We zitten over de helft van de reis en vraag me niet wat heb je allemaal gezien. Er zit een mozaïek aan beelden in mijn hoofd die op maar dan armlengte me word voorgehouden. Ik raak met mijn vingers er net niet aan om het blad dichter te krijgen. Af en toe lost een pagina en valt op de grond. Die raap ik op en bekijk in detail wat er op staat. Hoe langer ik kijk hoe meer prenten lossen vallen. Ik moet even wegkijken of ze vallen tegelijk en ligt het mozaïek op de grond waar het weer een nieuwe vormt, in een andere volgorde. Bij elke lange stop op de reis herhaalt dit scenario zich.het verveelt nooit
Het is vroeg in de morgen als ik wakker wordt. Ik heb de wekker afgezet, voor hij zijn werk moest doen. Paul ligt nog te slapen en ok laat hem liggen, hij had een lastige avond en nacht, elke minuut van slaap zal hem goed doen.
Zonder het licht aan te doen, douche ik me en kleed ik me aan.ik bekijk de berichten van thuis en van de wereld. Zij draait zonder besef dat ik in Indonesië zit. En zo is het ook goed. Ik ben geen nieuws, laat staan wereldnieuws. Ik lees de korte berichten van thuis en de familie. Ik doe mijn duitje in het familiezakje en feliciteer wie aan de beurt kom of wie extra verdiend geluk gewenst te worden.
Rijst en rijstvelden omringen ons hotel. De stadia en de wijze waarop de teelt behandeld en groeit kaapt heel wat interesse weg. Het is een cyclus die een hoog impactgehalte heeft bij de bevolking en de maatschappij.
Zo stel ik me soms de vraag hoe de vroege medemens op het idee komt om de rijst te gebruiken. De condities moeten toch wel heel toevallig in de juiste plaats zijn en oorzaak en gevolg moeten hen duidelijk zijn. Gisteren had ik de gedroogde rijst in mijn hand, rond de korrel zit nog een vlies dat hardnekkig vast zit aan de rijstkorrel. Een hard ,vaal wit ,ovaal vormig product, been hard. Hier kan je niet op bijten. (Waarschijnlijk wel ), hoe kom je er bij om dit te koken, hoe kom je erbij om dit kruid te herkennen in haar stadium voor de oogst en het bij elkaar te zetten om je inspanning een hogere succesratio te geven . Ik spreek dan nog niet aan velden, terrassen, verwatering, het rijpingsproces van de plant, hoe ver deze uit elkaar moet staan enz.
Ik geloof in learning by observation and try and error. Het proces van het denken. Ongetwijfeld de basis van het bewust.
Goede morgen wereld, het is nu zeven uur dertig, mijn compagnon ontwaakt, en ziet er beter uit dan gisteren avond. De nacht en uren hebben hem deugd gedaan. Ik voel me opgelucht, in tegenstelling tot de kamer.
Ik eet alleen en het smaakt uitstekend. Dit is een zeer mooi hotel. De kunst die hier hangt grijpt terug naar het leven van de Toraja. Subtiel en soms nadrukkelijk.
Ik trek vanavond nog wel wat stukken.
Paul is ondertussen beneden en stelt me voor aan Ciska, onze nieuwe gids. Weerom een vriendelijk dame.
Eerste stop, begrafenis.
Ik kom woorden te kort om te beschrijven wat ik nu meemaak.
Gehoor, zicht en reuk worden niet op proef gesteld alleen bijgesteld, verscherpt, wat ikq dacht dat verloren te hebben. Ik voel me zoals die stadse jongen van 12 - 13 jaar in Brecht, toen een ⅞45, waarom onze familie een hoeve huurden om aan de stadsdrukte te ontsnappen. Het was mijn paradijsje om te ontdekken , natuur en buiten leven. Ik kon me daar uitleven en groeien denk ik, alhoewel ik altijd kind ben gebleven.
Deze reis, deze begrafenis en alle voorgaande belevenissen zijn een geschenk voor me, niet dat het me belast of tot diepere gevoelens of gedachten dwingt. Het scherpt aan en overlaad me in haar hoeveelheid, de diepte is altijd mij deel geweest.
Deze begrafenis is voor een heel begoede familie, dit is niet een gewone begrafenis. Dit kost een fortuin, zelfs omgerekend in euro's.
Bij de start heeft Ciska me een zwarte Sarung aangedaan. Ik denk dat ik er mooi in sta, want iedereen kijkt naar me en dat ben ik niet gewoon 😁.
Veel Kerbau( buffels) hier, nu nog levend en wel.
Een Tau-tau staat op de kleine middenplaats, omringd door Kerbau, mensen en Lumbung ( traditioneel huis). Onderaan, ik vertelde je van verdiep eerder, zitten genodigden, ttz zij die hier zijn. Met nodige niet uit, men komt gewoon. De Kerbau worden getoond aan de omstaanders, en als ik het goed begrijp kan hier een bod op gedaan worden. Het zijn flinke beesten, dikke poten en een fik, opgespannen lijf. Op de kop gevaarlijk uitziende hoorns en verder zoals je al kon zien een touw door de neus. Of dit pijnlijk is weet ik niet , het enige waaraan ik denk is zalf in de neus. Het zegt genoeg waaraan ik denk.
Een toespreekt tot de aanwezigen vertelt wie de overledene was en wat zijn status is in de gemeenschap.
Een Tau-tau staat in het midden en zit in een draagstoel, hij kijkt uit op de omstaanders. Verder staan lange dunne bamboo stokken als teken van het aantal buffels die worden geofferd. Een vrouw treed op het podium en zegt een Christelijk gebed , protestants geloof, het zit hier ook diep in.
Een volledige stilte daalt neer en is het eerste en enige moment van openlijke ingetogenheid die ik tot hiertoe heb opgemerkt. Dit is bijgevoegd volgens mij en is de nalatenschap en het huidige Christelijke beleving. Na het gebed worden de dieren weggebracht naar een plaats verderop. Een stoet vormt zich, vooraan een gong, gedragen door twee man, de achterste slaat hierop, zonder ritmisch te zijn. De Kerbau volgen voorafgegaan elk door hun begeleider die hen in het gareel houden, zonder gareel, maar door zoiets als een muilpeer te gebruiken maar dan voor de neus. Laat ik dat vanaf nu een Neusmeer noemen. Meestal is dit een stok met een lus aan, de lus gaat door de neus van het dier. Zo stuurt hij het zware beest in goede banen, alhoewel ik denk dat dit steeds zal lukken .
Hierna volgen mannen met de bamboo- stokken , daarna de draagstoel met Tau-tau erin. Hij wordt gedragen op Bamboo stokken die kruidkings de draagstoel vatten. Voldoende jonge mannen dragen alles op hun schouders . Daarna volgen de omstaanders,
Ze dalen af naar de plaats van feestelijkheden. Ik leg alles vast op mijn harde schijf en op het kaartje in mijn toestel. Ik vertrouw gelukkig op mijn toestel.
Ik stap op eigen tempo naar ginder en bepaal zo hoe snel mijn entourage beneden geraak.
Beneden aangekomen, zie ik stalletjes met koopwaar en prullaria. Kleding, meestal zwart kan er gekocht worden.
Rechts van me een omheind veld van circa 40 bij 40 meter. Bamboo overal, en vooral stevig. Twee opgaande poorten maken hiervan een arena waar later stiergevechten plaatshebben.
Ik stap verder achter Paul en de gids. Verder door een pleinvormige veld met constructies in bamboo, waar vakken met zitplaatsen zijn gemaakt. Ze zijn genummerd. Centraal staat een Lumbung waarin later het lichaam zal rusten tijdens de festiviteiten.een hellende gesjorde loop"brug" is aangebracht, hierover zal de gedragen kist naar boven worden gebracht. Je moet wel een evenwichtskunstenaar zijn om dit te kunnen.
Er is zitplaats voor iedereen. In de Ondok (denk ik ) .Men kent zijn plaats of stand of afkomst, in de stad is dit minder zichtbaar. Het valt me nu op dat je dit nu wel ziet. Er wordt niet gewezen, ik denk dat de status hier erg diep zit.
Het wordt wel verteerd. We beklimmen een aantal treden, ontdoen onze voeten van onze schoenen . Ik zet me neer, ik bedenk later wel hoe ik terug recht kom, gelukkig zijn Marthen, niet Martin( zucht ), en Pa'Mery mijn helpers in geval van nood. Mijn Back-up ploeg voor het leven, althans dit hier. Er wordt mij versnapering aangeboden maar neem enkel koffie aan. Ik ben beducht voor buitenlands voedsel.
Na enige tijd staan we op, ik doe mijn schoenen terug aan en loop het plein op. Ciska stelt ons voor aan een vrouw die enige zitbanken verder haar roept. Het blijkt haar oudere zus te zijn. Weer een uitnodiging , via Ciska vraagt ze of we de tafel willen delen, ik denk aan Paul maar die antwoordt al dat hij liever niet eet gezien de afgelopen nacht. Ik voel me verplicht, en kan niet ontkomen aan de uitnodiging. Ik beklim de treden en doe weer mijn schoenen uit. Ik zet me op de meest ongracieuze wijze op mijn poep. Ik ben 200 jaar en rond mij zitten mannen, maar vooral vrouwen, als rubberen figuren op het tapijt. Hoe ga ik hier seffens recht geraken, dat is mijn enige gedachte. Ik fotografeer eten en eetgerei, vraag toelichting op de spijzen en hun ingrediënten. Ik eet rijst, vis en vis. Het smaakt me maar blijf voorzichtig. Ik waag me niet om de opgerolde koker van bladeren te openen en te nuttigen. Hierin zit gekookte rijst, zeer plakkerige, in het blad gekookt.
Ik beëindig mijn maal en neem afscheid van mijn disgenoten. Verbazend snel k ik recht, onder stil applaus van mezelf. Ik meer fierheid dan kracht in mijn benen. Je ziet maar wat de geest kan.
We verlaten het pleingebeuren en gaan naar de arena die inmiddels bekeken wordt door een menigte. Er is een hoop mensen aanwezig, dat realiseer ik me. Buffels zijn aanwezig worden moet dan nodig in bedwang gehouden. Ik volg mijn voorgangers naar een zitplaats. Mijn dijen houden het wel vol. Ik ontdoe mijn schoeisel en neem plaats.
Een eerste gevecht begint. Maak je hiervan geen voorstelling , het is niks. Een klets op de poep van de stier om hem aan te zetten tot gevecht levert alleen maar wat geduw voort. Het tweede gevecht was nog Lauwer en het derde bracht wat leven in de brouwerij. Ook dat laatste was niet echt een gevecht, maar er was wel een winnaar. Mijn batterij van mijn toestel laat het afweten en ik heb mijn tweede in de auto laten liggen. Ik kan me wel voor de kop stoten, maar het is nu zo.
Ik pak het toestel van Paul en neem een foto van de brokers die hier weddenschappen aannemen.dit gaat snel. Geld vliegt links en rechts.
Willy Nelson kon het niet beter verwoorden.
.....
And I can't wait to get on the road again
On the road again
Goin' places that I've never been
Seein' things that I may never see again
And I can't wait to get on the road again
On the road again
Like a band of gypsies we go down the highway
We're the best of friends.....
We komen aan op de begraafplaats Lemo Ke'te'Kesu een oprijlaan komt uit op een plaats/Olen waar links en rechts Lumbung staan. Toeristisch hier, maar authentiek. We trekken tussen de gebouwen naar de begraafplaats die de grote aantrekkingspook is, rechts voor de steile trap staat een nieuwe graftombe, de man is nog erg jong. Ik fotografeer het luik omdat de tekening me aanspreekt. Een spiraal zoals een Ammoniet die uitloopt op een kop van Kerbau.
Ik stap verder en waag de trap die rechts naar boven loopt. Een balustrade zal me wel helpen en Pa'Mery loopt naast me. Ik blijk regelmatig staan en trek een hoop foto's van wat ik zie, kisten, oud en gekerfd door de tijd, ze hangen staan en liggen opgestapeld, schuin, op elkaar of in rijen naast elkaar. Hier worden de doden geëerd, en ze blijven ook leven. Een eigenaardige zinsspeling die toch zegt wat het is. 10 jaar op Middelheim, dat is de troost die ik mocht voelen na het overlijden van mijn moeder, 10 jaar kreeg ik ook voor mijn vader , dan vond met het welletjes. Nooit nog zal ik samen liggen met wie me op de wereld bracht. De trap slingert zich naar boven, ik slinger mee. Bij de trap zie je dit, bij mij zal je een versnelde opname nodig hebben en geen kleine. Kisten, met schedels er in en kisten met meerdere schedels erop, als zijn het Tomado rekjes aan de muur. Men maakt het hier een alledaags gebruik, en het went.
Terug naar beneden, terug naar de wagen, komaan Willy we zijn er nog niet.
We houden halt te Lemo . Stappen via een pad naar een kleine begraafplaats, waar helemaal boven men bezig is met uitklappen van graftombe. Dit willen we met eigen ogen zien. Het is heel hoog, een trap in beton brengt ons ver. Het laatste stuk is uitgekapt in de rotsen en vergt handen en voetenwerk. Ik geraak niet moe en trek als eerste naar boven, Pa'Mery is er niet gerust in, ik wel, ik moet dit zien, ik ben al zover, dit laat ik niet ontglippen. Met het gemak van Bahamontes ben ik er. Nu nog over een piramide van steenafval, rotsschilfers die uit de open rotswonde komen bereik ik de werkplek. Groots en handenwerk. 5 maanden aan één stuk door kappen, daar voor klim ik deze berg moed op. De moeite alweer. Ik fotografeer en inspecteer de Rechtheide van dit huzarenwerk. Perfectie is niet de omschrijving van wat ik zie. Het is meer dan dat.
Terug , voldaan, achterwaarts en waarschijnlijk in een onnavolgbare ridicule stijl kom ik terug beneden. Mijn mondhoeken kunnen niet verder van elkaar, door wat ik zag en dat ik deed. In ben achtenzestig en zit zeker. Er zit nog rek op mijn kaken voel ik want ze gaan nog verder uiteen.
On the Road again.
Londa , begraafplaats voor lagere- middel- en hoge Klasse is de laatste stek voor vandaag, ook hier weer nieuwe en andere dingen. We geen misschien het bijzonderste voor nu gehouden. Een schare Tau-Tau zitten als op een terras dat tegen de rotswand hangt, naast elkaar. Er zijn er vele, uitdrukkingen op het gelaat, wat volgens Paul bij de oudsten(?), oppassen wat we zeggen, niet voorkwam. Het is een aanpassing die de laatste tijd is opgetreden. Ik vereeuwigd hen op mijn chip. En niet een keer, maar meerdere keren. Ook vind ik kisten en andere elementen de moeite om op te nemen. We keren terug langs een ander pad. Ik zie koffiebonen hangen en cacao,, gele, en vraag Ciska om me de bonen voor witte chocolade te tonen. Ze kijkt me vragend aan. Ik draai me om, verheugd dat ik die kracht niet verloren heb. Nu zit zij met een vraagteken in haar hoofd.
Willy?
Nog even eer brengen we bij het graf van Antonie Aris van de Loosdrecht, waar ik alle gedenkstenen fotografeer.
Ik had er iets meer van verwacht, zo kan het ook. Het zal in elk geval meer en beter zijn dan de 10 jaar die de gemeente mij gunt.
We nemen afscheid van Ciska. Belofte maakt schuld.
Ik herhaal men belofte niet.
Wie scheldt mijn schuld kwijt.
Geschreven door Chris.op.weg