Met de boot gingen we al vroeg in de morgen van Maroantsetra naar Masoala National Park. We wisten dat het een aantal uren varen zou zijn. Het zitten in een soort bagagerek net voor de motor met twee personen was geen succes. Het werd iets gemakkelijker door een paar zwemvesten maar uiteindelijk bleek het een taaie tocht te worden en kon ik de zeeziekte maar net bedwingen. Eilanden zagen we onderweg alleen van grote afstand.
De vaartijd viel uiteindelijk nog mee. Nog even gehoopt op het zien van walvissen, maar die bleken alleen eerder in het jaar daar te komen. De kapitein manoeuvreerde de boot tussen de rotsblokken door naar het strand en wij probeerden de toestand van de koralen al in te schatten. Maar, dat was niet goed te zien. De helderheid viel nog wat tegen.
Eenmaal op het strand kwam het paradijsgevoel onmiddellijk, blauwe zee met rotsblokken die er boven uit zaten, smal wit strand en gelijk aan het strand het oerwoud. Het zag er bergachtig uit. Over een zandpad sloften we met onze fototassen naar het restaurant voor de verdeling van de kamersleutels. Het restaurant was een houten vloer met daarop palen en een hele grote kap met palmblad, ondersteund door een enorme boom. De keuken was in een hoekje, min of meer buiten en was wel heel eenvoudig uitgerust met kleine houtoventjes in metalen emmertjes op een blok beton. De mensen in de keuken waren met ons mee gevaren van Maroantsetra naar L’Hippocampe lodge.
De lodge bestond uit 5 gebouwtjes met de kamers en het restaurant. Onze tweepersoonskamer lag helemaal achteraan, met gelijk daar achteraan de huisjes van het personeel en wat huisjes van de bevolking. Net achter onze kamers stond de generator voor de elektriciteit en rechts van de kamer was een hokje waar bijna constant een vuurtje brandde en rookte. Rechts van onze hut was een soort keukenopslaghut en links van ons nog een kamer. De wandjes waren bijna doorzichtig. Van privacy was dan ook geen enkele sprake. Verder was de kamer klein. het bed stond in de hoek, er lagen hele dunne matrasjes op en je kon er net voor langsheen lopen naar de badkamer. Deze had meestal alleen koud water. Een kraan was er niet, wel een douchekop. En een toilet, zonder bril. Kortom eenvoudig. Elektriciteit was er in de avond van 18.00 tot 22.00.
Slapen bleek een uitdaging terwijl het eten heel goed was.
De omgeving van de lodge was heel interessant. Geen wegen, geen auto’s, geen fietsen, geen verlichting, geen gebouwen. Naast de lodge lag de school met daarvoor een pleintje rondom een enorme mangoboom. Kinderen van het dorp kwamen er in het bijbehorende schoolshirt al vroeg aan. Gelijk naast de school begon ook het dorp. Je liep er zo naar toe onder een aantal enorme bomen door. Eenvoudige houten huisjes met kippen, eenden, wat zeboe’s of een klein aangeveegd erf. ‘s Morgens al heel vroeg was het al een drukte van belang. Rond 6 uur was iedereen op en ging al aan het werk. Er werd hout gehakt, de netten voor het vissen werden gevouwen etc, etc. ‘s Avonds rond 18.00 uur was het helemaal donker. In het dorp zaten dan overal mensen in het donker te kletsen. In de huisjes zag je de houtvuurtjes voor het koken branden. In sommige huisjes schetterde een radiootje met Afrikaanse muziek. Het zag er gezellig en heel gemoedelijk uit. Mensen groetten, waren vriendelijk en in het Frans ook gemakkelijk benaderbaar. Ook vonden de mensen het fotograferen geen enkel probleem.
Een eindje verder lopen langs het strand lag een dorpje van vissers die er tijdelijk verbleven. Het bestond uit hutten van stokken en palmblad. Een groot deel van deze hutten werd gebruikt om vis te roken. In de andere hutten woonden de vissersfamilies. Alles zonder enig comfort. Aan het eind van de middag werden de vislijnen uitgezet. s’Morgens werden de netten en de lijnen weer binnengehaald en werd de vangst gereed gemaakt voor het roken.
Elke morgen begon de eerste wandeling rond een uur of 8. Deze ging over smalle modderige tracks, vol grote stenen en kronkelende wortels, beroep en bergaf. De temperatuur was hoog evenals de luchtvochtigheid. Daar langs wandelen met een groep van 11 met flinke foto uitrustingen om te gaan fotograferen bleek een hele uitdaging. Voor de groep liep meestal gids Emile. Achteraan de groep liep gids Juberson. Rond lunchtijd kwamen we terug. Later op de middag, of in de avond volgde dan de tweede wandeling. Soms volgde in de avond nog een wandeling. In totaal werd er dus dagelijks een uur of 6 gelopen. Dus de middag was vaak perfect voor een mooie snorkeltocht. ‘s Avonds brandde het licht op de lodge tot een uur of tien. Dus, bleef er niets anders over dan vroeg slapen.
In Masoala zagen we wel heel bijzondere dieren. Verschillende lemuren, Lead tailed gekko’s, kameleons etc. Fotograferen bleek verschrikkelijk moeilijk. De lemuren zaten meestal boven in de bomen, daar was het donker terwijl door de bladeren helder zonlicht scheen. Een prachtige fotografieuitdaging. Maar, slecht voor de nek.
Van 19 tot 23 uur verbleven we in Masoala. Was ook genoeg. De plek was uitzonderlijk, maar het onderkomen was onnodig minimaal. Dus keken we al weer uit naar de volgende bestemming.
Geschreven door Peters.blog