Vijftig tinten groen

Maleisië, Tanah Rata

Als ik vanmorgen uit het raam kijk, zie ik eigenlijk pas waar ik ben beland: Tanah Rata in de Cameron Highlands. Een bergdorp met Britse vakwerkhuizen, marktkraampjes, parken, cafés en restaurants. Op z'n Maleisisch dan. Tel daar dus ook heel veel elektriciteitsdraden, lampjes, een net-niet klokkentoren die het centrum moet markeren, auto's en vrachtwagens bij op.

O ja, en een oude Jeep. Hiermee word ik rond 8.15u opgehaald. Snel schoenen aan, want in mijn guesthouse mag je die binnen niet dragen. Dat betekent ook dat het er brandschoon is, heerlijk. Ik ben de eerste en mag voorin zitten. Vind ik helemaal niet vervelend.
Onderweg pikken we een vriendengroep van Portugese artsen op die hier samen rondreizen. Blijft grappig hoe ik door kennis van Spaans ook hun taal redelijk goed kan verstaan. Daarbij ken ik een heel arsenaal aan Portugese scheldwoorden met dank aan diverse Brazilianen haha. Als ze door hebben hoeveel ik snap en er grapjes om kan maken, word ik direct door hen geadopteerd. Heel hartelijk, in plaats van de hele dag die ene afwijkende Nederlandse in de groep te zijn.
De Jeep waarin we zitten heet Defender, maar of deze ons werkelijk gaat beschermen? Met horten en stoten, gepuf en gekraak baant hij zich een weg het stadje uit en de bergen in. Tegen het plafond bij elke hobbel en toeteren bij elke bocht, want geen idee wat erachter vandaan komt en de wegen zijn maar smal. En stijl.

Eerste stop: het mosbos. Eigenlijk Mossy Forrest, maar mosbos bekt lekkerder. In dit microklimaat groeien meer dan 60 soorten mos, die onze gids ons het liefst allemaal individueel aanwijst. Elke keer spot hij enthousiast weer een ander type en worden we er allemaal bij geroepen om te komen kijken.
Dat mosbos kun je vrij letterlijk nemen, want vrijwel alles hier is bedekt met mos: de grond, de boomstammen en takken, maar bijvoorbeeld ook het hekwerk. De bosvloer van de heuvel waarover we een wandeling maken heeft er een bijzondere vering door en maakt dat je er uren blessurevrij door zou kunnen lopen, mits je goed oplet waar je je voeten plaatst natuurlijk.
Er groeien diverse bloemen, zoals orchideeën, maar ook vleesetende planten, waarvan de kelken 'monkey cups' genoemd worden. Apenbekers, omdat het wildlife die gebruikt voor drinkwater. Over een maand, als het regenseizoen echt is losgebarsten, staat de hele helling in bloei, wordt ons verteld.
Het uitzichtspunt dat bij aankomst nog volledig in wolken gehuld was, is bij terugkomst van de wandeling open getrokken. Een groen gelukje!

Volgende stop zijn de theeplantages waar we al toeterend doorheen rijden, om eventuele tegenliggers over onze komst te waarschuwen. De hele omgeving bestaat uit een soort wolkjes van groen tegen de hellingen. Echt mooi, al die gelaagde plateaus.
We worden afgezet bij de Boh theeplantage, die een observatieplatform heeft met uitzicht, een café met allerlei soorten thee en taart, een souvenirshop en een fabriek. Of eigenlijk meer een fabriekje, want meer dan anderhalve gymzaal is het niet groot. Onvoorstelbaar hoe hier de theeblaadjes van al die hellingen doorheen gaan om gedroogd, gefermenteerd, verhit, gesorteerd en verpakt te worden om vervolgens over de hele wereld terecht te komen.
Ik proef de matcha latte die als sample klaar staat (want groen, duh) en probeer een ijsje met zwarte theesmaak. Je moet ergens mee ontbijten toch? Smaakt prima.

Onderweg naar de vlindertuin stoppen we bij een uitzichtpunt over de theevelden voor nog wat uitleg en foto's. Dezelfde planten leveren al bijna 100 jaar theeblaadjes. Voorheen met de hand geplukt, inmiddels machinaal.
De vlindertuin blijkt welhaast een kinderboerderij, met inderdaad veel vlinders - je gaat er soms bijna op staan als je niet goed oplet - maar ook allerlei bijzondere insecten en reptielen, schapen, lama's en wat hier toch een vrij verdwaalde kangoeroe moet zijn? Te kleine hokken en te warm. Daar ben ik geen fan van. Zielig. De bloemen zijn wel prachtig, zoals de hibiscus, de nationale bloem, in allerlei soorten en kleuren.

Volgende stop is een aardbeienboerderij, want naast thee leent dit bergklimaat zich uitstekend voor het telen van fruit en groente. Aardbeien van Hollandse plantjes bij voorkeur. Omdat de Cameron Highlands streek geen seizoenen kent, groeien ze het hele jaar door en maakt het de regio ook populair bij Maleisiërs zelf. Er gaan dozen vol de laadruimen van auto's, vrachtwagens en bussen in.
Hierna worden we afgezet bij een lokale markt, waar al die lokaal verbouwde groente en fruit uitgestald liggen. Fabio, een van de Portugezen koopt een doos aardbeien en deelt de inhoud. Ze smaken inderdaad zoals thuis. Zoet en gezond. Lekker.

Het tempo ligt hoog vanmorgen, iets te hoog naar mijn zin en het is de reden waarom ik niet per se fan ben van zulke tourtjes. Iets te veel hup hup en iets te weinig passie. Soms heb ik het ermee te doen, want dit gebied is te groot om te voet te verkennen en de Grabs liggen hier ook niet voor het oprapen. Iets met eieren (of thee of aardbeien) voor m'n geld kiezen in zo'n geval.

Na de lunch bij een Chinees restaurant begint het helaas te regenen. We bezoeken nog een grote boeddhistische tempel, waar schoolkinderen op het binnenplein bezig zijn met een ingewikkeld spel met touwen. Ze moeten die met z'n allen zo spannen dat er in het midden een balletje op kan rusten. Ieder touw heeft een functie. En het lukt! Teamwork.
Onze gids voor de dag laat ons ten slotte de lokale katholieke kerk zien, want met zo'n groep Portugezen is dat voor de balans wel nodig natuurlijk.
Tegen drieën ben ik terug bij m'n guesthouse. De dokters laten zich afzetten bij de Starbucks in het dorp, want de enige plek met goede espresso? Kan ik me bijna niet voorstellen.
In vogelvlucht heb ik een indruk gekregen van het gebied en die indruk is groen en divers. Fijn dat ik hier naartoe ben gegaan in plaats van in de regen op Langkawi te blijven.

Dan heb ik nog een halve middag over en hoe kan ik die Britse sferen van weleer beter tot me nemen dan met een afternoon tea in een Brits landhuis? Bij The Smokehouse, een chic hotel in een oud Brits vakwerkhuis aan de tegenovergestelde kant van het stadje, schijnt het te kunnen. Driekwartier lopen en het is al tegen half 5. Toch maar proberen.
Onderweg denk ik: als het echt over the top fancy is, doe ik gewoon 'een Nynke' en vraag ik of ik alleen een kopje thee mag drinken. Hoe moeilijk kan het zijn?
Eenmaal bij het hek bekijkt de kritische bewaker me van top tot teen en vraagt hij me of ik gast in het hotel ben. "Nee, ik wilde graag een kopje thee drinken op deze prachtige en historische plek. Ik heb er veel over gehoord." In de hoop dat hij gevoelig is voor wat vleierij. Helaas, hij is streng en vindt me echt te laat: "Ma'am, het is al 5 uur geweest. Theetijd is voorbij. Ze gaan de ruimtes nu klaar maken voor het diner. Morgen vanaf 1 uur kunt u terugkomen." En hij wil me rechtsomkeert sturen.
Ho, wacht even, dat vind ik natuurlijk geen goed plan en met stalen gezicht klets ik mezelf naar binnen onder het mom van dat ik dan graag de dinerkaart wil bekijken en beter meteen een reservering kan maken voor morgen, zodat ik dan wel op tijd ben. Voor de gedachte aan zulke ordelijkheid en goede voorbereiding is hij gevoelig en ik mag doorlopen.
Eenmaal binnen stel ik me nederig op tegen de dames in de lobby en geef ik aan dat ik weet dat het al laat is, maar of het misschien toch niet mogelijk is wellicht nog een klein kopje thee te drinken...? "Geen probleem ma'am, loopt u maar mee." En ik mag een chique meneer volgen die me welhaast opgewacht lijkt te hebben. Ha, zo makkelijk kan het dus!
Zo zit ik uiteindelijk nog geen tien minuten later in de serre van The Smokehouse tussen allerlei antieke Britse snuisterijen met een zacht briesje door de ramen en een kalm pianomuziekje door de speakers dat in Medisch Centrum West prima tot zijn recht zou zijn gekomen te genieten van een Devonshire Cream Tea. Dat betekent een pot met losse thee en een zeefje in een kommetje, een kop en schotel, een kannetje melk, een potje suiker, niet één maar zelfs twee scones, geklopte boter, verse slagroom en de lekkerste huisgemaakte aardbeienjam die je ooit in je leven geproefd hebt. En ik houd niet eens van aardbeienjam!
En ja, de nog enige andere gasten stappen niet lang daarna op en ik word wat weggekeken door de jongere personeelsleden, die dat overigens glashard ontkennen als ik ze maar eens op de man af vraag of ik hun schema nu erg in de war gooi, en de ogen van de bewaker verdubbelen zo ongeveer in grootte als hij me door het raam ziet zitten... Tikkie ongemakkelijk wellicht, maar dit had ik toch niet willen missen!

Geschreven door

Al 5 reacties bij dit reisverslag

Prikkelende titel, mooie foto's, ondeugende move om een kopje thee te bemachtigen. Dat geeft een voldaan gevoel en zal maken dat de thee op de voorhand, al voor het proeven, lekker smaakt. Ik mis het sneue gezicht van de bewaker op een foto. En leuk dat je meer dan alleen Engels spreekt en verstaat, handig. Liefs, pap.

pap 2024-11-11 18:51:33

Mooi beschreven weer en prachtige foto's zeg!

Ilse 2024-11-11 19:03:50

Wow, het mossy forrest. Daar heb ik zo genoten van al die heerlijke groentinten. Volgens mij hadden wij geen uitzicht, maar hing alles de hele tijd in die vochtige mist. Dat had ook absoluut sfeer, spooky.

Louise 2024-11-11 19:25:54

Kan me voorstellen dat die aardbeien smaakten. Wat een beauties !! 🍓🍓🍓

Mama 2024-11-11 20:37:21

super leuk om te lezen weer! leuk nog wat verhaal tegoed te hebben🙂

marjolein 2024-11-13 18:22:13
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.