Dromen zijn bedrog

Indonesië, Barru

Maar als je wakker wordt zijn ze er gelukkig nog.
Om bloedingen zoveel mogelijk te voorkomen, zet ik voor de nacht de airco af, met als gevolg warm en vochtig en gewoel. Het is sterker dan mezelf. Komt er nog bij dat de dromen je danig van je stuk kunnen brengen, wat de spanning nog verhoogd. Dit keer was rijden, autis's en parkeren een issue, veel te dicht tegen elkaar staan. Vraag me af waarom ik daar nu juist van moet dromen. Met een realisme en scènegevoel waar George Lucas een les kan uit trekken.
Ik open mijn ogen en veeg de nacht weg. De wekker staat op 6:30 en zal seffens beginnen zoemen. Daar wacht ik niet op en trek de gordijnen wat verder open. Godsamme, de wereld is niet mooi verdeeld. Er gebeuren rare dingen rondom mij. We zitten hier op Sulawesi in Kristelijk gebied, hoofdzakelijk protestant, alhoewel hier ook katholieken zijn. Getuigen hiervan de goede en grote missionering die de oom van Paul hier deed. De man is ondertussen gerepatrieerd en dementie is nu zijn deel. Dit kan nooit de straf van God zijn.
Het uitzicht op de zee maakt voor mij het kind dat in me leeft wakker.
Zoals ook het zand, vliegeren op strand, en nog veel andere dingen. That Force is very strong in me. Indeed it is.
Ik heb alle batterijen opgeladen deze nacht en voel me goed.
Ik laad hen snel en methodisch in mijn rugzak. Rol de snoeren op, maak mijn toilet, pak mijn koffer en ga naar het ontbijt.
Ik ben hier alleen en geniet van een flinke bries. Naar buiten leunend over de borstwerking zie ik het water onder mij en rondom het staketsel waar de eetplaats op gebouwd is. Er staat een stevige bries, maar die is warm en zwoel. Fijn zo, zo mag het zijn . Ik geniet van rust en van mijn kalmte, het zal seffens wel overgaan.
" koppi, you want some koppi?" Ik zeg geen nee tegen een kop Ochtendtroost.
Eerlijk is eerlijk, het is niet allemaal droom hier, ik kijk naar buiten, ik ben buiten natuurlijk, maar spreekwoordelijk zit ik binnen....
Dus ik kijk naar de zee, de zee is mooi en wijds en vanalles. Iets trekt mijn aandacht, het dobbert, neen het drijft mee met de flinke wind. Eén plastiek fles en dan verder nog één , en nog één. Ik kijk naar beneden en zie veel wat hier niet thuis hoort. Wat ik gisteren al melde was zo duidelijk dat het heel hard opviel. Wat ik hier zie is erger, sluipend gif van de domme mens. Niemand met de vinger wijzend, zeker niet de bedoeling om hen hier de les te spellen.
Als kind spuwde ik ooit door het raam van een rijdende trein, het resultaat kan je wel voorstellen.
Tijdens mijn koffie, maak ik wat verslag op, zo moet het ook, wil ik anders niet vergeten wat er gebeurd . meneer Cactus deed het zo: deze vuist op deze vuist, deze vuist op deze vuist en zo kruip ik naar boven.
Het wordt acht uur zestien en nog zit ik hier alleen, ik stap naar de kamer van Paul en klop verschillende malen op de deur tot ik geluid hoor. Geen jolig antwoord maar een woefwaf, waarschijnlijk een taal die ik ook niet meester ben. Ik ga terug naar mijn tafel en moeder van Dirk komt erbij zitten, ze lijkt een stuk jonger dan voorheen, nu in haar leeftijd ken. Ik ben oud, weet je,maar ik besef dit pas bij confrontatie met anderen. En zo hoort het ook. We spreken over koetjes en kalfjes, niet dat je die hier ziet, maar het is een gezegde, mocht je het niet weten.
Rechtzetting: haar man heet niet Alex, ik ben weer verkeerd. Hmm geen commentaar aub, het is is hier al ongemakkelijke genoeg.
Een zombie zet zich ondertussen aan tafel, "goede morgen " zeg ik opgewekt, en gooi er nog een big smile achter, " goed geslapen" . Ik sluit het best af.
Men brengt ons ontbijt. "I like hot nasi goreng in the morning " roep ik de serveerster nog na en begin aan mijn ongewoon ontbijt , krijg er nog een eitje bij, t moest er nog aan mankeren.
Terug op de kamer pak ik men spullen en neem afscheid van Dirk, zijn moeder en de rest, katten incluis, ge zijt daar al direct een tijd met bezig.
We mogen niet betalen voor ons verblijf. Paul denkt dat dit is omdat hij hem geholpen heeft bij zijn doctoraatsthesis, ik weet beter, mijn vriendelijkheid , mijn persoonlijkheid spreekt natuurlijk boekdelen, ik ga dan hem niet vertellen, hij weet dat😁.

We krijgen nog watermeloenen mee, van die heel lekkere, om weg te geven of om op te eten.
De rit is zoals ik al gewoon ben. Ik begin ook notie van de verkeersregels te snappen. De gele ononderbroken lijn is gewoon het midden van de weg , niks meer niks minder.
Het is eventjes wennen, daarna doe je gewoon je ogen toe.
Wie hier rijdt, rijdt, hier slaap je niet achter het stuur.
Alle mogelijke transport passeert ons, vrachtwagens met mensen op, brommers met kind vooraan en één kind tussen de ouders en alle mogelijke variaties hiervan.
De weg wordt slechter naarmate we dichter naar Toraja rijden. Putten in de weg, en soms nog amper weg rond een put . Het landschap slorpt mijn aandacht op en alles wat ik zie. Vraag niet wat, vraag niet hoe, hier zie ik wat ik nooit zag. Het idielische is natuurlijk in mijn kop, ik knik, glimlach naar ieder die reageert op mijn uiterlijk. Ik tracht die indrukken te vangen en te prenten. Dat de ontvanger van mijn fotons hier anders over denkt en mij achteloos en snel vergeet zou me niet verbazen. De zoveelste uit de zoveelste rij op een zondag in september. Niks speciaals.
We stoppen op een eetplaats langs de baan, we zitten nu reeds in bergachtig gebied. Op het terras krijg je een prachtig zicht van de bergketen, ik neem weer foto's , wat ook onderweg gebeurde. Ik eet banaan dit exemplaar is gigantisch groot, voor een banaan althans, lekker ,wat gelig van kleur en vast. Mijn tanden zet ik erin en je ziet ze ook nog staan voor elke beet, zo vast is dit.
Martin zegt dat dit een erotische plek is. Maar het wind me niet op die manier op. De scherpe contouren van de bergketen zijn opvallend, dit is een jong gebergte. Dimensies ontbreken en ik zoek te vergeefs naar een legende met schaalbalk, die is er niet. Ik raad maar naar de grootte en hoogte, maar dit is onbegonnen werk
We rijden verder, hobbelen van put naar put als was het een hinkstap-spel ervaring baart kunst. Het is niet zozeer de kunst van het rijden , dan wel de ervaring in te schatten en te anticiperen wat komen zal .
Verder het binnenland in. Langs de weg staan vele ongekende boomsoorten, kokosnootbomen herken ik wel en ook de bananestruiken.

Balongom

We komen na zoeken en bevraging aan de ouderlijke woning van Hamid. Paul loopt gelijk naar binnen, laat zijn sandalen achter bovenaan de trap.
De woning is op palen geplaatst, die zelf rusten op een voet in steen of beton, dat laatste kan ik niet uitmaken. Een hond, duidelijk een teef die net geworpen heeft laat me weten dat ze niet gelukkig is met mijn bezoek. Wanneer ik nader schuift ze pootje per pootje opzij. Ik neem een eerste foto van de zone onder het gebouw en stap de trappen op. De onderste in beton, met gekleurde faïence versiert, de bovenste in hardhout. Boven doe ik mijn schoenen uit en loop het voorportaal op, neem foto's en stap naar binnen. De eerste ruimte is omwille van de geblindeerde venster, donker, maar toch zie ik alles. Het is hier ruim, zeer ruim. Ik fotografeer en stap verder de kamer in, centraal een brede doorgang naar achter, geflankeerd door twee kamers, één links, één rechts. Alles eenvoudig ingericht, toch met smaak. Een gevoel dat dit geen gewone woning is, voel ik zo aan.Hier woonden begoede mensen. Zonder inbreuk te plegen op privacy merk ik een foto op van iemand in militair uniform, ik weet niet wie dit is, maar herken de familietrekken van Hamid, misschien is hij het zelf, het zal onopgelost blijven want ik vraag het niet. Achteraan ga ik een kamer in waar ik naar toilet kan gaan. Wat we een closset noemen en hier niet alledaags is. Verderop zie ik een gootje dat van van een aangrenzende waskamer komt en zich verenigd in een verdiepte tegel. Knal centraal, een gat naar moeder natuur. Zo deed je dat, zo doe je dat. Een nicht van Hamid verwelkomt ons hier, ik denk dat ze ook housekeeper is.
Ik neem plaats in het voorportaal en neem aan wat men aanbiedt, wat peperkoek en cola.
Een gesprek ontwikkelt zich en het onderwerp komt op een kennis of familie die ook gekend is bij Paul. Zij is mist een deel van eén van haar benen, of dit deel is wat misvormt dat weet ik niet juist. ze had een operatie nodig om haar leven dragelijker en gelijker te maken met het onze. Paul, vrienden en kennissen van thuis hebben hieraan bijgedragen.
Ik merk een verhoogde ademhaling bij hem, ik denk dat het even lastig wordt en besluit om me wat te verwijderen en trek naar onder. Daar fotografeer ik de constructie en wat zaken die ik als artefact zou bestempelen . Het begint te regenen. Ozon vult de lucht aan. Ik zuig mijn longen vol.
Naast de trap, onderaan zie ik een glazen knikker liggen en neem hiervan een foto. Mijn verleden neemt over en kruist het heden, niet van hier maar hier. Pappao's groeien hier op grijpafstand . Een man komt met een gigantische bussel groen van achter de woning en bindt die achter op een brommer. Het steekt er links en rechts zeker één metertwintig uit.
Ik denk aan Erwin van de Kring voor Heemkunde. Toen hij er net bijkwam ging hij steeds vroeger weg. Ik sprak hem daarover eens aan en dan was het antwoord dat hij zijn ezel nog moest voederen. Ik zie hem al op de fiets met dwars achterop maïs stengels en kolven gebonden, hoe ver zou hij geraken denk je?
Terug de wagen in, schudden van links naar rechts, weer die bulten en gaten in de weg, wennen doet dat niet.
Onderweg een voorsmaak van wat we te zien krijgen?
Een richel is in de berg uitgehakt, enkele kisten zijn er op geplaatst. Ze staan daar al zeer lang, 100 jaar, 200 jaar. Ik kom het misschien nog wel te weten, maar niet vandaag , ze zijn ook quasi onbereikbaar. Deze objecten, getuigen van een dodencultuur, ik zie die nog niet zo snel verdwijnen. Zij houden het al lang vol en vernieuwen misschien om de zoveel tijd de interesse en de kunst van de dood en haar verering.
Verder nog hoog in de bergflank zie ik gaten gekapt of natuurlijke spelonnen, Martin zegt me dat ook daar mensen liggen. Het lijkt onaannemelijk, maar toch hecht ik er geloof aan.
We rijden verder en komen aan DE toegangspoort van Toraja, met traditioneel huis er bovenop. Wat mij opvalt is de vorm en vooral de versiering door het fraaie snijwerk, wat ik buiten deze streek nog niet zag . Wat moet je hiervan denken of schrijven?
We zien morgen wel, ik hoop dat ik kan volgen, want dan komen de specialisten aan de beurt.
Mij wacht een taak om toe te kijken, maar die ligt me wel.

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Mijn broer, de verteller (al ondervind ik dat talent niet als ik bij hem ben) Ik beleef je 'avonturen' alsof ik erbij ben. Zalig !! Geniet daar nog ten volle en laat ons vooral meegenieten. Dikke kus x

Winnie 2023-09-11 11:48:21
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.