Bali. Met de boot was het maar een kleine overtocht vanuit Java, maar het vormde wel een enorme sprong naar een andere cultuur. Bali valt immers niet te vergelijken met de rest van Indonesië. Wanneer je enkel dit eilandje bezoekt, kan je niet echt zeggen dat je het land hebt gezien, maar het omgekeerde geldt toch ook voor een deel: wanneer je niet naar Bali komt, heb je toch een belangrijk deel van de Indonesische archipel links laten liggen. Het eiland Bali, dat door haar bewoners het 'Eiland der Goden' wordt genoemd, heeft immers een zeer levendige hindoeïstische cultuur (of liever gezegd: een Balinese variant daarvan) en verschilt daarmee grondig van de rest van het Indonesische eilandenrijk waar de islamitische cultuur van Java zich zo goed als overal heeft verspreid.
Je kan als reiziger op geen enkele plaats naast het enorme belang die Balinezen aan hun geloof hechten kijken. Het hele eiland is er door overrompeld. Bali telt momenteel meer dan 20.000 tempels (waarvan ook veel huistempels), maar daarnaast eveneens een ontelbaar aantal altaren, paviljoens en pagodes. De inwoners brengen vijf keer per dag een offer, meestal in de vorm schaaltjes gevlochten uit bananenblad die worden gevuld met bloesems , rijst, vruchten en wierrookstaafjes. Dit niet alleen vanwege hun geloof in vele goden, maar ook voor of tegen talloze geesten, demonen, heksen en monsters. Naast deze offergaven praktiseren de Balinezen nog een hele resem aan religieuze rituelen en het is fascinerend om zien hoe levendig dit alles hier nog wordt beoefend.
De cultureel-religieuze identiteit van de Balinezen is zo diep verankerd in hun dagdagelijks leven dat het wel onaantastbaar lijkt te zijn. Toen de Nederlanders het eiland enkele eeuwen geleden in bezit namen verkozen de lokale vorsten, hun families en veel aanhangers voor collectieve zelfmoord boven zich te laten onderwerpen. Desondanks deze plotse 'onthoofding' bleef de Balinese cultuur strak overeind. Toen na de onafhankelijkheid Java haar dominantie over het land begon te verspreiden bleef Bali zonder veel problemen toch haar eigen koers varen. Zelfs nu, na een periode van enkele decennia van een bijna ongecontroleerde toeristische ontwikkeling, blijft het alledaagse leven van de Balinezen vervlochten met talloze oude tradities en gebruiken.
Ooit was het eiland een insidertip onder wereldreizigers, maar ondertussen is het uitgegroeid tot één van de belangrijkste vakantiemetropolen in Zuidoost-Azië met jaarlijks meer dan drie miljoen bezoekers. Voornamelijk het deel Kuta staat tegenwoordig synoniem voor hotels, resorts, restaurants, discotheken, bars, boetieks, souvenirwinkels en wisselkantoren. Naast ontspanning zoekende gezinnen komen er ook veel jongeren die zich te goed doen aan een overvloed van drank, drugs (hoe gevaarlijk dit hier ook mag zijn) en seks. Gezien de relatieve nabijheid komt voornamelijk de Australische jeugd graag naar hier, vaak enkel met een attitude van "It's fuckin' paradise, mate!" en ze dompelen zich volledig onder in het schaars geklede hedonistische strand- en nachtleven.
Hoewel Indonesische moslims doorsnee behoorlijk gematigd zijn werden deze grootschalige 'godslasterlijke' uitwassen voor enkele Javanen echter teveel en een paar extremisten kwamen in oktober 2002 naar Bali om in twee discotheken gelijktijdig bommen te laten afgaan en daarmee meer dan 200 jongeren opbliezen. Het schokte de wereld en hoewel Indonesië na een ware klopjacht alle daders te pakken kreeg, was de paradijselijke idylle van Bali volledig aan flarden gerukt en de lokale tolerante bevolking kreeg plots jaren van zware economische tegenspoed op haar bord voorgeschoteld.
Maar Bali heeft vakantiegangers gewoon teveel te bieden en het eiland heeft zich momenteel tot een voordien ongezien niveau hersteld. Hoewel sommige stranden druk worden bezocht, beschikt Bali nog steeds over kilometers totaal verlaten stranden en op veel plaatsen is het best wel goed snorkelen en duiken. In het uiterste zuiden zijn de metershoge golven een ware populaire trekpleister onder ervaren surfers die van over de hele wereld naar hier afzakken om hun kunsten te verfijnen en ze ten toon spreiden. Deze prachtige golven die soms honderden meters lang zijn vormen hier zelfs vaak het toneel van internationale surfwedstrijden.
Het beoefenen van kunst (vaak tot een zeer hoog niveau) is nog zo'n klepper op Bali en ogenschijnlijk is zowat elke inwoner ertoe in staat. Zo goed als overal is het straatbeeld bijna overdadig overladen door beeldhouwkunst, houtsnijkunst en schilderkunst. Het overgrote deel hiervan is vervuld met religieuze betekenissen, maar door het massatoerisme is er ook massaproductie ontstaan van 'souvenirkunst' en niemand kan nog ontkennen dat de kunstbeleving waar Bali oorspronkelijk zo bekend om geworden was nu deels is gecommercialiseerd.
Niet te missen echter op het eiland is de kunstvorm dansen. Dit is van alle kunstuitingen van de Balinezen toch wel de must-see. Voornamelijk de dans 'legong' spreekt tot de verbeelding en is vanuit cultureel oogpunt zeer hoogstaand. Deze dans die nu reeds 800 jaar hetzelfde verhaal uitbeeldt, volgt een vaste choreografie met verfijnde voorschriften voor het gebarenspel van handen en vingers en de uitdrukking van de ogen. Het zijn vooral de rijk gedecoreerde danseressen die boeiend om zien zijn en enkel de meest getalenteerde bereiken de top, na een lange intensieve opleiding die reeds op hun vijfde levensjaar begint.
Bali. Denk na dit alles ook nog eens aan weelderig groene rijstterrassen en dichtbegroeide tropische oerwouden die worden gedomineerd door indrukwekkende vulkanen en je kan u toch een idee vormen waarom dit eiland is uitgegroeid tot een wereldbekend vakantieoord. Zelfs sommige Balinezen beginnen zich soms af te vragen "Are we getting too popular!?".
Voor mezelf was Bali een aangename, comfortabele afsluiter van mijn individuele reis door Hong Kong, Oost-Timor en Indonesië die op veel momenten toch behoorlijk uitdagend en avontuurlijk was. Naar westerse maatstaven is Bali zeer goedkoop, maar je kan er doorgaans toch rekenen op goede bedden, degelijke douches, een goede service en een gevarieerde keuken. Bovenal was het ook de plaats waar ik na twee maanden mijn lieftallige vrouw Yayoi terugzag (zonder meer voor altijd de vlam van mijn leven!) en ik heb ook veel lol kunnen trappen met een Belgische vriend (den Nelis) waarvan ik wel wist dat hij niet verlegen is om op een vliegtuigje te springen naar de andere kant van de wereld om eens af te spreken. We hebben in een rondrit van zoveel mogelijk verschillende aspecten van Bali geproefd waar het eiland zo rijk aan is en Nelis zal hier zelfs nog een weekje langer blijven plakken. Yayoi en ik hebben echter twee nachtelijke vluchten voor de boeg...naar een nieuw land: Australië!
Geschreven door KevinYayoiTravel