Vroeg in de morgen stond hetzelfde veel te kleine busje op ons te wachten voor het hotel voor de transfer naar El Dorado airport in Bogota. Het was hetzelfde busje dat ons een paar dagen terug naar ons hotel had gebracht. Dit keer werd een andere truc geprobeerd om toch voldoende zitplaatsen voor de zes personen + chauffeur over te houden. De grootste koffers werden het dak op getild en met een klungelig lijntje vastgeknoopt. Ik had er niet veel vertrouwen in en de hele weg keken we wanneer de koffers bij het afremmen voor de auto uit zouden gaan zeilen. Dat gebeurde niet. Mijn koffer hing wel volledig scheef op het dak toen we aankwamen bij het vliegveld maar de chauffeur had op het laatst blijkbaar toch ook nog maar een lijntje door de handvaten gehaald, en dat lijntje had de koffers nog net op het dak gehouden.
Bij het inchecken van de bagage werden we goed geholpen, maar uiteindelijk vertrokken we met een vertraging van bijna een uur voor de vlucht van een half uur naar Pereira. Daar aangekomen was er niets te bekennen van onze transfer. Duurde een half uurtje en toen waren onze beide chauffeurs met hun 4x4’s toch gearriveerd. Eerst een stevige Colombiaanse lunch naar binnen gewerkt en toen konden we echt aan de rit naar Montezuma beginnen. In het begin was ikzelf en ik geloof ook mijn medereizigers toch wat teleurgesteld in het landschap, nog veel bebouwing en stad, maar dat veranderde, en van een brede betonnen weg door de bergen gingen we over op een smal spoor door dikke modder en stromende riviertjes door de bergen van Risaralda.
Onze chauffeur Joe, iemand uit Colorado die inmiddels getrouwd was met de dochter van de eigenaresse van de Montezuma Rainforest Lodge, had interessante verhalen als je daar naar vroeg. De grote hoeveelheid interessante regenwouden had Colombia met name te danken aan de guerrillabewegingen in het verleden. Die verboden elke ontwikkeling en de kap van bomen omdat ze zich in het woud vrij konden bewegen. ‘Conservación by arms’ noemde Joe dit. De lodge lag inmiddels in Natuonaal park Tatama. Het probleem daarvan was volgens Joe dat de bewoners weggejaagd werden zodra de regering het park uitbreidde. De armste bewoners werden als eerste weggejaagd. Dus dit was ook voor de eigenaren van de lodge, een familie met indiaanse roots in Risaralda een grote zorg.
Tijdens de rit zagen we onze eerste vogels, en daar zaten hele mooie bij, verschillende tanagers en een knalblauwe Dacnis, prachtig!
In totaal reden we ruim anderhalf uur door de modder waar we tegen de avond aankwamen bij de lodge. Deze lag ‘in de omgeving’ van het dorp Pueblo Rico, blijkbaar een heel interessant dorp door de samenstelling van de bevolking. Eén derde van de bevolking waren mestiezen, een derde waren zwarte Colombianen en een andere derde waren inheemse indiaanse bewoners. Voor de tweede keer was in het dorp een inheemse bewoner gekozen tot burgemeester en hier waren de bewoners uiterst blij mee.
De lodge lag midden in het regenwoud op een hoogte van 1350 meter. Een prachtige ligging en de kolibries zoemden in grote aantallen om ons heen. Het diner stond half zeven gereed, rijst, met een vissie zonder bonen deze keer. Haha. We werden gewaarschuwd goed te kijken als we terug liepen naar onze kamers op 200 meter afstand van de lodge ivm slangen, oa de Fer de Lance. Morgen om 05.00 uur op om naar de bergtop te rijden en daar vogels te gaan spotten. Dus we hebben weer goede vooruitzichten Tot nu toe eigenlijk nog geen kans gehad om vogels te fotograferen, maar dat gaat morgen zeker komen.
Geschreven door Peters.blog