Verhaal door: Marco
To hell and back
De titel zegt het al, .............
vandaag hadden we een bijzondere dag😧
We zijn in Prince Albert,
niet diegene die nu zo in opspraak is, maar de Albert van Queen Victoria. Immers, behalve de Nederlanders hebben de Engelsen hier ook gezeten. Nu zou je denken dat die Albert iets bijzonders voor het plaatsje heeft betekend, maar dat heb ik niet kunnen ontdekken. Ze hadden gewoon een naam nodig. Prince Albert wordt oase in de woestijn genoemd. Stel je daar nu niet een zandvlakte met een groen rondje, wat tenten, wat palmbomen, kamelen, heupwiegende dames en een slangenbezweerder bij voor. Het enige wat overeenkomt is denk ik dat het heet is. 41 graden heet. Er komt wel op een onverklaarbare manier water uit de top van de bergen en dat terwijl het hier zelden of nooit regent. We hebben echt water door de irrigatie kanalen zien lopen, dus water is er wel. Ik heb aan verschillende mensen gevraagd hoe dat nu zit met dat water, het regent nooit, het is altijd bloedheet en er blijft maar water uit die magische berg komen. Ik ben er nog steeds niet achter, niemand schijnt daar hier over na te denken. Dankbaar voor het water zijn ze dan weer wel. Ik denk dat wanneer je vanuit de lucht zou kijken er inderdaad een groene vlek in het landschap te zien zou zijn. Ze verbouwen hier succesvol vijgen en olijven en meer. Hebben een leuk dorp daarmee ontwikkeld en zelfs het laagste werkeloosheid cijfer in heel zuid Afrika, dat is hier maar 25% van de beroepsbevolking terwijl het in de rest van zuid Afrika rond de 30 of hoger is. In Nederland is het volgens mij nu ongeveer 3%.
Na vannacht heerlijk geslapen te hebben, de airco kregen we gelukkig aan de praat, zijn we om half negen gaan ontbijten. We zouden nl.,om een uur of 9 opgehaald worden door een gids om de Gamkaskloof door te toeren. En inderdaad, op een zeker moment kwam er een gepensioneerde blanke Zuid-Afrikaan met een Lexus uitgerust met een dikke V8. Luuk zat helemaal achterin onder de achterklep, verder zaten we allemaal prima. Aardige vent die zo nu en dan wat vertelde, eigenlijk niets bijzonders zei hij zelf, het is allemaal zelfbedachte onzin om een beetje wakker te blijven. Al snel verlieten we het asfalt en kwamen we op een dirt road, eerst vond ik het wel grappig, we volgden een waterloop (nauwelijks water) op de bodem tussen 2 bergen. Al snel begon de weg te stijgen en werd ons verteld dat we tot ongeveer 2000 meter zouden gaan. De wegen zijn hier ff anders dan bij ons, al slingerend langs de steile wanden en haarspeldbochten nemend zonder maar iets van bescherming langs de rand. Ze rijden hier links dus naar boven rijdend, op de bijrijdersplaats, de chauffeur zit rechts, zag ik in het algemeen alleen maar niets dan grote leegte naast me. En ik ben niet echt kapot van hoogte. Prachtige uitzichten en doorkijken door kloven en dalen. Maar omdat het zo droog is lijkt het allemaal best wel op elkaar.
Op een zeker moment namen we een afslag en de tour zou nu echt beginnen. Na een paar honderd meter stopten we bij een boom. This is were the highway to hell starts, IF , .... we come back this afternoon you Guy’s you can say we drove to hell and came back. Geeft best wel vertrouwen die introductie. We gaan nu naar de kloof, 48 km, duurt ongeveer 2 uur. De eerste 10 km is weg wat bumpy, daarna gaat het beter werd ons gezegd. Wat bumpy is een understatement , wat een klote karrespoor zeg. De weg naar de kloof is in 1962 aangelegd door ene Koos van Zijl, een ingenieur van 24. Hij had 1 bulldozer met een linnen dak en 8 medewerkers. Ze zijn aan 1 stuk doorgegaan en sliepen in een tent bij hun werk. Het verhaal zegt dat zijn vrouw op hem wachtte in de vallei aan het einde van de weg, ze het lintje hebben doorgeknipt van zijn nieuw gebouwde weg naar de vallei en toen nooit meer terug zijn gekomen. De weg is aangelegd, omdat men omstreeks 1900 per toeval ontdekt had dat er mensen in de kloof woonden. Zo’n 150. In complete isolatie. En daar waren we naar op weg, uiteindelijk werd de weg iets beter, maar ging het steil omhoog en omlaag en we dachten dat er geen einde aan zou komen. Okay, you see that top, fuck dacht ik, from there you can see the kloof, then it is not far anymore. Enfin, eenmaal boven zagen we inderdaad een groene strook ver in de diepte van ongeveer een kilometer of 20 lang. We moesten alleen nog even naar beneden, can you imagine what Koos had to overcome? Denk het wel maar die Koos kan niet anders dan knettergek geweest zijn.
Eenmaal beneden bleek dat de helft van de kloof vlak voor kerst was afgebrand, vermoedelijk door een sigaret van een toerist, maar ook de jarenlange extreme droogte heeft er voor gezorgd dat er maar weinig nodig is voor een goeie fik hier. Nadat we door de verbrande gewassen op de bodem van de kloof gereden waren, werd ineens alles groen. Door de harde wind was het vuur maar 1 kant opgegaan. Er stonden 16 farms in het hele gebied. Inmiddels is er nog maar 1 bewoond en is ook geen echte farm meer. De huizen hebben allemaal Nederlandse namen en er staat geen kerk, maar een schooltje met daarnaast een huisje voor de meester. De mensen zijn hier terecht gekomen omdat ze niet onder de invloed van de Engelsen wilden leven. Dit werden de voortrekkers boeren genoemd. Onvoorstelbaar dat ze dit stukje land hebben weten te vinden en daar ruim 100 jaar in isolement hebben geleefd. Ze zijn door de woeste bergen getrokken met een ossenkar en donkeys. Dit zou geen enkel hedendaags mens meer lukken. En dan vanuit het niets huizen bouwen, vee telen en allerhande gewassen. Ik moet zeggen dat ik diep onder de indruk was van het doorzettingsvermogen van die mensen. Ze waren compleet zelfvoorzienend. De weg naar de hel is aangelegd om hun uit hun isolement te halen, het resultaat was dat uiteindelijk iedereen is weggetrokken. In 1994 is de laatste commerciële boer vertrokken.
We aten wat bij de enige familie die er nog woont. Onvoorstelbaar dat zij zo leven. We krijgen een uitgebreid menu Hollandse kost (aardappelen, groente, vlees) in de zinderende hitte. Zij hebben een eigen perzik plantage. Ineens zien we op een gespannen net een Bobbejaan zitten, oftewel een aap! Hij zit op zijn gemakje de perziken op te eten. Nathalie staat op om een foto te maken en hij heeft het in de gaten. Blijkbaar weet hij dat hij iets doet wat niet mag. Hij grijpt snel al het fruit dat hij kan vasthouden en rent weg. En even later zit ie er doodleuk weer! Slimme beesten zijn het ;).
Daarna moesten we dezelfde route weer terug😫. One way in, one way out.
Dont worry, driving back is always shorter,......??? Why?? Do you drive faster then? Een lachsalvo was het antwoord. Hij zei dat ie het traject al ruim 700 keer gereden had. Daar moest ik het maar mee doen. Hij hoopte dat wij zoveel wijn op hadden bij de lunch dat we in slaap zouden vallen. Dat was het geval voor Luuk, Kevin en Diane, maar niet voor Nathalie en mij. Uiteindelijk kwamen we bij de bewuste boom weer terug en dat ging inderdaad een stuk sneller dan verwacht. Guy’s you can say now, you survived hell. Gevolgd door een gulle lach. Eindelijk konden we uit gaan kijken naar een biertje en een wijntje. En dat helpt mij nu dit verhaaltje te schrijven.
Morgen gaan we weer verder, op naar de wijnstreek. En we logeren weer aan de kust. Dat bevalt ons toch een stuk beter.😄
Woestijn hebben we nu allemaal wel gezien. Hoe komt een mens in vredesnaam op het idee om in een dergelijke omgeving te gaan wonen. Water of geen water.
We eten lekker bij African Relish, goeie steenoven pizza en salade. Na alle indrukken van vandaag zullen we best goed slapen. Morgen gaan we weer op reis.
🌏🌙🦧
P.S. Wie spot de Bobbejaan?
P.P.S Het wordt de 'hell' genoemd, omdat dat woord is afgeleid van 'helling' en waarschijnlijk dus niet van de 'hel' zoals wij hem kennen ;)
Geschreven door Travellingtheworldtogether