Het noorden van Noorwegen, maar ook Zweden, Finland en Rusland is van oudsher het gebied van de Sami.
Zo’n 4 kilometer vanaf Sortland (op de weg naar Andens) zit een Sami gezin met 5 rendieren en je kunt hun een bezoek brengen. Ze hebben een kleine tentoonstelling in hun garage en je mag mee de rendieren voeren. Hier zijn wij wel in geïnteresseerd.
Als we aankomen is er net een groep de gereserveerd heeft naar boven, wij kunnen doorlopen en aanschuiven. De rendieren worden geroepen met woord en zang en dan zien we in de verte inderdaad de rendieren opstaan en aan komen rennen. Onderwijl wordt er het nodige verteld over de rendieren. Zo hebben ze een extra bot met een hoef aan hun poten zitten. Dit kunnen ze gebruiken als ze op een dik pak sneeuw lopen om er niet door heen te zakken (kost energie met lopen). Verder groeien de rendieren alleen in de zomer, ook dat heeft met het sparen van energie te maken.
De geweien groeien nu 1,5 centimeter per dag en zijn heel gevoelig. Je mag het aanraken maar je merkt dat de dieren dit niet prettig vinden.
Na het voeren krijgen we nog een persoonlijke toelichting over de Sami en dat is bijzonder interessant.
Zo mogen alleen Sami rendieren houden in Noorwegen, ben je geen Sami dan ook geen rendier.
Alle rendieren moeten gemarkeerd zijn met een oormerk. Doe je dat niet, dan wordt het rendier van de staat.
Verder is iedereen in Noorwegen verplicht om de rendieren te laten grazen/lopen op je eigen land.
Je moet dan zelf maatregelen nemen om je tuin te beschermen. Dat betekent dat deze Sami soms gebeld worden door een boer, met de vraag of ze de rendieren nu ergens anders kunnen laten lopen.
Om goed contact met de buren te houden drijven ze de rendieren dan naar een ander gebied. Gaan de rendieren weer terug, en belt de boer weer dan wordt een eventueel toekomstige verslechterende burenverhouding “afgekocht” met wat kilo’s elandenvlees 😊
Er wordt nu het nodige gedaan om de cultuur in stand te houden. Zo dient elke school de mogelijkheid te bieden om de Sami taal te leren voor de Sami, in ieder geval voor 4 uur per week.
In de praktijk lastig want er zijn niet veel leraren voorhanden en de dichtstbijzijnde woont 800 kilometer verder op.
Verder is er een eigen Sami parlement welke bij de nationale overheden inspraak heeft over zaken die de Sami en hun woongebied betreffen.
Dit is in het verleden wel anders geweest. De Sami werden onderdrukt en gezien als zwakbegaafd.
Doordat destijds de gedachte was dat er één volk moest zijn om een natie sterk te maken.
Dus moesten de Sami hun cultuur afzweren, christen worden en gaan leven zoals de Noren.
Sami kinderen werden op kostscholen geplaatst om tot een Noor gevormd te worden.
Ook in het recente verleden gaf je niet snel aan dat je een Sami achtergrond had. Want dat werkte in je nadeel. Toen onze gids in het zuiden ging studeren en een kamer wilde huren bleek dat bij de kamerverhuur expliciet werd aangegeven dat kamers niet werden verhuurd aan personen uit het noorden. En dan hebben we het over de jaren 70/80.
Gelukkig gaat het er nu anders aan toe, de Sami zijn opgestaan en vechten nu voor hun rechten en cultuur. Waar gehoor aan wordt gegeven en de wetten zijn aangepast.
Nomaden zijn het niet meer, ze wonen nu op vaste plekken en laten de rendieren in de zomer op de bergweides grazen. Bij de Sami waar wij waren blijven de rendieren op een vaste plek. Dit heeft ermee te maken dat er in dit gebied veel lawines zijn in de winter en waardoor de nodige rendier slachtoffers vallen. Nu laten ze toeristen naar hun huis komen tegen betaling zodat zij in de winter de rendieren zelf kunnen voeren.
Al met al vonden wij het zeer de moeite waard en erg leerzaam. Mooie cultuur met bijzondere taal/muziek. Blijkt ook terug te komen in het Noorse liedje van het recente songfestival. Wat hier regelmatig op de radio is te horen en door ons inmiddels uit volle borst wordt meegezongen.
Omdat het slecht weer is (regenachtig, wind en koud) besluiten we wat rond te rijden op het eiland.
We gaan naar het noordelijkste puntje Sto via weg 820, 821 enFv935. Ook hier weer mogelijkheid voor walvis safari’s. We vragen ons af of de boten wel gaan want het waait behoorlijk.
Gelukkig hadden we gisteren beter weer op de boot.
Er is verder niet veel te doen dus rijden we een stukje terug en nemen weg Fv937 naar het eilandje
Gisloya. We wilden een klein stukje wandelen daar maar het zo winderig en koud. Wel jammer want er zwemmen daar ook parelduikers en die heb ik nog nooit eerder gezien.
Ook hebben we ergens gelezen dat hier nog wel een zeehonden zitten. We rijden weer verder en dan zien we toch ineens een zeehond in de rondte kijken. Dat kunnen we ook weer noteren.
Dan eten we nog wat in Myre. Er wordt gelijk al aangegeven dat er iets niet beschikbaar is wat op de kaart staat. Dan bestellen we een soort schnitzel. Die blijkt er ook niet meer te zien. Toen maar wat anders uitgekozen. De serveerster bleef maar sorry zeggen. Ze voelde zich erg ongemakkelijk terwijl wij de humor er wel van inzagen.
We pakken weg 820 weer op om bij Rise via weg Fv915 naar Hovden te rijden. Een prachtige weg. En hier komen we dan eindelijk de houten rekken met stokvis tegen. Of in ieder geval wat er nog van over is, alleen de koppen hangen nog te zwaaien in de wind en dat ruik je ook. Ik moet zeggen dat ik het niet echt een vieze lucht vind, maar daar zijn de mening wel over verdeeld.
Doordat we geen rondje kunnen rijden moeten we dezelfde weg terugnemen. We pakken ook nog even de weg 820 naar het zuiden van het eiland. Bij Bo stoppen we nog even omdat daar een beeld staat van 4 meter hoog wat over de baai uitkijkt. Daarna vinden we het wel mooi geweest en rijden we via de bergen weer terug naar Sortland.
Bij de plaatselijke kebab zaak halen we ons diner zodat we dit rustig in ons huis kunnen opeten.
En na het douchen, lezen, borrelen, tv kijken naar bed voor alweer onze laatste nacht hier.
Vanaf morgen wordt het weer mooi weer.
Geschreven door Petras.reisverhalen