We zijn vandaag, op 1ste paasdag, weer van de groep los. Wij wilde naar de oase van Tighmert, de groep ging terug naar een camping waar we een paar dagen geleden gestaan hebben. Dat is voor ons geen optie. Het was wel een hele afstand weer, meer dan 300 km, een rechte weg door de Sahara. Een harde wind en vaak slecht zicht vanwege de zandstormen.Maar na een koffietje onderweg zijn we uiteindelijk bij de oase aangekomen. Het is een familiecamping en wij zijn de enige gasten.Het is de grootste oase voordat de Sahara begint. De oase is 10 km lang en 4 km breed. Er zijn 4 scholen en 11 moskeeën. Er zijn hier twee karavanserai’s. De plaatsen waar vroeger de karavanen stopten voor water, eten en gras voor de kamelen. De karavanen kwamen vanuit alle hoeken in Afrika. Eerst maar eens bij de Kasba van Habib gaan kijken. Het is een traditionele karavanserai en hij staat vol met voorwerpen die allemaal te maken hebben met het leven in de oase. Habib is een kleurrijke Touareg en maakt soms geluiden alsof hij last heeft van het syndroom van Gilles de la Tourette. Alles komt voorbij, maar wat toch indruk maakt zijn de attributen van de slaven. Tot in de 70 tiger jaren waren er slaven uit zwart Afrika in deze streek. Er was nog een put waar ze slaven die niet luisterde in stopten. De vrouwen hadden een aparte put, maar die was nu dicht gegooid. Een kamelen BH was ook wel bijzonder, zo konden de jongen niet de hele tijd aan de mem hangen!! Er zat een Duitse vrouw, met een kunstbeen in de tent. Met haar hebben we wel heel gezellig en interessant zitten kletsen. Of zij nou iets had met Habib werd niet helemaal duidelijk. Na de thee zijn we richting camping gelopen. De moskee was net uit. Een van de moskee gangers sprak ons aan of we zijn tuin wilde zien. In alle naïviteit zeiden we ja. Hoppa met hem mee naar zijn tuin, daarna naar zijn huis, waar hij met 2 zusters woonden en weer thee drinken. De man was niet getrouwd maar was wel erg gesteld op vrouwen. We moesten toch echt ook de andere karavanserai zien nl. die van Abdou. Nou ja dat doen we dan maar. Wij lopen en hij pakt me bij de hand, streelt al mijn vingers en pakt me steeds steviger vast. Of hij onderweg aan het bidden was of vieze praat aan het verkopen dat is me niet duidelijk. Theo liep er mooi achteraan. Ik kreeg het Spaans benauwd van die kerel. De karavanserai van Abdou was 350 jaar oud en 2 broers hadden zich tot doel gesteld dit object met alles wat met de Sahara en de oase te doen had te bewaren voor de volgende generaties. Ook hier weer kamers vol met spullen, onder het stof maar bij alles wel een heel verhaal. Na de rondleiding moesten we weer aan de thee, maar dat hebben we afgeslagen. Deze man, bedankte ons uitgebreid voor ons bezoek en dat tot 3 maal toe werd dit herhaald en dat waren voor hem de momenten om mij iedere keer te kussen. Gelukkig was hij met de auto dus , na 11.165 stappen, was ik wel blij dat we een stukje met de auto mee konden naar de camping. Nu zit ik bij de campingsbaas in de huiskamer deze blog te maken, want hier is internet. Een bijzondere 1ste paasdag dat wel weer.
Geschreven door Gerrie.op.reis