Hello everybody!
Zoals al door Ryanne aangekondigd in de vorige blog hadden wij het geluk dat we een Full Moon Party bij konden wonen op het Thaise eiland Koh Phangan. Veertig jaar geleden ontstond dit feest als een eerbetoon van enkele hippies aan de volle maan. Tegenwoordig zitten de ferry's richting het eiland bomvol, zijn alle ho(s)tels al lang van te voren volgeboekt en is het in de avond een lange stoet van taxi's richting Haad Rin Beach. Wij hebben afgesproken met Stefan en Daniëlle, die we tijdens onze duikcursus hebben leren kennen. Het is om 21.00 uur nog rustig, dus wij zoeken eerst een bar op waar we genieten van de eerste biertjes en - erg belangrijk - gretig onszelf beschilderen met glow-in-the-dark bodypaint. Hoe meer kleuren hoe beter, blijkt als we twee uur later het strand betreden. Om en nabij de 20.000 feestbeesten zijn dit keer bij elkaar om de volle maan 'te eren', wat een prachtig beeld oplevert. De buckets (emmertjes) met alcohol vinden gretig aftrek en al voor middernacht liggen de eerste feestgangers laveloos op het strand, angstvallig dicht bij de zee. De zee dient enerzijds als groot urinoir voor de mannen, maar wordt anderzijds gebruikt voor een 'verfrissende' duik. DJ's zorgen voor een geweldige sfeer, maar er is meer... Er wordt touwtje gesprongen en door een hoepel gedoken. Klinkt een beetje oubollig, ware het niet dat het touw en de hoepel in brand staan en de waaghalzen door drank en drugs totaal niet lijken te weten wat ze doen, met zelfs brandwonden als gevolg. De tijd vliegt voorbij en voor we het weten zien we de zon alweer langzaam opkomen. Het strand is inmiddels een slagveld geworden, waar de overgebleven diehards letterlijk tussen de slapende (en daardoor vaak bestolen) festivalgangers door moeten slalommen. Wij stappen in een pick-up truck naar ons hotel aan de andere kant van het eiland en ploffen om 07.00 uur, als de zon weer volop schijnt, moe maar zeer voldaan op bed. We zijn een geweldige ervaring rijker, maar een reisdag armer. De dag later bestaat namelijk uit uitbrakken en bijkomen.
Waar veel backpackers deze regio's in Thailand alleen aandoen om te feesten, ontdekken wij ook een andere aantrekkelijke kant van Zuid-Thailand. Met de scooter rijden we over steile hellingen van meer dan 25%, terwijl we enkele keren badend in het zweet te voet aankomen op de mooiste uitzichtpunten over baaien of de eindeloze zee. We hebben echter geleerd dat we de zee het beste van dichtbij kunnen bekijken en dat is dan ook de reden dat we op Ryanne haar verjaardag direct gebruik zijn gaan maken van ons behaalde PADI duikcertificaat. Een verjaardag aan de andere kant van de wereld is al erg speciaal, maar een feestje vieren in de kleurrijke onderwaterwereld is iets dat we niet vaak meer op een verjaardag zullen doen. Het is ontzettend gaaf om te merken met hoeveel vertrouwen we ons nu onder water begeven. Onze Belgische duikinstructeur vond het zo speciaal dat we terug kwamen voor twee verjaardagsduiken dat hij ons zelf mee nam onder water voor twee sessies 'onderwatertherapie'! Een stevige Thaise massage en een heerlijk etentje maakten een bijzondere 24e verjaardag helemaal af.
Aangezien ons reisschema niet heel strak is hebben we de mogelijkheid om spontaan landen toe te voegen aan onze reis. Tijdens onze trekking in Nepal zijn we de Australische Matthew tegengekomen. Hij nodigde ons uit om langs te komen in Singapore waar hij werkt en woont met zijn gezin en dat soort uitnodigingen slaan wij natuurlijk niet af. Singapore is allesbehalve een bestemming voor backpackers. Het is één van de duurste steden ter wereld om te wonen en zo ook om als reiziger te bezoeken. Wat een cultuurshock als we het vliegtuig uit stappen. Het begint met een gigantisch hightech vliegveld, waarna we met de meest moderne metro de allerschoonste stations passeren. (Kauwgom wordt in dit land niet verkocht en eten in de metro levert direct een boete van €400,- op!). De stad kenmerkt zich verder door een gigantisch hoog arbeidsethos en de sky is hier de limit, letterlijk. Als we de metro uitstappen staan we namelijk in de schaduw van de vele wolkenkrabbers die hoog boven ons uit torenen. Auto's die langsrazen glanzen stuk voor stuk en het valt op wanneer het geen fonkelnieuwe Jaguar, Lexus, Mercedes of BMW betreft. De allergrootste bedrijven ter wereld hebben hier een kantoor en Singapore heeft, na Zwitserland, de best draaiende economie ter wereld. Veel culturele highlights lijkt de stad niet te hebben, maar dat is voor ons ook niet nodig. Wij vergapen ons aan de architectonische hoogstandjes, zoals het beroemde Marina Bay Sands hotel en de Gardens at the Bay. Ook bezoeken we de vele immense winkelcentra waar Armani, Prada en Louis Vuitton er een wedstrijd van maken om zoveel mogelijk winkels te openen. We komen leuke wijken zoals Chinatown, Little India en Arab Street tegen. In Little India is alles echter perfect georganiseerd in plaats van druk en chaotisch zoals in het echte India. In Arab Street doet de mooie moskee tegen een achtergrond van moderne wolkenkrabbers haast futuristisch aan. Daarnaast vind je in Singapore, in tegenstelling tot de rest van Azië, geen enkele straatverkoper. Om het overzicht te bewaren en de kwaliteit te kunnen controleren, heeft de overheid besloten speciale foodcentra in te richten waar allemaal kraampjes met streetfood staan. Waar je overal in Zuidoost-Azië grote families of luidsprekende mensen tegenkomt is het in Singapore een oase van rust en. Samen naar het werk reizen is er niet bij en negen van de tien mensen speelt op z'n mobiel zonder om zich heen te kijken. Het voelt af en toe alsof we in een stad van de toekomst zijn, waar alleen maar robots leven, al moet wel gezegd worden dat de mensen allemaal extreem behulpzaam zijn. Zelfs het weer is hier apart. Omdat de stad zo goed als op de evenaar ligt schommelt de temperatuur altijd tussen de 28 en 33 graden. De enige vraag is iedere dag of het warm is met regen of warm is zonder regen.
In deze dure stad was het fijn om Matthew's huis als thuisbasis te hebben. Onze kleren werden gewassen én gestreken door de inwonende huishoudster, terwijl we elke dag met een stevig ontbijt op de stad gingen verkennen. Waar wij 's avonds normaal gesproken op zoek gaan naar een restaurant met een vriendelijke prijs konden we nu genieten van Australische steak met een goed glas wijn. Het pakket Thaise whisky dat wij voor Matthew hadden meegenomen werd gelukkig bestempeld als 'drinkable' (drinkbaar), maar we moesten toch ook eens proeven van de verzameling whisky's die hij had staan. Ik overdrijf niet als ik zeg dat deze net wat beter waren dan wat wij hadden meegenomen. Sporten is erg populair onder de inwoners van Singapore en daarom is Matthew lid van de in 1852 door Engelsen opgerichte 'Singapore Cricket Club' waar de businessmensen na het werk komen sporten om vervolgens te genieten van een hapje en een drankje. Ook wij werden, na een dag de toerist uithangen in de stad, door Matthew gevraagd om naar de 'club' te komen. In de lobby van het statige gebouw met een authentieke Engelse aankleding werden wij vreemd aangestaard en gevraagd wat we kwamen doen. Met onze korte broeken, olifantenshirt en sneakers aan antwoordden wij dat we een vriend zouden treffen. Argwanend werden we naar een hoek van de lobby verwezen. Toen Matthew ons kwam ophalen gingen echter alle deuren van de club wagenwijd open. Bleek dat hij in het bestuur zat en werkelijk iedereen kende. Op het dakterras midden tussen de hoge wolkenkrabbers en dure hotels genoten wij van een avond die wij als backpackers niet snel meer zullen meemaken. Na zes geweldige dagen namen we afscheid van het fascinerende Singapore en de familie Parsons die ons, ondanks hun drukke agenda, ontzettend hartelijk ontvingen.
Nu op naar alweer onze volgende bestemming: Indonesië!
Veel liefs van ons
Geschreven door Glorydays