Na een warm afscheid van Jim en Carol wordt de eindbestemming Clogheen, dat ligt richting het hart van Ierland. Een langere rit dan normaal, maar als we wat leuks denken tegen te komen stoppen we.
We nemen de Atlantic way (de kustweg van Ierland tot aan Kinsale) en stoppen onderweg bij een Abbey. Het is een grote ruine waarvan de muren nog staan maar het dak zit er niet meer op (Peter Koelewijn kan roepen wat hij wil dat je van het dak af moet komen, maar er was een feest waar het dak van af ging) . Het is er druk en we kunnen ons niet voorstellen dat dit allemaal toeristen zijn. Dan blijkt dat er een uitvaart gaat plaatsvinden op de begraafplaats ernaast en de vermeende toeristen wachten op de wagen. We lopen door de abbey maar het voelt niet prettig dat er daarnaast een begrafenis gaat plaatsvinden. Dan weer verder naar Kinsale, een toeristenplaats aan de kust. Net Volendam, maar dan iets anders. Wij vinden het niet bijzonder en gaan na een rondje gelopen te hebben, verder. We passeren Cork maar die grote plaats laten we letterlijk en figuurlijk links liggen. Een paar kilometer verderop komen we het bord van de plaats Cobh tegen. Een bezoek aan deze – ook toeristische plaats – stond niet op de planning maar we hebben tijd zat en het is warm. Dus doen we Cobh nog even aan. Wat Cobh bijzonder maakt is het vroeger als atlantische haven diende. De Titanic heeft hier ook 123 passagiers opgepikt na vertrek uit Southampton. Van die 123 hebben er 44 het overleefd.
En omdat destijds koningin Victoria een bezoek had gebracht aan Cobh werd de stad omgedoopt tot Queenstown. Toen Ierland in 1922 onafhankelijk werd heeft met weer de naam Cobh aangenomen.
We lopen langs het water naar het centrum. Het valt enorm tegen, gelukkig is het weer uitstekend en het windje maakt het aangenaam.
We besluiten naar onze B&B te rijden. In de verte zien we de bergen van Knockmealdown mountains verschijnen. We rijden door het dorp Clogheen, kijken elkaar aan en beginnen te lachen. Hier gaan we geen feestje vieren. Wat een dooie bedoening.
Onze B&B heeft een lange oprijlaan en we komen bij een prachtig herenhuis met een prachtige tuin.
We worden ontvangen door een aardige dame, Breeda. De kamer is groot, het bed is groot en de badkamer een balzaal. We krijgen thee, koffie en cakejes geserveerd, wat we in de tuin nuttigen.
Ze geeft aan dat we in het bos en de tuin kunnen lopen, in de aangrenzende rivier kunnen we zwemmen, zelfs naakt als we willen. Er zijn geen buren in de naaste omgeving. Nou, ik weet het nog niet. Ben 1x naakt onder een waterval in the middle of nowhere gaan staan waar ook geen mensen kwamen. Behalve toen ik er stond. We lopen ruim 30 minuten in de rondte en hebben nog niet alles gezien.
We vragen tips over restaurants, de betere restaurants zitten in Cahir, 11 km verderop.
In het dorp zitten een afhaal fish en chips en een chinees. Als we wat halen kunnen we het ook bij de B&B opeten. Daar hebben we wel oren naar, hebben tenslotte vandaag veel gereden en zitten niet te wachten op nog een rit.
Dus gaan we bij de chinees kijken en dat is alleen afhaal. Het is er druk, dus het zal wel goed zijn. De beef met satehsaus en de kip met pepersaus gaan samen met de nasi in een zak mee. Bij plaatselijke super kopen we een fles rosé, bij gebrek aan bier want dat verkopen ze niet (?)
Buiten bij de B&B eten we onze smakellijke chinese maaltijd, gevolgd door een aantal hongerige katten ogen. Er lopen hier nl. 9 katten in de rondte en dat zijn verwilderde huiskatten. Ze worden wel gevoerd door de eigenaresse, maar dat zal niet hetzelfde voedsel zijn wat onze prinsesjes en prins krijgen.
Je ziet die verwilderde huiskatten trouwens veel in Ierland. Zielig en het raakt me.
In de salon kijken we voetbal en maak ik het reisverslag. We maken er een rustige avond van.
Of misschien doen we nog een avondwandeling door de tuin. We zien wel.
Geschreven door Petras.reisverhalen