Voordat we het eiland verlaten, gaan we eerst even kijken bij de eerste oeververbinding: Passage du Gois. Vroeger gingen de bewoners bij laag water over de zandbanken naar de overkant. In de 18e eeuw werd er een weg aangelegd, die alleen bij laag water begaanbaar was. In 1971 werd de grote brug aangelegd en werd de passage een toeristische attractie. De Tour de France is er trouwens óók een keer overheen gegaan (1999; er staan filmpjes met enorme slippartijen op internet).
Toen wij er vanmorgen waren, rukte de brandweer uit, met boten. En er kwam óók nog een ziekenwagen bij. Ik had met de verrekijker wel het dak van een auto gezien, maar daar verder niet echt over nagedacht. De kleine platformen die je op de foto ziet, zijn speciaal gebouwd om mensen de kans te geven erin te klimmen, als ze door het water verrast worden. Er staan bij hoog water geen slagbomen voor de weg: je moet zelf bedenken wat verantwoord is en wat niet. (maar, Merel en Michael, er is hier één voordeel: er zijn géén krokodillen 🤣🤣). We denken niet, dat er nog iemand in de auto zat, want de boot kwam heel rustig terugvaren.
We rijden verder langs de kust omhoog. We lunchen bij Port de st-Gildas en we maken daar een wandeling. Een heftig oorlogsverleden. Door het torpederen door de Duitsers van veel schepen (met mensen die geëvacueerd zouden worden), zijn hier duizenden slachtoffers te betreuren.
Bij st.Nazaire steken we de Loire over. We hebben prachtig uitzicht over de enorm brede rivier en op alle haven-bezigheden.
We rijden een stukje Route de la Côte d’Amour. En een stukje Route de l’ocean. We gaan overnachten in de buurt van Pornichet. Morgen verder.
Geschreven door Elskes.reisblog