Na het Bunyonyi-meer hebben we enkele dagen doorgebracht in Queen Elizabeth National Park, een uiterst gevarieerd stuk uitgestrekte natuur met onder andere natte en droge savannen, kratermeren, moerassen en tropisch regenwoud. Het is eigenlijk één van die plaatsen waar de jungles van Centraal-Afrika de savannen van Oost-Afrika ontmoeten en in elkaar overlopen.
Dit vertaalt zich dan ook in een zeer gevarieerd dierenleven, want veel soorten vinden er hun ideale habitat. Het wildbestand liep tijdens de vele jaren van geweld in Oeganda echter op een gruwelijke manier terug en het heeft er naar uitgezien dat er nauwelijks wilde dieren zouden overblijven in dit gebied.
Nu de rust grotendeels is hersteld is er opnieuw een explosie van leven en gezien hun leefomgeving nog intact is, groeit het aantal dieren jaar na jaar. Voor sommige dieren kwam de vrede echter te laat en de neushoorn is bijvoorbeeld volledig van de kaart geveegd. Oeganda doet pogingen om ze opnieuw te introduceren, maar voor één van de armste landen ter wereld kost dit uiteraard pakken geld. Een groot deel van de bevolking overleeft door te werken in een onofficieel circuit en als ze wel een arbeidscontract hebben...hoeveel belasting kan je dan heffen op iemand die iets meer dan een euro verdient per dag? Het is een groot geluk dat de goedgemutstheid van de bevolking een laagje vernis over deze vaak schrijnende armoede legt.
Een echte aanrader voor wanneer je één van de mooie nationale parken in Afrika bezoekt is om een slaapplaats te nemen in het park. Gezien er geen omheiningen zijn zit je te midden van de wilde dieren en dit houdt vele verrassingen in, zeker als je dichtbij een rivier of meer zit.
Yayoi en ik hebben drie nachten doorgebracht in een piepklein kamertje en wij konden bijvoorbeeld niet naar de plaats waar we konden eten omdat er zich een kudde buffels op ons pad bevond of 's nachts ging je best niet naar toilet (opnieuw een ander gebouwtje) omdat je omsingeld bent door een groep olifanten.
Hierdoor ga je meer op in de omgeving en je staat niet per se meer aan de top van de voedselketen. Dit is op zich reeds een aparte en ontluisterende ervaring.
Ondanks dat het wildbestand nog herstellende is, kan je niet naast de tienduizenden wilde dieren kijken: olifanten, buffels, nijlpaarden, verschillende soorten antilopen,...zelfs leeuwen kan je hier moeilijk missen. Ook zijn er hier meer dan 600 (!) soorten vogels die het geheel nog eens opvrolijken. Luipaarden en hyena's hebben we echter niet gezien.
Eén van de hoogtepunten hier was uiteraard ook de zoektocht naar chimpansees. Dit hebben we gedaan in een tropisch begroeide canyon, wat gemakkelijker is dan in uitgestrekte stukken regenwoud waar ze alle kanten op kunnen. het is nu wel het droge seizoen en omdat fruit en vruchten dan schaarser zijn splitsen de families zich op. We hebben er in totaal drie gezien waarvan twee in een boom en één op de grond.
Ongeveer 95% van hun genetisch materiaal is gelijk aan die van de mensen ze worden beschouwd als de intelligentste wezens op aarde na ons. Net zoals ons hebben ze ook ingewikkelde sociale omgangsnormen waarvan agressie er zeker één van is: de chimpansee die op de grond zat (een groot mannetje) slingerde ineens van tak naar tak om plots onder luid gekrijs een schop te geven tegen de schouder van een medereiziger net naast mij.
Een bezoek aan chimpansees kan best intimiderend zijn, des te meer nog in het regenseizoen wanneer je plots omsingeld kunt zijn door tientallen exemplaren.

Geschreven door KevinYayoiTravel