Deel 2
Ondanks de grootschalige vernietiging van het regenwoud op Borneo ben ik vanuit de oostelijke kuststad Samarinda er nog vrij goed in geslaagd om wat mooie brokjes natuur te vinden. Het is niet de totale wilderniservaring geworden waarvoor ik naar dit eiland ben gekomen, maar soms kwam het toch aardig in de buurt. Eigenlijk dien je tegenwoordig om naar de echt ongerepte delen te gaan een gespecialiseerde reisorganisatie in te schakelen en die vragen belachelijk veel geld. Ik zal dit later wel eens vanuit Maleisië proberen die een groot deel van noordelijk Borneo omvat.
Verrassend genoeg heb ik op Borneo veel meer genoten van de mensen dan van de natuur. Zoals bijna alle inwoners van Indonesië (86%) gaat het hier om moslims en die kennen wat af van gastvrijheid. Eigenlijk erg dat zo'n grote bevolkingsgroep nu door veel mensen in de wereld zo stereotiep wordt bekeken door het fundamentalistische geweld waar deze godsdienst momenteel mee te kampen heeft. Opnieuw gaat het om een kleine groep die het grote geheel verziekt. Wat ik de grote massa moslims wel verwijt, is dat ze hier zelf te weinig aan doen: het is hun taak om terrorisme aan te pakken en niet die van het Westen, want uiteindelijk zijn zij zélf het grootste slachtoffer.
Hoewel veel opvattingen van de islam haaks staan op mijn gedachtengoed heb ik steeds zeer goed met moslims kunnen omgaan. Ik reis zeer graag in hun landen en doorheen de jaren heb ik een zesde zintuig ontwikkeld voor wat oké is en wat niet. Hier in Borneo had ik in één dag door dat het gaat om een overvriendelijk en hulpvaardig volk en ik besloot om eens een kleine tien dagen echt 'wild' te reizen. Like a rolling stone!
De moslims zijn hier zo gemakkelijk benaderbaar (ook vrouwen!) en gastvrij dat je hier volledig los kunt gaan en niet teveel moet inzitten met details: gelijk waar, op gelijk welk moment zal je wel ergens kunnen slapen, een maaltijd krijgen of zal iemand wel voor transport naar de volgende plaats zorgen. Het is de ideale plek om eens zwaar avontuurlijk te reizen en dit is ook wat ik gedaan heb.
Ik stopte het meest noodzakelijke in een kleine rugzakje (mijn grote rugzak liet ik in de stad achter) sprong op een boot en heb de machtige Mahakam-rivier stroomopwaarts beginnen verkennen, niet goed wetend wat ik op mijn pad allemaal ging tegenkomen. In tegenstelling tot die reisorganisaties die tot 300 euro per dag vragen kon ik hier overleven met zo'n drie euro voor een overnachting en twee euro per maaltijd (af en toe zelfs gratis eten gekregen). Het is fantastisch hoe dit volkje met reizigers kan omgaan: steeds geïnteresseerd in wie je bent, maar nooit word je echt lastig gevallen. In de laatste tien dagen heb ik geen enkele buitenlander gezien en het contact met de 'locals' behoort ondanks hun gebrekkig Engels tot het beste dat ik ooit heb meegemaakt.
Na enkele honderden kilometers stroomopwaarts varen met verschillende boten kom je de eerste flarden regenwoud tegen en met een klein bootje heb ik met een Dayak-man (oorspronkelijke regenwoudbewoners van Borneo) talloze kleine zijriviertjes en -beekjes afgevaren, soms maar een halve meter diep, op zoek naar wilde dieren.
Eigenlijk is de hele Mahakam-rivier-ervaring te lang om te beschrijven, maar ik passeerde drijvende dorpen, sliep met een honderdtal Indonesiërs op een planken vloer van een boot, ben met milieu-onderzoekers op pad gegaan...en ben zelfs scheidsrechter geweest bij een lokale voetbalwedstrijd!
Na één lange boottocht terug stroomafwaarts tot aan de kust geraakt en via verschillende transportmiddelen naar het noorden beginnen reizen tot aan een nationaal park. Ondanks dat het om een beschermd gebied gaat, heeft houtkap en stroperij hier decennia lang lelijk thuis gehouden, maar al bij al gaat het nog om een mooi stukje regenwoud ter grootte van een Vlaamse provincie en je kan er nog grote woudreuzen zien (Borneo heeft de grootste regenwoudbomen ter wereld) en de kans dat je een orang-oetan aantreft, is er nog vrij groot.
Ik ben er in de donker toegekomen en heb met een ranger een nachtwandeling gedaan. Gezien er in een regenwoud er 's nachts volledig andere dieren verschijnen is dit een must-do. 's Ochtends, heel vroeg, zijn we op zoek gegaan naar orang-oetans en heb na enkele uren een moeder gezien met haar bijna volwassen zoon. Een fantastisch zicht! Ondanks hun zware gewicht bewegen ze zeer gracieus, bijna alsof het in vertraagde beelden is. Hoewel zij maximum een anderhalve meter kunnen worden hebben hun armen een spanwijdte van maar liefst 2,5 meter en ze zijn perfect aan een leven van klimmen aangepast. Ze hebben zelfs zoveel menselijke trekken dat ze 'bosmensen' worden genoemd. Nog geen eeuw geleden slingerden nog miljoenen van deze eigenaardige wezens doorheen grote delen van westelijk Indonesië. Helaas zijn ze nu reeds uitgestorven op Java en Sulawesi en het is een regelrechte schande dat ze zelfs op de zeer grote eilanden Sumatra en Borneo reeds de status van bedreigde diersoort hebben moeten krijgen. Geen enkel diersoort op aarde besteedt zoveel zorg aan haar jong als een moeder orang-oetan. Het duurt ettelijke jaren vooraleer het kleintje volwassen is en genoeg kennis heeft van het woud om er zelfstandig te kunnen overleven. De zoon die ik hier zag, leek me heel gezond en sterk en zijn moeder heeft ongetwijfeld haar uiterste best gedaan om hem op te voeden. Ze was overigens duidelijk terug hoogzwanger en al haar instincten zullen haar opnieuw drijven om ook voor het nieuwe kleintje met volle overgave te zorgen. Elke geboorte van deze opmerkelijke dieren moeten we tegenwoordig een succes noemen en het is terug een klein stapje weg van uitsterven.
Weet je, hoewel ik waarschijnlijk nog niet aan de helft van mijn leven ben, kan ik reeds terugblikken op een groot spectrum van verschillende intense ervaringen en hoewel ik weet dat smaken subjectief en persoonlijk zijn durf ik toch vurig te stellen dat geen enkele creatie van de mens tot nu toe, maar ook in de toekomst, nog maar in de buurt komt van de zuivere schoonheid die je aantreft in de vrije natuur.
Geen enkel boek...hoe gekunsteld het ook mag geschreven zijn, geen enkel gebouw...hoe architectonisch hoogstaand het ook mag ontworpen zijn, geen enkel voetbalwedstrijd...hoe virtuoos er ook in gedribbeld wordt, geen enkel kunstwerk...hoe artistiek verfijnd het ook mag gemaakt zijn,...kortom geen enkele verwezenlijking van de mens, hoewel soms ontsproten van een geniaal brein, kan de bezieling en betovering evenaren die je ervaart bij het betreden van een pure ongerepte en ongetemde wildernis!
Hoewel er een ware strijd wordt geleverd door elk levend wezen om te overleven gebeurt dit nu reeds zo'n vier miljard jaar op aarde volledig volgens de regels van de kunst waarbij elk organisme het beste van zichzelf naar boven brengt en in zijn totaliteit altijd alles in een steeds vernieuwende balans houdt. De natuur is ongetwijfeld het absolute meesterwerk! Ik zou bijna zelfs durven zeggen 'goddelijk'. En naast alle gegronde ecologische en ethische redenen is dit pure esthetische aspect reeds genoeg om te beseffen dat we de natuur veel meer moeten beschermen en haar gang laten gaan dan dat we tot nu toe doen. We mogen plaatsen zoals Borneo gewoonweg niet verliezen.
Het is - om af te ronden - zo goed als zeker dat de mens in de toekomst andere plaatsen in de ruimte zal bevolken, maar het is hoogst onwaarschijnlijk dat er een plaats is die ons beter zal passen als De Aarde en het is verdomd de morele plicht van elke generatie om ervoor te zorgen dat onze moederplaneet voor eeuwig en altijd den tofste, boeiendste en mooiste bol blijft om op te vertoeven!
Geschreven door KevinYayoiTravel