Java

Indonesië, Yogyakarta

Deel 1: Java en Indonesië

Java. Meermaals heb ik dit eiland tijdens mijn rondreis door Indonesië vervloekt. Het is immers de dominantie van de Javanen die aan de basis ligt van de grootschalige vernietiging van inheemse culturen en natuurlijke schoonheid doorheen het hele eilandenrijk. Het begon wel allemaal met hun eigen eiland. Java, wiens ruggengraat volledig wordt gevormd door immense vulkanen, was tot voor kort zonder twijfel één van de mooiste plekken op Aarde, maar door een ware bevolkingsexplosie is het in geen tijd zo goed als volledig aan flarden gerukt. Van het ooit zo weelderige regenwoud en haar groot en divers wildbestand blijft nagenoeg niets meer over. Er overleven enkel nog een veertigtal neushoorns in een plukje jungle in het uiterste westen en er zijn momenteel ook nog enkele panters die wanhopig proberen stand houden, voornamelijk in een paar stukjes regenwoud in het uiterste oosten. Verschillende diersoorten zijn echter reeds voorgoed verdwenen, waarvan de bekendste de Javaanse tijger is. Hoewel het om een aparte ondersoort gaat, werd dit prachtdier niet genoeg ruimte meer gegund om te kunnen overleven en in 1978 is het laatste exemplaar gestorven. Na de Balinese en Kaspische tijger was het de derde ondersoort die de wereld verloor en dit in amper 40 jaar.
Zowat het hele eiland moest in geen tijd plaats maken voor de snel groeiende steden en de nood aan steeds meer landbouwgrond om aan de behoeften te voldoen van een ongeziene bevolkingsgroei. Hoewel de overheid reeds 70 miljoen mensen heeft doen verhuizen naar andere plaatsen in Indonesië (met alle gevolgen vandien!) gaat Java nog steeds gebukt onder een populatie van maar liefst 143 miljoen inwoners. Omdat deze bevolkingsgroep zowel politiek, economisch en cultureel vlak het meest ontwikkeld is in Indonesië zwaaien ze overal de plak. De macht van hun door hebzucht verziekte politici strekt zich nu over het hele eilandenrijk uit en ze verrijken zich eindeloos door corruptie en plunderen van grondstoffen.

Ondanks alles zijn er op Java nog enkele bezienswaardigheden die ik niet wou missen en ik besloot er heen te vliegen. Tijdens mijn vlucht naar de stad Yogyakarta vielen drie zaken direct op vanuit het venstertje: het water aan de kust heeft een vies kleurtje en de koralen zijn bijna volledig verdwenen, de steden zijn bedekt door een grijsbruin deken van luchtvervuiling en het landschap wordt gedomineerd door talloze gevaarlijk uitziende vulkanen.
De zee rond Java is inderdaad ernstig vervuild omdat afvalverwerking op het eiland quasi onbestaande is. Veel mensen branden de troep zoveel mogelijk op, maar grote hoeveelheden (zelfs industrieel giftig afval) wordt gewoon in de rivieren gedumpt. Ik heb vernomen dat op veel plaatsen vissers in een straal van 40km rond het eiland niet veel meer vangen en als ze het doen gaat het om vis met een veel te hoog peil van loodvergiftiging. De luchtvervuiling van de steden is verder bijna niet te harden doordat pikzwarte dieselwolken en blauwachtige benzinedampen er zich vermengen met de vochtige, warme lucht. Deze ongeziene smog vermindert het leven van alle inwoners in deze uit al haar poriën dampende megasteden met enkele jaren en het drijft enkelen tot sarcastische opmerkingen zoals 'Wij zien tenminste wat we inademen'. En dan de vulkanen: zijn die een zegen of een vloek? Wat zeker is, is dat ze het landschap verfraaien en het mineraalhoudend as die ze uitspuwen zorgt voor misschien wel de beste landbouwgrond ter wereld. Bovendien zijn er door hun steile hellingen zelfs in het droge seizoen luchtstromingen die regenval veroorzaken en het maakt vele oogsten per jaar mogelijk. Maar toch: van de 129 actieve vulkanen in Indonesië bevinden er zich maar liefst 35 op Java en ze behoren tot de gevaarlijkste en minst berekenbare op Aarde. Tienduizenden mensen zijn er reeds door omgekomen en het zal nu het eiland zo overbevolkt is in de toekomst ongetwijfeld nog tot grote catastrofes leiden. Grote delen van het eiland zijn zonder meer een gigantische tijdbom.

Ik was in Yogyakarta uitgenodigd door een Australisch koppel die daar woont en die ik leren kennen had op het eiland Flores. Het gaat om een getalenteerd stel waarvan zij, Courtney, na afgestudeerd te zijn in internationale politiek en recht in Australië nu sociologie volgt aan de universiteit van Yogyakarta; terwijl hij, Michael, een doorbrekende kunstenaar is die onlangs een eerste prijs heeft gewonnen tijdens een expositie in Melbourne. Door haar achtergrond was voornamelijk Courtney een geliefde gesprekspartner van mij en in een paar dagen tijd hebben we wel meer dan twaalf uren gedachten met elkaar uitgewisseld. Ze had duidelijk kennis van zaken, maar zoals zoveel jongeren tegenwoordig werd ze deels verteerd door fatalisme. Ze groeien op in een wereld waarin ze vanalles fout zien lopen en geloven dat onze hele aardkloot naar de knoppen zal gaan zonder dat we er nog iets aan kunnen doen. Ik kan niet ontkennen dat positivisme bij de huidige jonge generatie bijzonder op de proef wordt gesteld, maar het is toch net dat wat we nodig hebben. Je kan geen problemen negatief en cynisch benaderen en dan verwachten dat het goed zal uitdraaien. Het is net de hoop op verandering die getalenteerde jongeren zoals Courtney een boost moet geven om zaken aan te pakken en organiseren. Als dat het enigste is wat ze heeft onthouden van mij na de lange gesprekken ben ik reeds tevreden.
Yogyakarta is een grote stad en de straten zijn gevuld met een drukte en kabaal van jewelste. Hoewel ik het adres van Courtney en Michael op een velletje papier had, kostte het me wat moeite om hun huis te vinden. Eens in hun wijk - met een wirwar van kleine straatjes - ging het wel redelijk vlot, want iedereen kende hen en op het einde stapte zowat de hele buurt met me mee. Anders dan in het Westen kent iedereen elkaar hier en in plaats van naar televisie te gapen loopt iedereen hier elkaars deur plat. Zelfs in zulke dichtbevolkte wijken weet iedereen bijvoorbeeld van wie welke kip is die op straat loopt. Het gaat nog om gemeenschappen in de echte betekenis van het woord.
Hoewel het om gematigde moslims gaat, was er door de ramadan bijna geen eten te vinden overdag, maar enkele restauranthouders waren toch bereid om achter gesloten gordijnen een maaltijd voor ons te bereiden. Ik kreeg de tip om Java te verlaten voor het Suikerfeest (einde van de ramadan) omdat het hele eiland dan verkeert in één groot verkeersinfarct. Iedereen wilt dan zijn familie bezoeken en het gaat om zowat de grootste jaarlijkse migratie van mensen op onze planeet. Hier rondreizen in die periode zou bijna onmogelijk worden.

In de omtrek van Yogyakarta liggen twee gigantische tempels: een boeddhistische en een hindoeïstische, waarvan ik de eerste met Michael heb bezocht. De heersende godsdiensten op het eiland Java zijn in de geschiedenis een paar keer veranderd, al naargelang welke handelaren er op hun kusten arriveerden. Raar dat mensen niet inzien dat de God waarin ze geloven afhangt van talloze historische toevalligheden en zich daar geen vraagtekens bij beginnen stellen. Geloof moet je echter wellicht vanuit een emotionele beleving ervaren, maar de ratio voert bij mij zodanig de boventoon dat ik daar geenszins ooit zal kunnen in slagen. Hoeft ook niet, ik voel geen enkele leemte op dat vlak die naar een invulling zoekt.
Borobudur, dat het grootste boeddhistische heiligdom ter wereld is, zet samen met Angkor Wat (Cambodja) en Bagan (Myanmar) zowat alle oude religieuze sites in Zuidoost Azië wat in de schaduw. Het gaat om een technisch-organisatorische topprestatie van 1200 jaar oud waarbij twee miljoen stenen in de juiste vorm zijn gekapt om een tempel met een vierkantig fundament van 118 op 118 meter te vormen die trapsgewijs dan naar boven gaan om te eindigen in cirkelvormige bovenverdiepingen. Hoewel het om een mastodont van een complex gaat, is het zeer verfijnd afgewerkt met talrijke bas-reliëfs. Ondanks het vele werk dat er is ingekropen heeft het maar bijzonder kort pelgrims aangetrokken door de opkomst van een andere godsdienst, het hindoeïsme. Borobudur werd al snel overwoekerd door de jungle en heeft verschillende uitbarstingen van de Merapi (gevaarlijkste vulkaan ter wereld?) en aardbevingen overleefd. De tempel werd uiteindelijk pas in 1815 herontdekt.
Prambanan is dan weer de plaats waar ik hindoeïstische tempels heb bezocht en ze zijn slechts vijftig jaar na Borobudur opgetrokken. Natuurgeweld en plunderaars hebben doorheen de jaren veel schade toegebracht, maar het blijft een spectaculaire plaats om te bezoeken.

Na afscheid te hebben genomen van het Australisch koppel ben ik via twee treinritten naar het oosten beginnen reizen, richting het eiland Bali. Onderweg heb ik een stop gemaakt om twee magnifieke vulkaanmassieven te bezichtigen.
De eerste was Bromo en dit is toch een klasse apart: het is ongetwijfeld één van de meest adembenemende landschappen ter wereld met epische proporties van bijna onrealistische schoonheid! De opeenstapeling van vele vulkanen, waarvan de meeste actief zijn, straalt een ware oerkracht uit, maar tegelijkertijd leggen de eerste zonnestralen van de dag er met hun warme kleuren een zacht fluwelen laagje over. Wat een geluk dat Java toch nog enkele van die plaatsen heeft kunnen behouden. Het is een absoluut meesterwerk van de natuur!
Nog verder in het oosten kwam ik uiteindelijk aan het Ijenmassief dat wordt gedomineerd door drie andere gigantische vulkanen. Ik heb er 's nachts in een diepe krater afgedaald met vele lokale arbeiders die op de bodem brokken zwavel ontginnen die al borrelend omhoog komen en stollen. De taaiheid van deze noeste werkers is bijna niet te vatten: met flip flops slippers dalen ze een levensgevaarlijk steil pad af om helemaal beneden - waar heet stomende nevelbanken zich met irriterende zwaveldamp vermengen - zware stukken geel zwavel in manden te leggen (tot 80 kilo!) die ze dan via een onmogelijk paadje vier uren lang tot aan een ophaalplaats brengen. De meesten doen dit zonder masker en doorsnee houden ze het maar vijftien jaar uit. Dit is ongeveer de tijd die de dampen nodig hebben om uw longen letterlijk weg te vreten. Ongelooflijk waar extreme armoede mensen toe kan drijven en zonder twijfel zullen enkele toplui van chemische bedrijven van dit praktijkje bijzonder rijk worden.
Als kers op de taart zag ik hier toen het daglicht werd nog eens de vulkaan Raung uitbarsten en haar aswolk ontplofte tot wel een kilometer in de lucht! Ik had nooit echt het gevoel in gevaar te zijn, maar weet wel dat de regio soms wordt afgesloten wegens teveel explosies, vallende projectielen en lavastromen. Eenmaal aan de kust gearriveerd sprong ik op een boot naar Bali waar ik volledig afgepeigerd toekwam. Zelden ben ik zo moe geweest, want ik had nu vier nachten op rij bijna niet geslapen door de goede tijd die ik had in Yogyakarta en de vulkanen die je 's nachts moet beklimmen omdat je meestal enkel 's morgens een goed open zicht hebt. Binnen een paar dagen arriveert - ongeveer halverwege mijn reis - één van mijn beste Belgische vrienden hier op dezelfde dag dat Yayoi me terug komt vergezellen. Voor zover de vulkaan Raung het echter toelaat, want ze hebben hier naar verluidt vijf luchthavens in de buurt tijdelijk gesloten...

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Dankzij de reisverhalen kan ik hier, in dat logge OCMW gebouw, af en toe eens wegdromen! Super mooi geschreven Kevin, ge zijt nen krak! ik blijf meegenieten.

Annelie 2015-07-17 10:00:26
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.