openingen in de aardkorst zouden moeten zijn, maar dat bleek later totaal het tegenovergestelde te zijn. Het begon harder te waaien en na een half uurtje bereikten we de top van de Sibayak vulkaan. Deze strato vulkaan is al jaren niet meer uitgebarsten en dus prima te bezoeken in tegenstelling tot de Sinabung vulkaan die voor het laatst zo'n 10 jaar geleden uitgebarsten is. De tocht was vrij goed te doen en zeker voor zulke atleten als wij zijn.
Eenmaal aangekomen op de top op zo'n 2200 meter zagen we nog niet bijzonder veel. We konden een krater onderscheiden aan de ene kant en aan de andere kant de lichten van de stad Berastagi aan de voet van de vulkaan. We aten ons ontbijt in de stevige wind en inmiddels hadden handschoenen en een muts ook niet misstaan. De zon kwam vrij snel op en de wolken verdwenen als sneeuw voor de zon. We hadden erg veel geluk met het weer vandaag.
Het uitzicht op de krater werd met de minuut mooier en we maakte van alle kanten foto's van de krater vulkaan. Ook maakte we veel mooie foto's van het uitzicht op de stad en de jungle er omheen. We moesten onze telefoon stevig vasthouden om deze niet te verliezen door de harde wind. Het was een prachtig gezicht en het overtrof onze verwachtingen aan alle kanten. Na een goed half uur te hebben doorgebracht op de top van de vulkaan liepen we weer naar beneden richting de krater. De krater heeft een diameter van ongeveer 200 meter maar toch lijkt de vulkaan immens als je er in of op staat. Je voelt je erg klein bij deze verschijning.
Aangekomen in de krater vertelde de gids ons over de geisers en het sulpher dat uit de geisers komt. Dit sulpher maakt de geisers geel van kleur. Met de zon die daarop schijnt, lijken het wel kristallen die uit de aarde komen. De geisers zijn dus feitelijk vrij kleine gaten waardoor de warmte uit de aarde komt. De rotsen daaromheen zijn ook erg warm en de lucht die uit de geisers komt is nog warmer. Hier kun je nauwelijks je handen voor houden. Al bij al was het wel erg bijzonder om deze gele plekken te bekijken naast alle andere kleuren gesteente van de vulkaan. Hiermee was een einde gekomen aan ons bezoek en dus liepen we het pad weer naar beneden waar we nog enkele kampeerders tegen kwamen. Verder liepen we op dit pad naar beneden nog onder bomen door die over het pad waren gegroeid. Dat gebeurt je ook niet iedere dag dat je onder de wortels van een boom doorloopt. Onderaan de vulkaan liet de gids ons nog een bord zien van alle toeristen die de afgelopen 20 jaar overleden waren op de vulkaan. Gelukkig zou onze naam daar niet bij komen.
Na de vulkaan stond een bezoek aan een hot spring op het programma. Op een kwartiertje rijden kwamen we aan bij een soort zwembaden complex waar eigenlijk geen enkele andere toerist of Indonesiër te bekennen was. In een niet al te fris hok met een teil met water en een emmer konden we onszelf omkleden. Dit bleek later de douche te zijn. De zwembaden waren gevuld met water uit de warmwaterbron. Het complex telde ongeveer acht zwembaden met ieder zijn eigen temperatuur. We kregen een uur de tijd om te relaxen en dat was ook wel even lekker voor onze benen na de klim de vulkaan op. We genoten van het uitzicht en probeerde verschillende baden uit. Op een gegeven moment kwamen er wat locals die ook waren gekomen om te zwemmen. Na de gebruikelijke foto's werd de muziek aangezet en ontstond er een mini pool party. Laura moest ook nog op de foto met een baby, maar daar was de baby het zelf niet zo mee eens en barstte in huilen uit. Na een uurtje moesten we ons omkleden en douchen met een emmertje water uit een teil om vervolgens weer schoon aan het vervolg van de tour te beginnen.
De groep werd opgesplitst in degene die de complete tour deden en dus bleven we over met twee Fransen. De eerstvolgende stop was een waterval van een meter of 30. Het was een zeer mooi gezicht, maar niet heel erg bijzonder. Na een kwartiertje liepen we terug via een gebied waar een groep van een 100-tal apen leefde. We probeerde dichterbij te komen om wat foto's te maken, maar de apen liepen steeds verder weg. Slechts een aap bleef zitten, maar die was met zichzelf aan het spelen. Een vreemd gezicht en zeker toen hij zijn uitwerpsel in zijn hand had en op at. Ze zeggen dat apen op mensen lijken, maar gelukkig heb ik dat een mens nog nooit zien doen. Klaarblijkelijk hield de aap niet zo van pottenkijkers want al snel kwam hij achter mij aan. Ik liep eerst rustig weg, maar hij werd agressiever en dus zette ik het op een rennen. Dit bleek de juiste keuze want hij had me bijna gebeten of gekrabt. Snel weg hier!
Na de waterval bleek dat er een miscommunicatie was geweest een dag eerder toen Mary ons de highlights van de stad liet zien. Blijkbaar had ze bedoeld dat we alle highlights zouden gaan zien en niet specifiek degene die ze omcircikeld had. Onze volgende stop was namelijk de Lumbini tempel die we gisteren al bezocht hadden. Onze gids kon ons wel wat meer vertellen over de tempel en het was er rustiger omdat het een maandag was. Maar dit was natuurlijk wel een beetje zonde van de tijd. We staken wat wierook aan en deden een wens voor de tempel. Na een dik half uur was het tijd voor de lunch. De gids bracht ons naar een restaurant en we aten de lunch met de Fransen. Gelukkig spraken deze een redelijk woordje Engels (zouden ze wel echt uit Frankrijk komen?).
Na de lunch brachten we een bezoek aan een Christelijke kerk. Hierbij was ook een traditioneel huis gebouwd waar de gids langdurig over vertelde. Wel bizar om te horen dat in een huis van zo' 8 bij 4 meter 8 gezinnen woonde en dus zo'n 35 personen. De kerk zelf was gebouwd/gefinancieerd door een Nederlandse gelovige, maar verder was deze kerk niet heel erg interessant.
Na de kerk bezochten we de heuvel met het uitzicht op de Sinabung vulkaan. Ook hier waren we dus gisteren al geweest. Wat ons betreft konden we dus snel door naar de lokale markt.
Eenmaal aangekomen op deze markt keken we onze ogen uit. Op deze dagelijkse markt kopen de locals hun groente, vlees, vis, fruit en alle overige benodigdheden om de dag te overleven. Prachtige kleuren van het fruit en de groente en natuurlijk was de hygiëne weer ver te zoeken. Op een gegeven moment kwamen wij bij de vlees/vis afdeling. Hier lagen nog net levende vissen uitgestald en af en toe sprong er een vis de straat op. Deze werd dan even terug in de bak met water gegooid en terug in de "etalage" gelegd. Na de vis kwamen we bij de vleesafdeling. Veel verser kun je het vlees niet krijgen. De kippen zaten hier nog in een kooi. Vergelijkbaar met Nederland leven de kippen bij ons als koningen. Klaarblijkelijk waren we aangekomen bij de plaatselijkse slagerij. De kippen werden uit de kooi getrokken, onthoofd door de slager met een sigaret in zijn mond en in een emmer gegooid. Daar lagen ze klaar voor de volgende persoon om de kippen te plukken. Als dit gebeurd was, werd de kip gebraden met een brander en was de kip klaar om verkocht te worden. Dit alles maakte wel erg veel indruk op ons. Natuurlijk is het proces an zich in Nederland hetzelfde, maar onder deze smerige omstandigheden en het plezier waarmee dit gebeurde baarde toch wel opzien. Nadat ik nog een paar spetters met kippenvlees op mijn broek had gekregen liepen we door naar de rundvlees slager. Hier hingen de koeienpoten en koppen aan een haak om verkocht te worden. Dit was denk ik een te smerige, bloederige bedoeling geworden als dat op de markt moest gebeuren.
Het nodigde al bij al niet erg uit om er wat te eten en dus liepen we door.
Na een kleine 45 minuten op de markt te hebben doorgebracht was de tour ten einde gekomen. De gids bracht ons naar de homestay en ik wilde me snel douchen na de markt. Nadat we allebei hadden gedoucht pakte we een powernap. Het was een vermoeiende dag geweest.
Rond 18.30 werden we wakker en besloten naar een restaurant te gaan dat Mary had aangeraden. Dit keer wel de juiste en we belandde in een Chinees Indonesisch restaurant. Laura bestelde Fuyong Hay en ik bestelde Babi Ketjap. Laura kreeg dus wat ei met groente en ik varkensvlees in ketjapsaus, maar het vet van het varken zat er nog aan. Op het eerste gezicht niet erg lekker, maar het vlees was erg zacht en smaakte top.
We namen de bus terug naar de homestay en zo kwam een lange dag ten einde. Moe maar voldaan naar bed.
Geschreven door Stefjacobs1993