Vandaag stond er een een heel andere wijk van Osaka op de planning. Met de metro spoorden we in een kwartiertje naar het historische kasteel van Osaka. En nu Kris de e-sim kaart heeft, kunnen we bovengronds met de app de weg zoeken naar onze eindbestemming. Het werd al snel duidelijk dat dit kasteel de topattractie is voor toeristen. Een massa volk, dus was het wel even aanschuiven om tickets te bemachtigen. Maar je ziet onderweg dan ook alle soorten van volk. Wat ons opvalt is dat de jonge Japanse meisjes altijd keurig gekleed zijn, de één al wat antieker dan de andere. Kinderen lopen er permanent rond in wat wij hier communiekleren noemen, met veel tule en franjes. Zelfs honden worden uitgedost, inclusief een zonnebril. De andere kant van de medaille is dat veel senioren hier vertwijfeld op zoek zijn naar muntstukken die toeristen in de drankautomaten achterlaten, of ze voeren ondankbare jobs uit omdat hun pensioen ontoereikend is om van te leven. Dat zou in Japan echt een probleem zijn.
De oorsprong van het Osaka kasteel ligt in 1496, toen priester Rennyo van de Hongan-ji tempel een pastorij bouwde op het domein. Nadat de Hongan-Ji haar hoofdtempel naar deze plek verhuisde viel het in 1580 ten prooi aan oorlog en vernieling. Drie jaar later verscheen Hideyoshi Toyotomi die mee aan de wieg stond van de eenmaking van Japan. Hij bouwde een groots kasteel met een stevige vesting eromheen. In de Summer War van Osaka in 1615 werd het kasteel overmeesterd en de familie Toyotomi geruïneerd. Vandaag staat alleen nog de hoofdtoren overeind en is het kasteel zelf verzand in een park met hier en daar nog restanten zoals enkele majestueuze toegangspoorten. De toren bleef trouwens ook niet gespaard van onheil. In 1665 werd de top neergebliksemd en pas in 1931 heropgebouwd zoals we het vandaag kunnen zien en bezoeken. In WOII gebruikten de Amerikaanse Air Force de site nog voor hun air raids, met nieuwe beschadigingen tot gevolg.
De toren is nu Japans cultureel erfgoed en meer dan een bezoek waard. Op de acht verdiepingen (die elke keer wat smaller worden) is er een tentoonstelling ingericht volgens een bepaald thema. Uiteraard over het gebouw zelf waar we leerden dat de originele amuletten op de daken vroeger van massief goud waren en vandaag van metaal zijn met twee laagjes goud eroverheen. Er was een gouden theekamer, maquettes van het kasteel zelf, originele geschriften, de Summer War van Osaka die blijkbaar heel belangrijk is geweest voor deze stad. Alle uitleg was netjes vertaald in het Engels maar wij keken al even graag naar de historische tekeningen op de par-avants die de kasteelheren destijds rijk waren. We konden ook een tijdelijke tentoonstelling meepikken over hoe Nederlanders in 1600 hier met hun boot ‘De Liefde’ aanmeerden. Op de topverdieping was er toegang tot een gaanderij en dat was een vreemde ervaring. De historische toren en het bijhorende park is helemaal omgeven door ultramoderne kantoorgebouwen en appartementen. De ene blikkerde al wat feller dan de andere.
De namiddag besteedden we aan het Museum van Oosterse keramiek dat ook in deze wijk ligt. Wat een weelde aan de fijnste serviezen en gebruikskeramiek. We zagen flinterdunne theekommetjes in jade en lapis lazuli, met getekende kraanvogels, lotusscheuten en pioenen erop van gebakken ijzer of koper, snuifdoosjes van 2 cm groot… we keken onze ogen uit. En nog het meest bijzondere was dat veel objecten meer dan duizend jaar oud zijn. Ze kwamen voornamelijk uit Korea en China. Echt een aanrader en zeker een ommetje waard. De metro was vlakbij zodat we ook snel weer in ons hotel geraakten.
Het avondeten hielden we simpel, met een restaurantje tegenover de deur waar de oma haar specialiteit voor ons klaarmaakte: vis en groenten in misosoep. Scheppen en slurpen dus.
Morgen zullen we een heel andere cultuur zien, dan bezoeken we de wereldtentoonstelling op een nieuw aangelegd eiland aan de kust van Osaka. We zijn nu al benieuwd.
Mata Né !
Suzanne en Kris
Geschreven door YesweScan