Vanaf onze mooie plekje zijn we noordwaarts langs het meer verder gereden. Onze eerste stopplaats was Vadstena, een leuk dorp met een prachtig gelegen kasteel. Je kon hier ook mooi langs het meer lopen. Na de lunch zijn we doorgereden naar Hammar. Hier hebben we met ons nieuw gekochte bessenplukker een heleboel bosbessen uit het bos gehaald. We hadden dat diverse Zweedse mensen zien gebruiken. Het levert binnen de kortste keren een heleboel bessen op, alleen is het nog wel wat werk om de blaadjes er tussenuit te vissen. In eerste instantie hadden we de bessen onder water gezet, maar dat is niet verstandig, want dan blijven ze aan de bessen plakken. Bij een tweede ronde ging het al een stuk sneller. De volgende morgen zijn we doorgereden naar Orebro. Hier de fietsen van de camper en op naar de stad. Aan de overkant van de rivier kwamen we eerst bij een soort openluchtmuseum met een aantal 17e en 18e eeuwse huizen, die nu gebruikt werden als ateliers en winkeltjes. Ook was er een openluchttheater. Daarna doorgefietst. We kwamen uit bij het kasteel dat midden in de rivier in Orebro ligt. We hebben hier niet zo lang rondgelopen, want het begon te regenen, dus snel weer op de fiets naar de camper. De volgende dag was het gelukkig mooi weer, want we hadden een fietstocht rond het meer Hjalmaren gepland. In het midden van het meer loopt een brug naar een eiland, waardoor je niet het hele meer rond hoeft. We hadden niet in de gaten dat we nog wel een pontje over moesten. Toen we daar aan kwamen was daar geen enkele activiteit te bekennen. Er stond nog een fietser te wachten, die vertelde dat er vanaf 11 uur gevaren werd. Het was inmiddels half twaalf. Gelukkig kwam er na een minuut of tien iemand aan de overkant aan, maar het duurde zeker nog wel een klein half uur voor hij bij ons kwam. Aan de overkant eerst maar eens geluncht en toen verder gefietst. We kwamen door Glanshammer, waar we een bijzondere klokkenstoel zagen staan. Gelijk maar even de kerk in. Deze was prachtig versierd met wand en plafondschilderingen uit 1589. Dit hadden we aan de buitenkant niet verwacht. We kregen er nog gratis uitleg bij ook.
De volgende dag namen we afscheid van het mooie Orebro. We gingen het gebied Bergslagen in, wat bekend staat om zijn vele ertsmijnen uit het verleden, zowel koper als ijzer en zilver. Wat ons wel duidelijk is geworden dat dit gebied Zweden rijk heeft gemaakt. Onze eerste stop was in Nora, waar de eerste spoorlijn is gemaakt naar Orebro voor het transport van ijzererts en kolen. Het heeft nog een mooi oud stationnetje, wat alleen nog gebruikt wordt voor een toeristentreintje. Er staan nog diverse oude treinen uitgestald. Daarna door naar Kopparberg waar een wandeling van 2,5 km was gemaakt door het stadje met een prachtige kerk en het Tingshuset, een voormalig gerechtsgebouw, waar ook het erts werd gewogen en nu dienst doet als toeristenbureau. Je komt tijdens de wandeling ook langs de voormalige kopermijn waar diverse borden uitleg geven over wat er gebeurde. Het is wel duidelijk dat behalve het koper er ook een bijproduct was, wat als grondstof diende voor de rode verf waarmee veel huizen in Zweden zijn gekleurd. Deze schijnt ontzettend goede bescherming te geven aan het hout. Na deze prachtige wandeling vonden we een plekje iets buiten de stad in het bos aan een zwemmeertje. Wat een rust hier.
De dag daarop was Riddarhyttan aan de beurt. Eerst vonden we hier Kopparverket, een voormalige kopersmelterij bij een watervalletje in het bos. Toen op zoek naar Roda Jorden, de oudste ijzersmeltplaats van Zweden die al 2400 jaar geleden in gebruik was. Hier liep een 2 km lang wandelpad langs diverse ijzerwinningsplaatsen en een primitieve oven met blaasbalg., waarmee de ijzererts aan de rode aarde werd onttrokken. Helaas moest er veel over houten planken gelopen worden, die door de regen erg glibberig waren geworden. We waren blij dat we rond waren. Toen nog maar een uur verder gereden, zodat we dicht bij de bestemming van de volgende dag konden overnachten. Dit werd een leuk plekje in het dorpje Virsbo, pal naast de supermarkt.
Vandaag zij we eerst naar Engelsbergs Bruk gereden. Dit is een compleet fabriekscomplex met een ijzerfabriek, watermolens, smelterijen en smederijen, maar ook kantoren, huizen van alle personeel van hoog tot laag. Dit complex staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Helaas waren vele plekken afgesloten in verband met privegebruik. Het beste te zien s de fabriek aan de buitenkant. Het zag er allemaal erg keurig uit, maar behalve wat bordjes aan de kant werden we niet veel wijzer.
We zijn toen maar via leuke binnendoor weggetjes gaan rijden naar Gavle, waar we wilden overnachten. Toen we daar aankwamen was de camperplaats vol. We konden wel op de parkeerplaats aan de overkant van de weg gaan staan, maar daar hadden we geen zin in. We hebben water geladen en gelost en zijn doorgereden naar Bonan, een leuk klein badplaatsje aan de Botnische golf. De komende dagen gaan we langs de kust verder naar het noorden, maar daarover de volgende keer meer.

Geschreven door Jaap-Trijntje-camper-Europa