Deel 2: de tocht door Oost-Timor
Oost-Timor. Hoeveel mensen in de wereld kennen Oost-Timor? Qua naambekendheid van landen zal het wellicht wel ergens onderaan het lijstje bengelen. Dit ministaatje dat ongeveer zo groot is als Vlaanderen is het jongste land van Azië en bevindt zich tussen de twee reuzen Indonesië en Australië. Gezien ik in deze trip de laatste twee vernoemde landen aandoe en ik de ambitie heb om alle landen ter wereld te bereizen zal in geen enkele van mijn toekomstige reisroutes Oost-Timor meer uitgelezen in het vizier komen dan nu. Ik kon het niet links laten liggen. Bovendien valt er veel te ontdekken in dit landje en ik kon er ook opnieuw een visum regelen voor Indonesië.
Gezien het om één van de armste landen ter wereld gaat met een zeer gewelddadige recente geschiedenis besloot ik toch eens te polsen welk reisadvies ik op de website van ons ministerie van buitenlandse zaken kon terugvinden. Zeer eenvoudig: niets! Oost-Timor is gewoon niet opgenomen in het overzicht van landen. Wellicht omdat er vermoed wordt dat er toch niemand naar daar zal gaan. Ik weet niet in welke eeuw ons ministerie nog leeft, maar ik verwacht er in elk geval meer van: elk land telt in onze wereld tegenwoordig mee! Hoe onbeduidend het ook mag lijken.
Omdat Nederland zowel in absolute als relatieve cijfers meer reizigers telt als België stak ik mijn licht op bij hun ministerie. Volgens hen wordt de hoofdstad Dili geterroriseerd door gewapende jeugdbendes, heerst er grote onrust, zijn er aan de kust piraten actief en wordt het land verscheurd door politiek geweld. Na zo'n tien dagen door Oost-Timor te hebben gereisd is mijn mening hierover duidelijk: nog nooit heb ik een reisadvies gelezen dat qua kwaliteit zo beneden alle peil is en het is zonder twijfel reeds jaren gedateerd. Gezien Nederland geen ambassade heeft in Oost-Timor vraag ik me af of de schrijver van dit advies eigenlijk reeds in het landje is geweest, laat staan er heeft rondgetrokken, met mensen gesproken en dergelijke meer. Ik weet uit ervaring dat de overheid altijd wat overdrijft (wellicht om zichzelf erna wanneer nodig te kunnen indekken) en ze gezien ze er geen diplomatieke vertegenwoordigers hebben waarschijnlijk niet eens willen dat je er naartoe gaat, maar zo'n reisadvies is ronduit broodroof voor de noodlijdende arme inwoners van Oost-Timor. Naar mijn inziens is toerisme zowat het enigste dat op korte termijn het land terug wat kan opbouwen. Het beschikt over een groot onaangeboord potentieel op dat vlak. Dit moet je in uw buitenlands beleid net ondersteunen, met een juist advies!
Ondanks het bijzonder lage aantal buitenlandse bezoekers kwam ik er in de hoofdstad Dili er snel enkele tegen: er is immers maar één accommodatie in de stad die gericht is op backpackers. Het gaat hier om allemaal onverschrokken en ervaren reizigers die al een hele reeks landen op hun palmares staan hebben en hun reisadvies leunt steeds heel dicht bij de realiteit aan. Omdat ze het zelf hebben beleefd.
Dili is een vrij kleine stad waar helaas geen historische gebouwen meer te bezichtigen zijn, maar ze is wel mooi gelegen tussen bergen en een blauwe zee met mooie stranden in de buurt. Verrassend genoeg kan je er zeer divers, goedkoop en lekker eten. Voor de rest is het de uitvalbasis om naar andere delen van het land te gaan.
Ik besloot om eerst het binnenland wat te verkennen en trok naar Mt. Ramelau die met haar 2.963 meter de hoogste berg van het land is. Ergens geraken leek al snel het meest avontuurlijke te zijn wat je in Oost-Timor kunt doen. Het land heeft een gebrekkige infrastructuur en beschikt zelfs over bijna geen bussen (wat toch doorsnee het vervoersmiddel is in arme landen). In plaats daarvan rijden er overal oude vrachtwagens rond met open laadbak en geloof me: daar krijg je een heleboel mensen in! Desnoods staat iedereen recht en hou je elkaar staande. Als het bij ons om vee zou gaan zouden dierenrechtenorganisaties steigeren (terecht overigens), maar het ontluisterende is dat dit hier in een optimale sfeer gebeurt. Natuurlijk trok ik als enigste buitenlander tussen tientallen Timorezen veel aandacht, maar de periode dat ik dit nog wat imponerend vond, ligt ondertussen wel reeds ver achter mij. Integendeel zelfs, ik weet perfect hoe ik hiermee moet omgaan en hou ervan om de sfeer nog wat op te zwepen. Op een bepaald moment bracht ik bijvoorbeeld heel ostentatief zonnecrème aan, wetende dat dit die mensen enorm ging fascineren en als ik ze erna vroeg of ze er ook een beetje wouden hebben barstte de hele vrachtwagen in hilariteit uit. Het is zo gemakkelijk om ondanks taal- en cultuurbarrières ijs te breken met mensen en ik kreeg als reactie snel de beste plaats toegewezen en werd gratis fruit overhandigd.
Op zo'n 25 kilometer van Mt. Ramelau hield de vrachtwagen het voor bekeken en moest ik al liftend verder geraken. Via twee brommerritten (auto's zijn uiterst zeldzaam) tot in een vlakbij gelegen dorpje gekomen waar ik een slaapplaats vond. 's Nachts om drie uur opgestaan om naar boven te klauteren omdat de locals me zeiden dat de zonsopgang fantastisch is vanop de top...en gelijk hadden ze!
Eenmaal terug in Dili gearriveerd ben ik op een bootje gesprongen die me kon brengen naar Atauro Island, een tropisch eilandje op twee uren varen van de hoofdstad. Het gaat hier om een vrij ruige zee en in het juiste seizoen wemelt het hier van walvissen die de diepe wateren tussen de eilanden als een supersnelweg gebruiken tijdens hun jaarlijkse migratie. Op het eilandje heb ik de hoogste top beklommen (ik hou nu eenmaal van panorama's) en uiteraard gesnorkeld want voor de kust liggen prachtige koraalriffen.
Mijn reisadvies: het is een avontuurlijk land om door te trekken, maar geenszins gevaarlijk. En ik bedoel hier niet mee dat ik als naïeveling gewoon geluk gehad heb, maar dat ik in deze laatste tien dagen op geen enkel moment, op geen enkele plaats door geen enkele persoon enige dreiging voelde. De mensen zijn bijzonder vriendelijk en behulpzaam en ik zou er geen problemen mee hebben als Yayoi Oost-Timor alleen zou willen bereizen. Mijn boodschap naar alle ministeries van buitenlandse zaken: geschiedenis wordt tegenwoordig snel geschreven. Zie dat je informatie up-to-date is. Gevaarlijk is gevaarlijk, maar veilig is ook veilig.
Ik hoop ten zeerste dat de Oost-Timorezen verder uit het dal kunnen klimmen, want er zijn weinig volkeren op aarde die zoveel hebben afgezien als zij. Na bijna vijf eeuwen koloniale overheersing door Portugal (Nederland heeft het nooit kunnen afpakken zoals het met de rest van Indonesië had gedaan) werd het halverwege de jaren '70 uiteindelijk onafhankelijk. Een week later viel Indonesië echter bijzonder gewelddadig binnen om het te annexeren. Gezien de bevolking in opstand kwam, werd een kwart van de populatie brutaal vermoord, werd er massaal geplunderd en stierven ook veel mensen door ontbering en ziekte omdat het landbouwsysteem in elkaar viel en er geen gezondheidszorg was.
Ondanks deze grove en grootschalige schendingen van mensenrechten streden twee prominente Oost-Timorezen voor een rechtvaardige en vredelievende oplossing voor het conflict, namelijk bisschop Belo en politicus Horta. Wanneer zij beiden in Oslo de Nobelprijs voor de Vrede kregen zat de Indonesische overheid verveeld met de zaak en onder druk van de Verenigde Naties lieten ze een referendum toe in Oost-Timor om de bevolking te laten beslissen of ze al dan niet onafhankelijk wouden worden. Hoewel de verkiezing geschiedde onder zware militaire intimidatie waarbij veel doden vielen had het volk zich uitgesproken om een soevereine staat te worden. Na deze bekendmaking trok het Indonesische leger zich terug, maar vermoordde hierbij duizenden en duizenden onschuldige mensen (precies aantallen zal men wellicht nooit weten) en vernietigde maar liefst 70% van alle huizen en economische infrastructuur.
In 2002 werd Oost-Timor uiteindelijk onafhankelijk, maar het was in alle opzichten letterlijk met de grond gelijk gemaakt. Door torenhoge problemen en ellendige armoede stevende het in 2006 af op een burgeroorlog, maar de situatie is in de laatste jaren nu aanzienlijk verbeterd. Een Indonesische president heeft het landje bezocht en zich publiekelijk geëxcuseerd voor al het leed en brutaliteiten dat het volk heeft moeten ondergaan. Nobelprijswinnaar Horta, die ondertussen president was geworden, vergaf de Indonesische staat voor wat er allemaal was gebeurd.
Hoewel ik veel respect voel voor wat die man allemaal heeft verwezenlijkt, is dit voor mij toch een brug te ver. Ik volg hem volledig dat hij de relaties met de huidige Indonesische overheid probeert te normaliseren, want toekomst is ondanks alles steeds belangrijker dan het verleden. Maar ik vind dat de boodschap van de hele wereld nu voor eens en voor altijd eenduidig moet zijn: als je als machthebber u vergrijpt tot grove oorlogsmisdaden weet dan dat we je uiteindelijk zullen pakken, je elke dag zult moeten opstaan met de kwellende gedachte dat het misschien uw laatste vrije dag is en je u zal mogen verantwoorden voor een internationaal strafhof. Of je nu Joseph Kony, Slobodan Milosevic of Bashar al-Assad heet! Punt.
Geschreven door KevinYayoiTravel