(Disclaimer: heb wat verbouwd in stukje van gisteren en vandaag om het voor mezelf logisch te houden. Je leest iets opnieuw. Ik zal ongetwijfeld ook nog foto's aanpassen. Simpelweg omdat ik nu niet op alles van m'n camera kan en die batterij wil sparen.)
Twee dagen volledig opgaan in al het wildlife dat in deze omgeving van Sabah, Borneo te vinden is. Dit is genieten!
Van zaterdagmiddag tot en met maandagochtend bevind ik mij in en rond de Hornbill Lodge aan de Kinabatanganrivier, een prachtige plek in de bocht van de rivier omringd door oerwoud. In dat tijdsbestek gaan we met een bootje 5 keer de rivier op en maken we 2 wandelingen, van vroeg in de ochtend tot laat op de avond, om wilde dieren te spotten en te genieten van al het moois dat de jungle te bieden heeft.
Ik zit in een geweldig leuk groepje met Georgie (Nieuw-Zeeland), Bente en Wouter (Nederland), Nicky en Chris (honeymooners) en Hattie en Tom (twee stellen uit de UK). We hebben het echt getroffen en versterken elkaar. De een is een kei in dieren spotten rond het water, de ander houdt op een lijstje de namen bij van alle dieren die we zien. De een is voorbereid met een goede zaklamp en verrekijker, de ander heeft een betere telefoon voor foto's in het donker. Ik ben de enige met een goede camera inclusief zoomlens, waar de rest dus dankbaar gebruik van maakt. Nog best een uitdaging trouwens, op een deinend bootje een bewegend dier op beeld krijgen.
Het is een paar dagen gewoon zo gezellig. We wisselen reisverhalen uit. De maaltijden zijn heerlijk, beste tot nu toe. Eindelijk substantiële porties groente en fruit, halleluja! Ik mis m'n wortels best wel haha. Voor de middagsessie op het water is er een snack: gebakken banaan of een pandan geleitje (gifgroen, beetje smaakloos). We drinken de volledige voorraad tonic op, want bitter zweet schijnt je minder lekker te maken voor de insecten. Daarnaast spuiten en smeren we weelderig met alles dat antimug is, door Wouter treffend 'eau de mosquito' genoemd.
Onze altijd kletsende, maar ook kundige gids van Turtle Island Junaidi - we mogen hem June noemen, ook al is hij in februari jarig - is nog steeds van de partij en we krijgen er een geweldige bootman en wildlife-kenner genaamd Adam bij.
Er gaan meerdere boten het water op, maar ons clubje is telkens als laatste terug. Samen hebben ze er ook plezier in om ons zoveel mogelijk te vertellen en te laten zien. Heerlijk als mensen zoveel lol in hun werk hebben en dat willen delen.
In mijn hoofd hoor ik nog steeds het monotone gezoem van de dieselmotor. En in mijn lijf klotsen de golven nog uren na.
Ik zal jullie de eindeloze lijst met gespotte dieren besparen, maar een paar kan ik jullie er toch niet onthouden.
De aapjes zijn in de vroege ochtend en namiddag actief langs de waterkant. Ze springen en spelen en eten en vlooien elkaar. Vooral de neusapen (de naam zegt het al) hebben zulke leuke snoetjes.
We zien de natuurlijke en aangelegde lijnen waarlangs de apen de rivier oversteken, zonder direct gevaar om op het menu van een krokodil te eindigen. Maar ook de bomen zelf worden goed gebruikt om aan de andere kant van het water te komen. We zien ze gewoon springen en vliegen. Apen zijn echt behendig.
Kers op de taart is de orang-oetan in het wild die wij in de ochtendmist hoog in een boom zien. Dit vrouwtje scharrelt daar haar ontbijt bij elkaar, maar heeft al snel door dat wij in de buurt zijn. Zodra er een tweede boot bij komt, laat ze zich in het struikgewas zakken om haar dag ongezien te vervolgen.
In het water varen we een tijdje naast een flinke krokodil. Die weet heel goed dat wij er zijn, maar blijft onverstoorbaar meters maken al krachtig zwiepend met zijn staart. In de avondcruise zien we de ogen van zijn kleine soortgenoten oplichten in het gras langs de waterkant.
Ook komen we een inmiddels overleden python tegen midden op de rivier. De boomstam die over hem heen ligt heeft een goede indruk van zijn formaat. Oké, helder, handen binnenboord houden.
Vogels in alle mogelijke kleuren en groottes komen voorbij. Hoe de mannen die toch spotten tussen alle bladeren? Echt knap.
De neushoornvogels (hornbills) met kenmerkende snavels zijn favoriet. Je hoort ze vaak, maar ziet ze lang niet altijd. De 'gewone neushoornvogel' met juist de meest bijzondere kleurrijke snavel zien we alleen in de avondcruise en te hoog in de boom voor een goede foto helaas. Dan maar gluren door een verrekijker.
We zien ook verrassend veel ijsvogels, allemaal verschillende soorten. Onverstoorbaar op hun dunne takjes langs de waterkant en in het bos.
De eerste avond maken we een wandeling door de jungle. Lange broeken, lange mouwen, want naast de muggen barst het hier van de bloedzuigers. Dat wil je niet...
Daarnaast krijgen we stuk voor stuk kaplaarzen aan, want we mogen door een fijn stuk modder ploegen. Die zuigt zich meteen vast aan onze voeten en het kost moeite om balans te houden. Gelukkig zit het met mijn reactievermogen wel goed als ik vliegensvlug Bente aan haar regenjas overeind trek, als ze haar evenwicht dreigt te verliezen en bijna met haar handen en gezicht volop voorover in de modder belandt. Híerrr blijven jij! We worden er een beetje lacherig van.
Aan het einde van de tocht zit er een plompe loris (wat een leuke naam) op de elektriciteitspaal vlakbij de lodge. We zien hem langzaam van de ene kant naar de andere kant kruipen. Geen luiaard, maar lijkt er wel een beetje op. Deze kan ook sneller, zoals hij met zijn eindsprint laat zien.
De hele wandeling banen we ons voorzichtig met zaklampen een weg door het oerwoud. June volgt op zo'n 20 meter, voor het geval we gevolgd worden. Pardon, gevolgd? Door wie? Of liever gezegd, door wat? Een civetkat blijkbaar. Of andere roofdieren. Eh ja, gezellig. Doen we nog eens.
Ook bij de wandeling overdag naar een uitkijktoren weet Adam ons te vertellen - sterker nog, hij laat ons de videobeelden zien - dat hij en zijn groepje een paar weken daarvoor op hetzelfde pad werden achtervolgd door een mannetjesorang-oetan. Door hun lange armen kunnen ze in bomen slingeren als de beste, maar zijn ze op de grond gelukkig niet zo heel snel. Pas toen de aap gestoken werd door een bij, staakte hij zijn sprint. Toch een hele belevenis en het bewijst maar weer, hoe afgelegen dat oerwoud ook ligt, hier ben je nooit alleen.
Meerdere cruises wordt er gezocht naar de Borneodwergolifant, die alleen hier ter wereld zijn leefgebied heeft. In de ochtend zien we al voetstappen in de rivierbedding, maar hoe hard Adam ook probeert en hoe vaak we ook moeten duiken om de bladeren van overhangende bomen te ontwijken terwijl we verder en verder de rivier op varen, geen succes.
Zondagmiddag zijn hij en June op een missie, lijkt het wel. Er gaat een extra jerrycan brandstof mee de boot op. Die olifanten gaan ze niet zomaar opgeven.
Het is bijzonder te zien hoe alle gidsen onderling signalen hebben om elkaar op afstand door te geven welke dieren er bij hun boot zitten. Wapperende handen langs de oren betekent bijvoorbeeld olifanten. Zo helpen ze elkaar en ons al het moois te zien.
Het is de bedoeling dat de 4 boten van River Junkie, waarmee wij varen, die middag bij elkaar blijven, maar ergens gaat het convooi door midden. Misschien is dat wel ons geluk. Als we bijna denken dat de terugweg ingezet gaat worden, is een aantal kapiteins, waaronder Adam, driftig met elkaar in overleg. Als we nou eens...? Nee, dat kan niet... Maar straks dan...? Wij snappen er weinig van.
Uiteindelijk horen we dat er olifanten in de buurt gezien zijn. Die staan echter op een akker van een palmolieplantage en daar mogen we niet komen. We moeten wachten totdat de landeigenaar vertrokken is en nemen dan een onorthodoxe route via een uiterst smal zijriviertje. De boot parkeren we langs de rand van een voorliggende akker.
We moeten een eindje verderop zijn en lopen tussen de olifantendrollen door. Dat belooft wat. Nog een stukje wandelen en dan... daar staat'ie! Ik spring bijna een gat in de lucht, maar we moeten ons natuurlijk rustig houden. Zo'n 50 meter van ons verwijderd staat een heuse dwergolifant. Maar wacht eens even, er zijn er meer! Misschien wel vijf of zes olifanten staan op een braakliggende akker van de verse scheuten van nieuwe palmbomen te smikkelen. Ze zijn prachtig en lopen rustig wat heen en weer tussen de bomen. Wat een mooie dieren.
Adam laat ons rustig kijken, weer zijn we het laatste groepje, maar dan moeten we toch echt terug. De schemering zet in en zo dicht bij de evenaar wordt het beresnel donker. Ook de arbeiders willen graag naar huis en zij moeten langs die olifanten. Ze staan te wachten totdat wij gaan en maken nog snel een selfie met al die rare blanke hoofden. Allemaal blij. Met zicht op een mooie regenboog lopen we dolgelukkig en uitgelaten weer naar de boot.
We wisten dat we geluksvogels waren inmiddels, maar zulke grote? Er moeten die middag wel meer dan 15 boten op de rivier gevaren hebben en uiteindelijk waren precies wij waar we moesten zijn.
De Borneo Big Five, we hebben ze allemaal gezien, in het wild: de orang-oetan, de neusaap, de zeekrokodil, de dwergolifant en de gewone neushoornvogel. Voeg daar de schildpad van Turtle Island aan toe en Junaidi heeft het zelfs over de Big Six.
Eenmaal terug op de hoofdrivier wordt het tempo er goed ingezet en worden wij getrakteerd op een restje zonsondergang - eindelijk, want meestal regent het hier rond deze tijd - dat kon er ook nog wel bij. Verder worden we gesommeerd onze mond te houden over de olifanten, omdat twee andere groepen in de lodge ze niet gezien hebben en we daar eigenlijk helemaal niet mochten komen.
De tweede boot in ons miniconvooi blijkt geen verlichting te hebben en in het donker wordt met laserpennen de weg gewezen. Die gebruiken ze normaal om dieren aan te wijzen. En hoewel ze allemaal de rivier vast op hun duimpje kennen, drijven er ook enorme boomstammen in die je toch liever niet raakt. Hulp is dus welkom. Vlakbij de aanlegplaats komt de tweede boot zonder benzine te zitten. Ook dat nog. Wij worden afgezet en Adam gaat hen helpen. Die man is goud waard en verdient een dikke fooi straks.
Geschreven door Karianne