Northern Territory rocks!
Het lijkt me geen slechte slogan om deze staat te definiëren. Zeker niet wanneer we het over het zuiden ervan hebben, een enorm gebied dat reeds in het midden van Australië ligt en de Aussies 'the red centre' noemen. Te midden van deze ondergrond van rood zand die een oppervlakte heeft zo groot als Europa liggen enkele geologische eigenaardigheden die behoren tot de bekendste en meest herkenbare landschappen op onze planeet. Het gaat om bijzondere rotsformaties die door hun duizelingwekkende ouderdom reeds zwaar geërodeerd zijn tot unieke creaties.
Geologisch gezien is Australië eigenlijk dood, er zijn geen grote aardbevingen of vulkanen die nog nieuwe landschappen vormen en het land drijft langzaam maar zeker als een gigantisch afbrokkelend vlot naar het noorden toe waar het Japan uiteindelijk zal pletten tegen de Chinese kust. Australië zal er tegen dan nog veel platter uitzien want de enigste kracht die er momenteel nog op inspeelt is de afbrekende erosie die uiteindelijk alles met de grond zal gelijk maken en grote delen van het land zullen zelfs onder zeeniveau verdwijnen.
Maar zover is het nog niet. Wat je vandaag echter ziet is wel reeds het tussentijds resultaat van dat proces. Je bent er getuige van de boetserende krachten van voornamelijk water en wind die nu reeds tientallen miljoenen jaren vrij spel hebben gehad om het landschap vorm te geven.
Het kroonjuweel van dit alles is ongetwijfeld Uluru, bij velen beter bekend onder de westerse naam Ayers Rock (ook hier heeft men er momenteel voor gekozen om officieel de oorspronkelijke naamgeving van de Aboriginals te hergebruiken). Deze imposante steenmassa - het gaat eigenlijk om één grote rotsblok waarvan het grootste deel onder de grond zit! - is één van de mooiste natuurlijke wonderen ter wereld. Met een omtrek van bijna 10km en een hoogte hoger dan de Eiffeltoren steekt ze plots steil en indrukwekkend boven het vlakke woestijnlandschap uit. Naargelang de invalshoek van de zon laat Uluru een caleidoscoop aan kleuren zien die variëren van fel oranje tot bloedrood en van donkerbruin tot nachtelijk grijs. Wanneer je er rond stapt, verandert 'the Rock' steeds van vorm en de vele constante wisselende gelaten stralen een zekere kracht en mystiek uit, zeker van dichtbij.
Het valt niet te verwonderen dat Uluru bij de Aboriginals als heilig werd beschouwd, 'superheilig' eigenlijk want in hun opvatting is al het land heilig. Sommige delen van Uluru waren zelfs zo onaantastbaar dat er niet over gesproken mocht worden. Voor meer dan 20.000 jaar werd deze kolossale rotsblok op een dergelijke manier aanbeden. Pas in 1872 werd Uluru voor het eerst door een Europeaan aanschouwd, niet veel later werd ze voor het eerst beklommen (volgens het inheemse geloof is dit ronduit heiligschennis), om haar daarna volledig af te nemen van de Aboriginals. Hun cultuur was in haar diepste ziel geraakt.
Vanaf Uluru zie je aan de horizon nog iets mysterieus boven het landschap uittorenen: de 36 reusachtige rotskoepels van Kata Tjuta (vroegere westerse naam: the Olgas). Het is fantastisch mooi om er doorheen te stappen, maar begin er niet te laat aan want als de temperatuur te hoog oploopt, wordt het verboden terrein.
Ook Watarrka (Kings Canyon), iets meer naar het noorden, heeft wandelpaden met onvergetelijke uitzichten waar je bestand moet zijn tegen de hitte. Helemaal beneden in de diepe kloof tref je een oase aan met een resem planten die dateren uit de periode dat Centraal-Australië nog een tropisch klimaat had en hoewel de woestijn nu heerst tot in de verre omtrek hebben ze hier steeds stand kunnen houden.
Daar niet zo ver vandaan (naar Australische maatstaven!) liggen de 640km lange Mac Donnel Ranges. Deze oeroude bergketen die ooit zeer hoog was, herbergt op verschillende plaatsen stukjes rivier die zelfs in het droge seizoen nooit opdrogen. Dergelijke waterpoelen zijn overheerlijk om de heetste uren van de dag door te brengen. Een waar genot die je in zo'n onherbergzame streek dubbel op prijs stelt.
De Mac Donnel Ranges hebben van noord naar zuid maar één doorgang en daar ligt met haar 28.000 inwoners de grootste plaats in Centraal-Australië: Alice Springs. Zoals de meeste steden van Australië is ze (zeker voor Europeanen) niet aantrekkelijk, maar ze speelde wel een zeer belangrijke rol in het 'openen' van het immense binnenland. De Stuart Highway die het zuiden van het land met Darwin in het uiterste noorden verbindt, loopt er dwars doorheen. Er is nu ook een spoorweg die voor bevoorrading zorgt en de luchthaven wordt vaak gebruikt door de befaamde 'flying doctors' die medische hulp bieden aan nederzettingen die verspreid liggen in de uitgestrekte verlatenheid van de outback.
Na bij verschillende mensen meer inlichtingen te hebben gewonnen kwamen Yayoi en ik tot de constatatie dat we met onze camper best niet vanuit Alice Springs naar het westen van Australië zouden rijden. Op een kaart staat er wel aangegeven dat je niet over een 4X4 hoeft te beschikken, maar de onverharde weg is van zeer slechte kwaliteit en de rotsachtige ondergrond zorgt op sommige plaatsen gegarandeerd voor platte banden (ook al laat je er op voorhand wat lucht uit). Het duurt 1.250km vooraleer je terug asfalt onder uw wielen hebt en hulp ligt gevaarlijk veraf. Iemand zei ons al grappend dat er zo veel autowrakken langs de baan liggen dat je wel gemakkelijk aan reserveonderdelen kunt geraken. Onze camper zou wellicht volledig uit elkaar vallen en onze verzekering bleek deze route ook niet te dekken, meer nog: we konden van de verhuurmaatschappij zelfs 1.500 euro boete krijgen als we hun voertuig over deze baan lieten rammelen. We vonden (nu nog steeds eigenlijk) het bijzonder maf dat Australië geen verbinding heeft voor normaal verkeer tussen het westen en het centrum van het land. De enigste manier is om eerst volledig naar het zuiden of naar het noorden te rijden, in beide gevallen een omweg van vele duizenden kilometers. Hoewel we juist van die richting kwamen besloten Yayoi en ik de noordelijke route te nemen, om later via het zuiden terug naar Sydney te rijden, aan de zuidoost kust.
Het was een bittere pil om door te slikken, maar dit doe je best snel. Het heeft geen zin om lang over iets te tobben waar je toch niets meer kunt aan doen. Bovendien gaan we nu enkele formidabele plaatsen passeren die oorspronkelijk niet op onze route lagen. We zullen wel nog veel kilometers mogen vreten en talloze uren achter het stuur doorbrengen. Een groot geluk dat Yayoi en ik naast een koppel ook bijzonder goede vrienden van elkaar zijn en we elkaar graag aan het lachen brengen of houden van lange gesprekken voeren. We zijn van oordeel dat met de juiste ingesteldheid en focus verschillende culturen best wel goed met elkaar kunnen leven. Het kan zelfs voor een meerwaarde zorgen.
In Australië ligt de cultuur van de Aboriginals en de blanken wel mijlenver van elkaar. Zelfs nu nog is het voor Yayoi en mij soms nog bevreemdend om die twee bevolkingsgroepen bij elkaar te zien. Neem nu zoals in het park waar we in onze camper een middagmaal aan het bereiden waren en een blanke man het gras zagen afrijden terwijl een 25-tal Aboriginals onder een boom in de schaduw zaten. Als bij wijze van spel probeerden Yayoi en ik ons te verhuizen in hun hoofden.
Bij de blanke man was het zoiets als:
"Zie mij hier nu hard aan het werken. Het is zelfs meer dan 40°c. Dit terwijl die Aboriginals hier gewoon rondhangen, vele wellicht met een stuk in hun voeten. Wat later zullen ze dan naar de supermarkt gaan met het uitkeringsgeld die ze krijgen door de belastingen die ik betaal. Dan zullen ze de grootste junkfood verorberen en zich nog meer lazarus drinken om morgen dan opnieuw in het park te niksen. Het verwondert me niets dat hun cultuur in tienduizenden jaren nauwelijks is veranderd. Ik weet wel dat de omstandigheden in Australië wel moeilijk waren voordien: er waren geen dieren die je kon domesticeren en landbouwgewassen waren er evenmin. Vroeger moesten ze steeds voedsel zoeken of jagen en door de barre omgeving was dat in kleine groepjes. Niet zo bevorderlijk natuurlijk voor de ontwikkeling van een grote beschaving, maar wees nu eens serieus: door op uw luie kont hier in het park te zitten geraak je toch geen reet vooruit! Geef die mensen nog tienduizend jaar en ze zullen nog niet op de maan kunnen landen. Sommigen zeggen dat ze dit leven zelf niet hebben gewild, maar dat ze dan terug ophoepelen naar de wildernis. Er zijn nu toch genoeg reservaten? Ik ga die hier niet blijven onderhouden. Worden die daar trouwens zelf gelukkig van? Toch een raar volkje, die zwarten!"
Bij de Aboriginals was het zoiets als:
"Die blanke is toch volledig zot. Wie is nu op het heetst van de dag zo druk bezig? En waarom rijdt hij het gras zo kort af: de dieren kunnen daar toch niet meer in schuilen? Zo veel water dat die trouwens verbruikt om het gazon zo groen mogelijk te maken. Wat probeert die eigenlijk, een Engelse tuin in de woestijn aanleggen of zo? Die blanken zijn hier toch nu reeds verschillende generaties, hebben zijn nog steeds niet door dat ons land hier niet voor geschikt is? Weet die nu niet dat het reeds sinds 1992 is dat grote delen van Australië te kampen hebben met uitzonderlijk lange en extreme droogte? Dit is een catastrofe voor al het leven en een probleem die overigens nog eens door hun zogenaamde beschaving is ontstaan. Zijn die van plan om heel ons dierbare land om zeep te brengen? Maar naar het schijnt kan die man daar zelf niet aan doen. Hij moet wel hard werken, want hij heeft een dertigjarige lening af te betalen op zijn groot huis, en die twee nieuwe terreinwagens dan, en al die verzekeringen, en de hoge energiekosten, en de zoon die een nieuwe fiets nodig heeft, en de dochter die merkkledij wilt omdat dat cooler is, en de vrouw die vindt dat ze nu wel een dure resortvakantie naar Mauritius heeft verdiend en de nieuwe smartphone die hijzelf zien liggen heeft in de winkel en zoveel reclame voor wordt gemaakt. Die blanken vinden overigens steeds meer en sneller nieuwe dingen uit en naar het schijnt is het belangrijk dat je dat allemaal koopt. Ze zeggen zelfs dat je er zonder niet kunt leven. Hij moet wel hard werken, want anders wordt hij misschien wel ontslagen en neemt zijn baas iemand beter aan. De winstcijfers liggen misschien iets lager dan vorig jaar en dat mag niet. Ze leven in een kapitalistische wereld en die kan niet zonder meer en meer en meer en meer groei. Hoe lang denken die dat nog vol te houden? Worden die daar eigenlijk gelukkig van? Er zijn er daar zelfs die zichzelf doden. Toch een raar volkje, die blanken!"
Het is duidelijk dat de Aboriginals en de blanken nog veel samen 'achter het stuur' moeten zitten en lange gesprekken voeren alvorens zij elkaar goed begrijpen en in goede verstandhouding aan een gemeenschappelijke toekomst werken. De westerlingen zijn uiteraard oppermachtig, maar je merkt toch toenadering.
In 1985 werd Uluru, misschien wel het bekendste symbool van Australië, officieel teruggegeven aan de Aboriginals. De vreugde bij de inheemse bevolking was met geen pen te beschrijven. Het was een duidelijk signaal dat ze in hun eigen land op meer erkenning konden rekenen, dat met hen ook rekening werd gehouden.
De Australische overheid verwachtte wel dat Uluru toegankelijk bleef voor alle Australiërs en bij uitbreiding de hele wereld want ze was uitgeroepen tot werelderfgoed en behoort aan de hele mensheid toe. Er werd ook verwacht dat gedurende de eerste 99 jaar hun geliefkoosde berg samen werd beheerd om het steeds groter wordende aantal bezoekers in juiste banen te leiden.
Jaarlijks schittert de schoonheid van Uluru nu in de ogen van meer dan 300.000 mensen. Maar om de vegetatie te sparen mag je niet van de vaste wandelpaden afwijken. Er wordt gesensibiliseerd om de rotsmassa niet meer te beklimmen of van dichtbij foto's te maken van de heiligste delen. Dieren die in de regio waren uitgestorven worden opnieuw geïntroduceerd. In Yulara, een dorp dat recent is gebouwd op 18km van de rots (en met haar duizend inwoners de vierde grootste plaats is in Northern Territory!), worden Aboriginals opgeleid om mensen vanuit de hele wereld naar moderne maatstaven te ontvangen. Reeds 262 onder hen zijn geslaagd en hebben een vast contract. Water wordt er volledig gezuiverd en energie komt van zonnepanelen. Meer dan 20% van de opbrengsten wordt rechtstreeks geïnjecteerd in gezondheidszorg, educatie, armoedebestrijding en grotere economische en sociale participatie van de lokale inheemse bevolking. Veel Aboriginals worden hier terug trots op hun eigen achtergrond en geven gratis culturele voorstellingen.
Het mocht misschien allemaal wat vroeger begonnen zijn of de inspanningen mogen vandaag nog wat hoger liggen, maar met de juiste wil is er de mogelijkheid om de hele wereld te laten zien dat Uluru niet enkel in het rode centrum van Australië ligt, maar zelfs het rode hart ervan is!
Geschreven door KevinYayoiTravel