Hallo allemaal!
Gingen we gisteren vroeg naar bed voor een lekker lange nachtrust, pakte dat toch niet helemaal uit zoals gedacht. Meestal beleven we overdag de meeste dingen, maar nu was dat ‘s nachts.
Sowieso was het best gehorig vannacht, het hutje was een soort van half open waardoor het lijkt alsof je eigenlijk buiten ligt. We hoorden een feestje ergens in de verte en voelden ons toen heel bejaard dat we al bijna in dromenland waren in plaats van dansen op een strandfeestje. Maar ja als je staat te knikkebollen in plaats van
headbangen is de lol er ook wel snel af. Ook de tientallen honden in de buurt konden er wat van. Net toen onze ogen dicht vielen, hoorde we gesjor aan het slot
van de deur en allemaal gestommel op de veranda van het huisje. Ook het licht bij het hek sprong aan. Luuk en ik sprongen uit bed en liepen richting het raam in het donker. We wachtten af tot we een schaduw zouden zien van een mens achter het matte glas. Meer gestommel, maar we zien nog niks. Met bonzend hart wachten we. Dan zien we ineens, links onderin bij het raam een schaduw van een klein handje verschijnen. En even later een krulstaartje voorbij het raam gaan. Het is een grote aap! We moeten lachen van opluchting en doen snel de deur open om hem weg te jagen. Het leek wel een scène uit een film. Hij heeft niks gejat gelukkig, onze kleding hing over de veranda te drogen. Die brutale aap probeerde gewoon de deur open te maken! We snappen nu wel waar dit spreekwoord vandaan komt. Ik vraag me af wat ‘ie had gedaan als ie de deur had kunnen open krijgen: het licht aan geknipt en geroepen: je pinda’s of je leven?!
Wanneer we eindelijk weer in bed liggen en bijna in slaap vallen begint het te regenen. Het klinkt eerst best gezellig. En het begint nog harder te regenen. En nog harder. Elke keer denk je: hoe kan het NOG harder regenen dan dat het nu doet?! Het is een oorverdovend lawaai op het houten dak van ons hutje. Het lijkt wel alsof de regendruppels steeds woedender naar beneden racen en uiteenspatten op ons huisje. En dan begint het te onweren. En dat is dus niet een doodnormaal onweersbuitje zoals wij die kennen. Nee, het lijkt verdorie wel alsof de derde Wereldoorlog is uitgebroken. Ik heb nooit echt begrepen waarom sommige mensen onweer zó eng vinden, maar nu hebben wij er ook een aantal klappen bij zitten waardoor je meteen rechtop in je bed zit. Het vuurwerk dat de jongens jaarlijks aanschaffen met oud en nieuw is er niks bij! Dat we nu weer net in een half open houten hutje zitten. Dat is eng, omdat:
1. Als de bliksem inslaat op dit houten hutje staat ‘ie meteen in lichterlaaie. (In gedachten heb ik mijn tas al gepakt en rennen we naar Salt aan de overkant).
2. Als de bliksem inslaat in een van de 3300 palmbomen rondom ons, kan ‘ie op het huisje vallen en zijn wij zo plat als een dubbeltje.
3. Als de bliksem inslaat kunnen we geëlektrocuteerd worden door de fan die 20 cm boven ons hoofd hangt en aanstaat omdat het anders niet te harden is.
Dit zijn natuurlijk wel zeer dramatische scenario’s, maar dat is wel het enige waar je aan kan denken als het lijkt alsof de bliksem een meter naast je inslaat en het gedonder lijkt op instortende gebouwen. De onweer blijft urenlang hangen in de baai en we doen geen oog dicht. “Stom rot hutje” fluister ik en dan kunnen we er toch nog allebei om lachen. Pas tegen de ochtend, als er centimeters regen is gevallen, trekt het weg en vallen wij in slaap.
Redelijk gebroken rapen we onze spullen de volgende ochtend weer bij elkaar en we lopen naar Verse in de andere baai waar we ontbijten. Het is heel rustig ineens in het dorpje en de zee is helemaal bruin van het noodweer. Verse is wederom een hippe tent waar je lekkere koffie kan drinken in een industrieel ingericht cafeetje. De zon begint weer te schijnen en wat ziet de wereld er dan ineens anders uit.
We pakken een tuktuk naar Talalla, kwartiertje verderop. Na vannacht hebben we maar even een duurdere accommodatie gekozen. Treat yo self! De tuktuk is een soort disco tuktuk. Achter ons zitten 3 grote speakers. De driver zet muziek aan met een flinke bass. Het lijkt wel alsof we in een Sri lankaanse videoclip terecht zijn gekomen. We sjezen over de weg langs de kust, de ene na de andere auto ontwijkend. Nicki Minaj knalt uit de speakers. Als we een politieagent naderen zet ie de muziek tijdelijk even zachter.
Handun villa’s is een mooie nieuwe locatie, klein schalig en leuk opgezet in een grote tuin. Onze kamer is mega chill! Een lekker bed (en muren van steen i.p.v. hout) en een badkamer buiten met een bad op pootjes. Love it! Aan de overkant van de weg is Talalla beach. Een paradijselijk strand! Ik denk een van mijn favorieten tot nu toe. De zee is weer aardig wild en er kan niet op gesurft worden. Eerst drinken we een cocktail aan de overkant van de straat, bij de beach bar die bij het hotel hoort. Daarna lopen we naar het uiterste puntje van het strand waar je nog enigzins kan zwemmen. De golven zijn weer vrij hoog en we proberen zonder surfboard zo ver mogelijk mee te gaan met de golven. Los van een paar walvis incidenten voelen we ons daar als vissen in het verfrissende, kraakheldere water. Na een paar uurtjes chillen lopen we terug en chillen we daar verder in de hangmat en het zwembad. We eten in het restaurant van het hotel en daarna lopen we nog even naar de overkant van de straat naar de leuke beachbar. Het is helemaal versierd met lampjes, zo leuk en gezellig! Hier zoeken we een nieuwe slaapplek voor in Mirissa de komende dagen onder het genot van een lekker toetje.
We zijn nu toch echt redelijk gesloopt en met het vooruitzicht op zo’n lekker bed kunnen we niet wachten om erin te gaan liggen.
Nu dan toch echt: GOOD night! ❤️
Geschreven door Travellingtheworldtogether