De natuur in het kwadraat!
Deel 2: de aardbeving
Toen Yayoi en ik op de tiende dag van onze trektocht 's morgens vroeg opstonden waren we verrast hoe bewolkt het wel was. De negen dagen ervoor was het in de ochtend steeds kristalhelder weer geweest met prachtige vergezichten. Het was nu zelfs aan het regenen! Gezien we niet gehaast waren hebben we zeer rustig ontbeten en een babbeltje geslagen met enkele lokale mensen en kinderen. Op zo goed als alle plaatsen waar ik de laatste vijftien jaar heb gereisd gaat het gesprek vaak over hoe mensen zich zorgen maken over het klimaat en de steeds grotere onvoorspelbaarheid ervan. Op sommige plaatsen - zoals bijvoorbeeld hier in de Himalaya - wordt die angst extra gevoed door de potentiële gevaren die deze veranderingen met zich meebrengen. Het voorval van de 24 trekkers die vorig jaar onder een meters dikke pak sneeuw zijn omgekomen (zie vorig verslag) was in de maand oktober: dit is normaal de helderste maand in de Himalaya, waar zelfs wolken een zeldzaamheid zijn. Laat staan een sneeuwbui met een dergelijke omvang...
Toen het rond elf uur plots begon op te klaren en we die dag toch nog tot een volgend dorpje wouden geraken om te overnachten besloten we te vertrekken. We waren de voorbije dagen reeds twee kilometer gedaald en hadden vandaag nog een grote afdaling voor de boeg. We bevonden ons op een steile kronkelende trap (gemaakt van rotsblokjes) aan een kruispunt van drie diepe valleien. Het was nog honderden meters naar beneden tot aan een riviertje die we later via een hangbruggetje gingen oversteken.
Plots kwam Yayoi snel en in paniek naar me toe gelopen, greep mijn arm stevig vast en riep: "Earthquake!". Ik scherpte mijn zintuigen en hoorde een luid zwaar ondergronds geronk pijlsnel naar ons toekomen. Twee seconden later begon alles waanzinnig te trillen: vogels vlogen krijsend weg uit bomen, mensen begonnen te roepen, rotsblokken vielen naar beneden, stofwolken resen op door aardverschuivingen,... zelfs de machtigste bergen ter wereld werden volledig door elkaar geschud. Een zeer angstig gevoel kwam vanuit onze benen: de berg waarop wij ons bevonden was precies veranderd in blubber en het voelde aan alsof het als een pudding in elkaar ging zakken. Het was een zeer apocalyptische ervaring en het leek een minuut lang wel of het hele landschap elk moment naar beneden zou donderen!
Na die eerste gigantische schok waren we met verstomming geslagen en Yayoi liet zich al zittend op de grond vallen, bang om zich nog te verroeren. Ik probeerde haar -vruchteloos- wat op haar gemak te stellen en zei dat ik verbaasd was hoe snel zij door had dat er een aardbeving was. Ze vertelde me dat ze de verwoestende aardbeving in de jaren '90 had meegemaakt in Kobe (Japan) en bijna elke schok werd voorafgegaan door een diep dof geluid. Aardbevingen zijn duidelijk continu aanwezig in de Japanse psyche. Ik riep onze 'drager' Yam die zich een honderdtal meter lager dan ons bevond op een klein vlak gedeelte (waar overigens duidelijk barsten waren in gekomen!) of hij oké was en dat hij naar ons diende te komen. Ik nam een halfvolle fles water uit mijn rugzak en zette die op de grond: we zagen de waterspiegel non stop trillen en het leek me een ideale voorspeller van eventuele grote naschokken. Toen Yam bij ons was, zei hij dat hij zo'n zware beving nog nooit had meegemaakt en dat we best onze tocht snel dienden verder te zetten. Yayoi en ik waren daar pakken minder van overtuigd en we overlegden wat ons het veiligste leek. Plots begon mijn fles water heviger te schudden en niet veel later kwam er een nieuwe kolossale beving!
Opnieuw dezelfde hallucinante taferelen van een heel landschap dat hevig heen en weer werd geslingerd en de bijhorende geluiden erbij. Gelukkig was het minder lang dan de schokken van die eerste gigantische beving, maar het leek of het ons wakker had geschud. We konden hier niet op deze gevaarlijke helling blijven en een soort overlevingsmodus maakte zich meester van ons. Het klinkt vreemd, maar ondanks dat ik zwaar onder de indruk was van het hele gebeuren ben ik nooit in totale paniek geweest (ligt wellicht niet in mijn aard) en ik kon verrassend helder denken. Yayoi, die duidelijk nog steeds doodsangsten uitstond, was nu eveneens klaar voor actie.
Naar beneden gaan was totaal geen optie meer voor ons want er kon te veel rotzooi op ons vallen. De berg waar wij ons op bevonden was een lage uitloper van de zuidflank van de berg Annapurna en op de top ervan lag een dorpje (op 2170 meter). Het was een hele klim naar boven, maar ook Yam stemde nu gemakkelijk in met ons om naar daar te gaan. Bij een volgende naschok zou het dorpje via een aardverschuiving naar beneden kunnen donderen, maar als je rationeel denkt, kan dit overal gebeuren en de kans dat het net daar zou zijn is best wel klein. Het grote pluspunt van het dorp is dat het zich op de top van een berg bevond en er geen puin van bovenaf kon komen.
Toen we het dorpje binnenstapten heerste er een rare sfeer. Hoewel alle inwoners zich buiten in de steile straatjes bevonden was het bijna muisstil. Iedereen was duidelijk nog aan het bekomen. We passeerden ingestorte huisjes en zagen veel gescheurde muren en gebarsten vensters. Toch hebben we niemand gewond gezien en er was gelukkig geen sprake van dodelijke slachtoffers.
De hoofdprioriteit van ons was om een zo veilig mogelijk onderkomen te vinden voor de nacht en dit nam toch wat tijd in beslag. De meeste huizen hadden twee verdiepingen, een stenen dak en/of bevonden zich op een gevaarlijk uitziende helling. Volledig aan de andere kant van het dorpje op een klein stukje vlak land stond er een gebouwtje dat enkel een gelijkvloers had en een licht dakje van golfplaten. Daar zouden we slapen! De vriendelijke eigenares wees ons een kamertje toe en twee binnenmuren waren bovendien uit lichte houten planken gemaakt. Zelfs wanneer onze kamer zou instorten deze nacht en we niet tijdig zouden buiten geraken hadden we gewoon wat licht puin weg te duwen. Het was een hele geruststelling.
Het tweede wat ik wou doen was informatie verzamelen, want een beving met een dergelijke kracht moet toch op vele plaatsen een behoorlijke impact hebben gehad. Dit verliep zeer moeizaam via de 'locals' gezien de weinige televisies niet meer werkten en de telefoonverbindingen lagen zo goed als plat. Meer trekkers kwamen het dorpje binnengewandeld en via hen lukte het beetje per beetje om wat info te sprokkelen. Heel af en toe - wanneer de beperkte toegang het enigszins wat toeliet - konden zij via hun smartphone wat informatie van het internet plukken. We verzamelden ons op een plaatsje waar we de meeste kans hadden op verbinding en ik was verbaasd hoe wereldwijd nieuws de beving reeds was. Ik kreeg info van een Zuid-Koreaanse, een Duitser, een Spanjaard, een Israëlische, een Maleisiër en een Colombiaan. Toen ik vernam dat het epicentrum zich slechts op 80 kilometer van Kathmandu bevond en een kracht van 7.9 was geregistreerd begon het besef van wat we hadden meegemaakt goed door te dringen. De volgende uren kwamen de berichten met mondjesmaat meer en meer binnen en het werd steeds erger: tientallen doden, de waardevolle historische gebouwen van Kathmandu, Bhaktapur en Patan zijn grotendeels verwoest, een lawine heeft het basiskamp van Mt. Everest vernield,... Mijn fles water die ik op een vensterbank had gezet waarschuwde ons wanneer we allen naar buiten dienden te lopen en dit waren talloze keren. Er waren continu naschokken en de angst voor een grote zat er bij iedereen diep in.
Het niet weten wat er nog op u afkomt, is behoorlijk lastig, maar het zorgt er wel voor dat je verder maatregelen treft. Na een berichtje naar het thuisfront te hebben gestuurd dat we ongedeerd waren zijn Yayoi en ik moe naar onze kamer gegaan. De deur deden we niet op slot, we bleven weg van het venster, het licht lieten we branden, onze kleren deden we niet uit, een kleine rugzak vulden we met eten en drinkwater, ons cash geld en paspoorten hielden we op ons lijf en mijn fles water belandde op een kastje net naast ons.
De volgende ochtend vroeg opgestaan en we besloten om naar het stadje Pokhara te gaan waar ondanks wat schade er bijzonder weinig doden zijn gevallen. Het was wel nog twee dagen stappen vooraleer we aan een baan kwamen en onderweg toch nog wel wat ingestorte huisjes tegen gekomen. Maar opnieuw gelukkig geen doden.
De dag dat we in Pokhara toekwamen hebben we 's avonds voor de laatste keer een naschok gevoeld, ongeveer 56 uren na de eerste zware beving. Maar de schrik bleef voor een poos nog aanwezig. Het is maf hoe je alle signalen die je opvangt in eerste instantie interpreteert als een naschok: het geluid van een auto die komt aangereden, kinderen die al roepend spelen,... Yayoi en ik liepen in een restaurantje zelfs bijna naar buiten toen iemand toevallig even tegen onze tafel liep en deze plots wat bewoog.
In Pokhara kregen we eveneens de eerste beelden te zien van de ravage die voornamelijk Kathmandu te beurt is gevallen. De stad waar we een drietal weken geleden zo'n goede tijd hadden doorgebracht, is genadeloos veranderd in één groot rampgebied. Het is hartverscheurend om te zien welk leed haar vriendelijke inwoners nu moeten doorstaan.
Uiteindelijk zullen Yayoi en ik er gewoon met de schrik van afgekomen zijn en hoewel het er naar uitziet dat we nu niet naar Tibet zullen kunnen gaan (de weg er naartoe is verwoest door aardverschuivingen, de grenspost is zwaar beschadigd en het basiskamp van Mt. Everest is weggevaagd) zullen we wellicht binnenkort het land verlaten voor een volgende bestemming. Onze plannen zijn m.a.w. ook wat door elkaar geschud, maar die krijgen wel snel weer vorm.
Voor de lokale inwoners ziet het er echter minder rooskleurig uit. Nepal zal jaren nodig hebben om deze ramp te boven te komen en zonder uitgebreide internationale hulp stevent het af op een complete en lange catastrofe. Morgen pluizen Yayoi en ik uit hoe wij best ons steentje kunnen bijdragen.
Geschreven door KevinYayoiTravel