Wat een dag vandaag.
Vanochtend waren we vroeg wakker en zijn maar gelijk uit bed gegaan, waarna hetzelfde ritueel zoals de voorgaande dagen volgde. Om 11:00 uur wilden wij de Berliner Unterwelten bezoeken. Dus op tijd met de S-bahn naar station Gesundbrunnen gereden. We waren drie kwartier te vroeg, dus even de kaarten gekocht en een wandeling gemaakt door het vlakbij gelegen overdekte winkelcentrum. Dat hadden wij beter niet kunnen doen. Wat een hoop verschillende eetgelegenheden. Hier komen wij straks wel terug zeiden wij tegen elkaar. Wij hadden een Braziliaanse gids die de Engelse groep deed en met een grappig Portugees accent sprak. De eerste bunker die wij bezochten was klein. Eigenlijk wat ze allemaal een bunker noemen is eigenlijk een schuilkelder. Een bunker is redelijk bestand tegen een bominslag, maar een schuilkelder dus niet. En wat een schijnveiligheid zeg. Stel dat een nucleaire bom af zou gaan, dan stond je dus buiten te wachten, want je kon maar per groep van veertig tegelijk naar binnen. Dus eigenlijk zouden de eerste veertig het overleven, maar de rest....
Overigens hing in een zaal een replica van "Little Boy". Little Boy is de codenaam van de kernbom die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op 6 augustus 1945 door de Verenigde Staten boven de Japanse stad Hiroshima tot ontploffing werd gebracht. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat een kernwapen werd ingezet. De explosieve kracht van Little Boy bedroeg ongeveer 56,7 TJ, wat overeenkomt met 15 kiloton TNT.
Deze bunker had ook geen generator. Zou het elektrisch systeem uitvallen en daarbij dus ook de luchtventilatie, dan mag je hopen dat bij de eerste groep overlevenden in de schuilkelder een mecanicien zit die hem weer aankrijgt, want de handbediening is zeer zwaar en moet zonder te stoppen doorgaan. Dit werd ons even getoond. Vervolgens gingen wij de schuilkelder uit via een metalen deur. En zo stonden wij plotseling in een metrostation. Met de U-bahn gingen wij met de hele groep (21m/v) een halte verder. Daar gingen wij er weer uit. Wij bleven op het perron. Bleek dat het station al een deel van de schuilkelder is. De tunnel en het perron kon worden afgesloten van de buitenwereld. Vervolgens gingen wij deze schuilkelder in. Deze was veel groter en de gangen waren ook ruimer. Als je binnen kwam moest je twee keer douchen en je kleren wegdoen en daarvoor in de plaats kreeg je een 100% polyester trainingspak aan. Ook lagen de bodybags al klaar.
Deze bunker had wel een keuken, toiletten en stapelbedden (4 boven elkaar die "overdag" tot zitbanken omgebouwd kon worden). In de slaapzaal en ook de ziekenboeg waren de muren lichtgroen. Eigenlijk nooit bij stilgestaan, maar wij kregen de uitleg waarom de muren niet alleen hier groen waren, maar ook in de Duitse ziekenhuizen. Bloed wordt namelijk bruin op groene ondergrond en dus was dat een beter gezicht in plaats van rode bloedspetters op de muur. Je moet er maar opkomen.
Je kon ook hier ongeveer twee weken overleven. Voor iedere persoon is 2,5 liter water per dag en daarvan moet je drinken, wassen en toiletteren. Ook kreeg je maar één rol toiletpapier, maar dat was genoeg, want je kreeg ook maar één maaltijd.
Als het boven weer veilig zou zijn na een nucleaire aanval, dan kon men via een speciale automatische deur weer de straat op. Dit is zo'n klep zoals een dakraam. Alleen dit mochten de gidsen niet demonstreren van de verzekering, want de mogelijkheid bestond dat iemand op die klep zou staan en letterlijk gelanceerd werd. Het klepmechanisme heeft een kracht om een tank opzij te duwen.
Na deze rondleiding kwamen wij weer uit via een andere deur op het metrostation uit. Hierna ging ieder weer zijn eigen weg. Wij namen de U-bahn terug en gingen in het overdekte winkelcentrum wat eten bij Nordsee restaurant. Beiden namen een wrap met zalm. Hierna besloten wij naar een plaatselijke kerk te lopen om een cache op te pikken. Dit was best wel een stuk lopen en dat voelden wij ook wel. Ook was het best warm en daar had Elsa behoorlijk last van. Nadat wij deze cache hadden opgepikt, besloten wij verder te wandelen naar de "Gedenkstätte Berliner Mauer". Hoewel er verschillende plekken in Berlijn zijn waar je nog stukken van de Berlijnse Muur kunt bezichtigen, is de Gedenkstätte Berliner Mauer een van de plekken waar je het meest realistische beeld krijgt van hoe de Muur eruit heeft gezien. Vanaf een uitkijkpunt kijk je op de muren met in het midden van het veld een wachttoren die nog in tact is en je ziet de todesstreifen, de dodelijke ‘veiligheidszone’ langs de DDR -grens.
Tussen deze muren liepen wij op het terrein. Hier waren diverse gedenktekens. Zoals een wit kruis wat midden op het veld stond. Deze stond ter nagedachtenis voor alle graven die hier geruimd waren om de muur te bouwen en mogelijk dat er stoffelijke overschotten lagen die ze waren vergeten. Ook stond een gedenkteken voor de 140 gedode mensen die niet allemaal vluchtelingen waren, maar ook per ongeluk werden gedood. Ook was er een gedenkteken voor de 8 gedode DDR soldaten die zijn gedood door vluchtelingen of eigen vuur. Een bizarre dode is een soldaat die werd geraakt door een ricochet van een schot van een soldaat die op een vluchteling schoot. Al met al weer veel informatie waardoor je heel anders naar alles kijkt.
Nadat wij bij het museum, waar wij een interview met een tunnelbouwer hadden beluisterd, nog wat hadden gegeten, besloten wij de S-bahn naar station Friedrichstraße te nemen om daarnaast gelegen oude station te bezoeken, wat de bijnaam "Tränenpalast" heeft.
Het Tränenpalast (1962) was tot 1989 voor reizigers naar het westen de controlepost naar de grensovergang op station Friedrichstraße. Alle reizigers werden hier door de SED (Socialistische Eenheidspartij van Duitsland) gecontroleerd op geldige reisdocumenten. Vanuit Oost-Berlijn kon er alleen toegang verkregen worden tot het westelijke deel van station Friedrichstraße via het Tränenpalast. Een privilege voor hoofdzakelijk bezoekers uit West-Duitsland en enkele DDR-burgers die toestemming van de DDR hadden verkregen om uit te reizen.
De meeste DDR-burgers hadden hier niets te zoeken of kwamen hier alleen om afscheid te nemen van familieleden die Oost-Berlijn hadden bezocht. Voor de meeste Oost-Berlijners zou deze grensovergang altijd gesloten blijven. Omdat vele Berlijners het gebouw uit staal en glas verbonden met emoties, verdriet, heimwee en afscheid werd de controlepost in de Berlijnse volksmond al snel het ‘Tränenpalast’ (paleis der tranen) genoemd.
Bijzonder hier was te zien hoe mensen werden beschreven door de diverse gelaatskenmerken, zoals ogen, neus, wenkbrauwen, oren en mond. De videobeelden zeiden genoeg hoe het er aan toe ging. Veel emotie en onbegrijpelijk.
Na dit alles besloten wij even wat leuks te gaan doen.
Wij pakten de U-bahn richting de Jack Wolfskin shop die nu wel open was. Onderweg pikten wij nog een cache mee die wij vorige keer niet konden doen, omdat een politieagent ons steeds in de gaten hield. De Jack Wolfskin shop was niet echt groot en er zat niks bij voor mij. Elsa slaagde wel en had een speciale Berlin Jack Wolfskin shirt gekocht. En nu wij toch in de buurt waren, besloten wij naar de levensgevaarlijke "Bunte SchokoWelt" te gaan, beter bekend als de "Ritter Sport" shop. Wij leken net Sjakie en de chocoladefabriek. Zo veel keuzes. Wij gingen eerst naar boven en daar bleek het restaurant te zijn. Dus besloten wij wat te eten en te drinken. Ik nam een Ritter Sport noufat gebakje en Elsa een cheesecake. Wat was dat gebak heerlijk zeg. Nadat wij dit hadden genuttigd, gingen wij naar de begane grond. Eerst keken wij even rond en zocht ik twee chocolade repen uit. Ik was Elsa inmiddels kwijt. Echter zij had inmiddels een grote variatie zak van één kilo Ritter Sport gevonden. Dus ik legde netjes mijn reepjes terug en ging bij haar kijken. Bleek naast de bak van één kilo, een bak te staan met variatie zakken van twee kilo. Tja, probeer je dan maar te bedwingen. Dus een grote twee kilo zak gekocht en Elsa de schuld gegeven, want ik ging toch echt voor twee repen.
Hierna besloten we toch echt terug te gaan. Zitten wij rustig op een bankje op het perron van de U-bahn te wachten en zien wij een metro het station binnen rijden. Tot dan aan toe nog niks aan de hand zou je zeggen. Totdat het signaal klonk dat de deuren gingen sluiten. Hoorden wij ineens vanaf de trappen van het station een keihard: "NEIN, NEIN, NEIN das kann doch nicht war sein!". Kwam daar een grote dikke Duitser zwaar emotioneel het perron oprennen. Ja, probeer dan je lach maar in te houden. Wat een vertoning was dat zeg.
De weg terug verliep weer vlot. Wij moesten nog wat boodschappen doen en dat deden wij dus. Wij waren best moe en voelden het goed in de benen, maar doordat niet alle supermarkten hadden wat wij wilden hebben, hebben wij drie winkels gezien. De Netto, de Aldi en de Rewe. Maar Elsa was blij, want wij hadden Berliner Kindl Weisse bier.
In ons huisje heb ik een best pittige macaroni gemaakt. Ik was uitgeschoten met de sambal. En natuurlijk namen wij bij het eten een biertje.
Hierna gingen wij weer uitgeteld op de bank hangen en plannen maken voor morgen. Dat wordt een lange reis. Naast mij hoor steeds het gemopper van Elsa die steeds niet weet hoe ze op de bank moet zitten, ze glijdt er steeds vanaf. Nu is de bank best glad. Ik moet er wel om lachen.
Morgen gaan wij naar Teufelsberg en het Olympisch stadion.
Geschreven door ElsSteef