Qeensland deel 1

Australië, Townsville

Warmer. Het wordt steeds warmer. Na nu net iets meer dan 3.000 km naar het noorden te zijn gereden ligt de temperatuur reeds gevoelig hoger. In Sydney was het nog putje winter en we hadden er zelfs twee keer nachtvorst. Wanneer je de grens van de staat New South Wales oversteekt naar Queensland kom je in een subtropisch klimaat terecht waar droge en natte seizoenen veel meer bepalend zijn dan jaarlijkse schommelingen in temperatuur. Vanaf het stadje Townsville, die we zonet gepasseerd zijn, kan je zelfs zeggen dat je u in de tropen bevindt. Onderweg naar hier uiteraard terug fantastische stops gedaan.

Brisbane, de grootste stad van Queensland waar zelfs de helft van haar inwoners wonen, hebben we overgeslagen gezien Yayoi en ik in Australië meer geïnteresseerd zijn in de grote steden Sydney, Melbourne en Perth en daar wat meer tijd willen doorbrengen. Zelfs de tientallen kilometers lange stranden van Gold Coast en Sunshine Coast die de stad flankeren hebben we nauwelijks bezocht, hoewel (of misschien net daarom!?) die toeristisch behoorlijk zijn uitgebouwd en wereldbekende faam genieten. Ze zijn misschien het best te vergelijken met Miami Beach, zonder de misdaad dan.
Brisbane haalde enkele jaren terug overigens het internationale nieuws doordat de stad toen getroffen was door rampzalige overstromingen die zoveel schade berokkend hadden dat de autoriteiten het vergeleken met de impact die een oorlog kan veroorzaken. Australië heeft gelukkig al wat ervaring opgebouwd in het omgaan met natuurrampen en ze zullen die in de toekomst ongetwijfeld nog vaak nodig hebben. Het klimaat kan hier extreme proporties aannemen.

Onze eerste echte stop in Queensland was Hervey Bay, een klein en fraai gelegen stadje aan de kust. Van hieruit kan je twee bijzonder mooie excursies doen.

Het eerste is Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld met een lengte van 128 km. Deze grote zandbank werd in de loop van miljoenen jaren gevormd doordat zand werd afgezet op de kust en zich ophoopte tegen het continentale plat. Wat de plaats zo bijzonder maakt (het is overigens terecht uitgeroepen tot werelderfgoed), is dat het weelderig begroeid is door regenwouden. Nergens anders op Aarde is een tropisch bos erin geslaagd om zich zo volop te kunnen ontplooien op een bodem van enkel zand. De wouden op Fraser Island getuigen van het creatieve aanpassingsvermogen van de natuur en biologen zijn nog steeds verder aan het onderzoeken welke mechanismen de bomen hier hebben ontwikkeld om aan genoeg voedingsstoffen te geraken. Het is zelfs zo dat het hout van zo'n superieure kwaliteit is dat het resistent is tegen parasieten en hoewel het licht is, is het bijzonder sterk. Houthakkers hadden dit vrij snel door en veel bomen werden omgehakt om er o.a. scheepsmasten van te maken.
Het eiland werd voor het eerst vermeld in 1770 door kapitein Cook, maar die liet het links liggen omdat hij vermoedde dat hij er geen zoet water zou aantreffen. Maar wat had hij het mis: in het beboste hart van het eiland liggen maar liefst veertig meren met het zuiverste water dat je u maar kunt voorstellen. Het bekendste meer is Lake MacKenzie dat deels omzoomd is door een lang wit strand. Enkele tientallen jaren geleden had een avonturier een foto getrokken van dit meer en wanneer die werd gepubliceerd veranderde plots de hele bestemming van het eiland. De overheid riep een halt toe aan de houtkap en volledig Fraser Island werd uitgeroepen tot nationaal park. Geen slechte keuze, want het wordt nu dagelijks door zo'n 500 mensen bezocht, waaronder veel 4x4-fanaten die vooral de Seventy-Five-Mile-Beach aan de oostkant als grote speelplaats gebruiken. Door de grootte van het eiland hangt er toch nog een sfeer van ongerepte wildernis en het is zowat de enigste plek in Australië waar je nog raszuivere dingo-wolven kunt aantreffen (ergens anders zijn ze veelal gemengd geraakt met honden). Wijzelf hebben het geluk gehad er twee te hebben gezien, want er zijn er naar schatting maar zo'n 200 op het eiland en het gaat toch om een vrij grote brok jungle.
Om een goed idee te krijgen van de pracht van de bossen is het aan te raden één van de talloze beekjes te volgen die steeds gedecoreerd zijn door prehistorische varens en woudreuzen. Het water is meestal maar tot kniehoogte diep en de witte zandbodem onttrekt elk kabbelend geluidje zodat het er muisstil is. Zonder meer een unieke plaats.

Een tweede highlight vanuit Hervey Bay is om met een boot op zoek te gaan naar walvissen die de grote baai tussen Fraser Island en het Australische vasteland gebruiken als rustplaats op hun jaarlijkse migratieroute. Het kalme en voedselrijke water is voor hen ideaal om even uit te blazen op hun duizenden kilometers lange tochten en de meeste walvissen blijven hier vier à tien dagen. In het juiste seizoen (nu) is de kans dat je deze kolossen aantreft gegarandeerd, want er passeren hier jaarlijks nu opnieuw maar liefst meer dan 10.000 exemplaren.
Yayoi is aan de kust gebleven, gezien ze niet zo zot is van het water (zolang ze maar zot is van mij is dit niet noodzakelijkerwijs problematisch). Ik sprong daarentegen met een hoop mensen op een boot en iets meer naar het noorden toe kwamen we onze eerste twee walvissen tegen. Het gaat om sociale dieren en ze waren duidelijk even nieuwsgierig om ons te zien dan wij hen: meer dan een uur zijn ze vlak naast onze boot gebleven. Soms zochten ze oogcontact, soms doken ze onder ons (via kleine venstertjes kon je ze ook zien onder het wateroppervlak), soms sprongen ze zo ver mogelijk uit het water (dit helaas niet op foto kunnen vastleggen) en één enkele keer heb ik zelfs een douche gekregen toen er één van de twee walvissen vlak naast mij met een grote kracht water uit zijn spuitgat blies.
Wanneer je u zo dicht bij deze dieren bevindt, valt hun enorme omvang pas echt goed op. Maar deze bultruggen halen maximum 16 meter in lengte, terwijl de blauw vinvis (het grootste dier dat ooit op Aarde heeft bestaan en zelfs alle dinosauriërs in lengte voorbijsteekt) vaak langer dan 30 meter is. Deze fenomenale grote walvissoort is door de mens echter meedogenloos bejaagd geweest en in iets meer dan een eeuw tijd was naar schatting 99,5% van hun populatie gedood. Nu is deze mastodont beschermd, maar wetenschappers zijn nog steeds niet volledig zeker of de blauwe vinvis het nog zal kunnen redden. Uit DNA-onderzoek blijkt dat alle exemplaren die ze nu soms nog aantreffen van slechts zo'n tien verschillende moederdieren afstammen! Het blijft bang afwachten, want buiten ze niet meer doden is er bijzonder weinig dat we kunnen doen. De kans is zeer klein dat ik ooit een blauw vinvis zal zien (wiens tong alleen al de grootte heeft van een Afrikaanse olifant), maar weten dat ze nog bestaan is soms ook al goed.
Iets verder kwamen vanuit verschillende richtingen in totaal zes bultruggen naar ons toe gezwommen om een kijkje te nemen en toen we volledig omsingeld waren barstte de hele boot uit in een luid juichend enthousiasme. De kapitein speelde hier handig op in door de 'hydro-phone' aan te zetten en via luidsprekers konden we plots de walvissen met elkaar horen communiceren. Niemand aan boord maakte nog enig geluid bij het horen van deze vreemde prehistorisch aandoende klanken. Het was ronduit betoverend!

Tijdens onze tocht verder naar het noorden zijn Yayoi en ik er ook in geslaagd om onze eerste foto's te maken van kangoeroes, zonder twijfel één van de meest kenmerkende dieren van Australië. Er zijn tamelijk veel verschillende soorten, maar de rode is met zijn 1,8 meter de grootste. Wanneer je iets te dicht nadert, beginnen ze plots collectief weg te springen om uiteindelijk te verdwijnen in de diepte van het landschap. Hun manier van voortbewegen is best wel grappig om zien, bijna alsof het om grote konijnen gaat. Raar genoeg is hun aantal sinds de komst van de Europeanen toegenomen en ze zijn momenteel met meer dan 50 miljoen (twee keer zoveel als mensen). De reden hiervoor is dat boeren op talloze plaatsen grondwater naar boven pompen voor hun vee en de kangoeroes kunnen nu ook in de droogste regio's hun dorst lessen en floreren. Jaarlijks mogen er van de overheid zo'n drie miljoen worden doodgeschoten (hun vlees wordt geconsumeerd). Maar ze behoren ook zeker tot de grootste verkeersslachtoffers van het land, want Yayoi en ik hebben langs de baan al honderden (op sommige plaatsen is het een waar slagveld!) dode aangetroffen. Er zijn wel veel ambulances om gewonde dieren te helpen en veel Australiërs zullen na een aanrijding ook even kijken in de buidel van een vrouwtjesdier, want hoewel de moeder misschien wel dood is, kan het jong nog leven.

In een riviertje in een bergachtig stuk regenwoud hebben we nog zo'n rare snuiter van de Australische dierenwereld gezien: het vogelbekdier! Dit merkwaardige semi-aquatische, met bont bedekte zoogdier heeft een snavel als een eend, een staart als een bever en legt eieren als een reptiel. De mannetjes hebben giftige sporen achter hun zwemvliezen met gif dat een hond kan doden. Toen er voor het eerst exemplaren in Engeland arriveerden, dachten biologen dat het om een grap ging. Het zijn schuwe nachtdieren en de kans er één in het wild te zien is niet zo groot. De juiste rivier uitkiezen is noodzakelijk, evenals geduld en stilte bewaren, liefst in de avondschemering (vroege ochtend is ook mogelijk, maar dit is toch iets lastiger voor Yayoi en mij, want wij zijn zelf ook best wel halve nachtdieren).

Hoewel het op een eiland ligt en het nogal prijzig is om er te geraken mag op de tocht naar het noorden Whitehaven Beach niet worden overgeslagen. Het gaat ongetwijfeld om één van de mooiste stranden ter wereld. Het zand is perfect wit en is zo mooi rond dat het eerder als fijn poeder aanvoelt dan iets met een ruw oppervlak. Uiteraard is het water er azuurblauw en naast walvissen heeft het zeeleven nog veel meer te bieden, want het Pinkstereiland (waar het strand op gelegen is) is onderdeel van het Groot Barrièrerif. Deze meer dan 2.000 km lange keten van koraalriffen en weelderige tropische eilanden is met verve één van de parels van onze planeet. In een volgend verslag meer daarover!



Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.