Vol verwachting vertrokken we om 8u met onze gebruikelijke Ju-Ley taxi naar Rumtse, de vertrekplaats van onze 7 daagse trektocht van 106.8km. Onze gids, Karma, die ons ook al naar Rumbak had vergezeld was ook mee. Na ongeveer 2,5 uur rijden een één politiepost waar we onze paspoorten moesten laten zien, arriveerden we in Rumtse. Daar stonden een tiental paarden, een kok, een assistent en twee horsemen - onze crew - klaar om ons te vergezellen. Onder een half bewolkte hemel starten we aan 4,240 meter en stegen we gestaag in een uur of vier naar onze eerste kampplaats op 4,538 meter in Kyamar. Onderweg kwamen we al snel in onherbergzaam gebied met hoge bergwanden en een groene vallei. Via deze weg werd vroeger zout getransporteerd van het zoutmeer Tso Kar naar Leh. Hier en daar zagen we stenen constructies van nomaden die in de winter van hoger gelegen gebieden afzakken. We passeerden ook een paar bergen stenen met spirituele teksten erop in het Tibertaans.

Na bijna 11km kwamen we aan in ons ‘kamp’. De tenten waren al opgezet voor ons, 3 slaaptenten en één eet- en spelletjes tent waar we ons in konden verschansen bij regen, zonneschijn of harde wind. Bij aankomst stond onze afternoon tea klaar met lekkere koekjes. We kwamen een groep Zwitserse mountainbikers tegen die gelijk met ons vertrokken en dezelfde tocht als ons dachten te doen maar dan op hun uit Zwitserland meegebrachte mountainbikes. Hun Ladakhi gids was wel te voet. We passeerden elkaar twee keer en toen zetten zij hun kamp op een 500m voorbij ons.

Rond 19u was het dinner time. We werden eerst getrakteerd op champignons soep met poppedoms en daarna volgde een uitgebroede maaltijd van palak paneer, salade, rijst, mixed vegetables, squash achtige groente en dal. En voor de zekerheid was er nog een toetje: pudding met fruit. We aten ons buikje rond en gingen toen allemaal voldaan ons tentje in. De temperatuur was intussen flink afgekoeld en we waren blij met onze dikke donzen slaapzakken die we in Leh gehuurd hadden.

Geschreven door Bossuytjes.op.reis