Na ons nachtje in de winderige vissershaven kropen Jan en ik op tijd uit bed. Ik ging naar het Scandic hotel tegenover onze parking, verkende het toilet en nestelde mij als een echte hotelgast in de gezellig ingerichte lobby. Jan had de jongens naar beneden verhuisd en het dak van de Dude al ingeklapt. We waren toch niet zo gerust in onze zweedse vertaling van de parkeer regels. Jan kwam ook naar wifiland in het hotel en we surfden en pindatten tot 9uur. Toen lichtten we de jongens uit hun bed en mochten ze in hun slaapzak op de luie zetel nog een beetje na soezen terwijl wij een uurtje verder naar een ontbijtplek reden. Het regende pijpen stelen en doorrijden leek ons een goede optie. We ontbeten onder een afdak aan de Oostzee op een prima kampeerplek (onthouden voor een volgende keer). Er was een mooie jettie de zee in maar het was te fris om te zwemmen.
Onze volgende stop was het gezellige stadje Lund. Neef Samuel had net bevestiging gekregen van zijn accomodatie in het student guest house van de universiteit en wij wilden alvast een idee krijgen waar hij terecht zou komen. Toplocatie, naast de universiteit gelegen in een technologie park. Toffe binnentuinen, vuurpits inclusief rooster voor de bbq en gelegen naast de ICA supermarkt. We reden ook nog even het stadje zelf in dat op 2,5km lag en passeerden aan een groot park en de botanische tuin. Het is een hele groene stad met mooie karakteristieke huisjes, toffe restootjes en boetiekjes. We zagen het al helemaal zitten voor Samuel. Jelle stuurde hem wat fotootjes van onze impressies.
Na Lund trokken we in één stuk door, over de Zweeds-Deense grens en brug naar het Deense eiland Møn bekend van haar krijtrotsen. We lunchten laat en gingen toen met gevulde magen aan de wandel helemaal op het einde van het eiland. Na een korte wandeling door het bos gingen we 468 treden naar beneden tot onder aan de krijtrotsen waar we vervolgens een uurtje langs de zee liepen ons vergapend aan de enorme rotsen. Vergelijkbaar met Dover of Noord Frankrijk vallen de krijtrotsen als kliffen in de zee. Zeer indrukwekkend en een mooi wandelpad. De trappen omhoog waren evenveel (en minder plezierig) en een overwinning om boven te komen.
Na de wandeling reden we terug richting Stege, het grootste plaatsje van het eiland waar we via Park4night een prima plekje vonden aan een meertje. Er was een kampvuur plek en er stonden coole pallet zitjes, heel knus en weinig volk. We genoten aan het water van een uitgebreid borrelblad en aten onze laatste kampeermaaltijd spinaziepuree met haloumi in Mexicaanse saus (Ja, Leon, we hebben zakjes gekocht voor thuis). Intussen maakte Maarten het kampvuur aan want de wind waaide fris om onze oren. Aan het vuur speelden we een spelletje “time’s up” wat Maarten en Jelle glansrijk wonnen. Tja, hoe beeld je “Tom Cruise” uit? We kropen laat in bed, juist toen de feestende jongeren uit het dorp het pleintje kwamen opvrolijken met hun gezelschap. We waren allemaal moe genoeg om lekker in slaap te vallen in de Dude.
Geschreven door Bossuytjes.op.reis