1) Voor Pieter:
Ik word achternagezeten door twee Duitse herders. Ze blaffen venijnig en hun scherpe tanden glimmen in het zonlicht. Schuimbekkend volgen ze me. Ik loop zo snel als ik kan het bos in. Steeds dieper, tot ze verdwenen zijn. Maar hemel, ik zit vast in de modder. Ik zak er helemaal in weg. Warempel, het is drijfzand en de modder komt tot aan mijn neus. Ik schreeuw om hulp. Plotsklaps snellen twee Nederlanders me te hulp. Met een stevige tak helpen ze me uit het drijfzand. Maar ze willen in ruil mijn geld en proberen mijn portefeuille te ontfutselen. Ik vlucht opnieuw weg langs het bospad. De man roept maar geeft het uuteindelijk op. Mijn getrainde benen zijn hem te snel af.
Ik schuil even in een verlaten boshuis om van de emoties te bekomen. Jakkes, iemand tikt op mijn schouder terwijl ik niemand zie. Vleermuizen fladderen langs mijn oren. Spinnen komen langs hun webdraad voor mijn ogen hangen. KEen akelige ijskoude stem beweert soldaat Nicola te zijn. Hij vindt geen rust in dit bos en blijft er ronddolen tot hij met een sterveling als ik kan meegaan, maar niemand anders kwam al op dit pad. Ik heb helemaal geen zin in geestig gezelschap en ren verder. Ik kan nog net een sissende slang op het pad ontwijken. Oef, ik ben uit het bos.
Maar potvolkoffie, ik word omsingeld door duizenden teken in het hoge gras. Ik hoor de tekentandjes knarsen en in koor smakken ze naar vers bloed want hun vorige maaltijd dateert al van een hele tijd terug. Van alle kanten komen ze dichter en dichter, en dichter en dichter, en dichter en dichter...
Ik schiet krabbend wakker. Wat een nare droom, of toch niet helemaal???
2) Voor de anderen die niet zo op sensatie belust zijn...
Aan het ontbijt ontmoet ik twee Duitsers die ik ook al in het hotel in Bertrix zag. Ze volgen niet de GR129 maar de abdijenroute die er deels mee samenvalt. Ik werd dus de hele tijd achtervolgd. En zij zagen wel degelijk edelherten. Hun wandeltocht stopt hier, maar ze komen zeker terug naar België want ze zijn vol lof over de goede routeaanduidingen.
Minder lof heb ik voor TEC, er rijden vandaag slechts twee bussen naar Pin; één om 7u en één om 11u. Ik verleng mijn wandeltocht dan maar met 5 kilometer. Het is voorlopig nog zwaar bewolkt.
Aan het kerkhof met een kapel ter ere van Sint Anna, even buiten Florenville, volg ik een mooie landelijke asfaltweg, Rue d'Izel. Er passeert wel wat sluipverkeer. Net voor Pin moet ik nog even langs een drukke weg maar aan een begraafplaats wordt het terug rustiger.
Op een loslopende hond na. Gelukkig komt er net een auto aan, met het hondenbaasje dat haar hond Iola aanmaant naar binnen te gaan.
Nog een stukje veldweg en ik ben terug aan de GR129. Even door het donkere bos en dan over een graspad doorheen een fraaie bloemenweide.
Ik hou even halt in Valansart. De bewolking maakt stilaan plaats voor zon; ideaal wandelweer!
Er volgt nog een etappe door nat gras en dan stap ik een flink eind door het Grand Bois de Tintigny. Ik hoor een luide stem en bots op twee Nederlanders met de bepakte fiets, op weg van Den Bosch naar Sanriago de Compostela. De man is slechthorend en belde voor instructies over zijn hoorapparaat dat het laat afweten. Zijn gps stuurt via het hoorapparaat instructies door. Beide zestigers nemen drie maanden om Compostela te bereiken. Knap!
Wat verder ga ik de spoorweg onder, even langs de spoorlijn Bertrix-Virton en dan opnieuw over een bospad. Langs de weg staat een gedenksteen 'Stele de Richter' dat herinnert aan Franse ruiters onder leiding van luitenant Richter die hier in mei 1940 sneuvelden.
De barbecue- en picknickplaats hier vlakbij is ideaal voor mijn middagpauze.
Ik wandel verder door het bos Maidgibois. Er staat een merkwaardig kruis 'Croix Mouflan'. Het dateert uit 1677. De preciese betekenis is nog niet opgehelderd. Het zou gaan om een kruis voor een Franse soldaat - Nicola Mouflon- die sneuvelde onder Lodewijk XIV.
Iemand bedacht wat knullige routewegwijzertjes maar die hebben weinig bijval want zelfs op een zomerse zaterdag als vandaag waagt blijkbaar niemand anders zich in het bos. Wel kruipt een vreemde rups op het pad, het lijkt wel wandelend korstmis. Ik hiu het voorlopig bij de rups van de bruine sikkeluil (nachtvlinder)
Verder bots ik op een verlaten en vervallen boshuisje, de Baraque Payat.
Het huis werd 100 jaar geleden gebouwd voor een Antwerpse familie als jachthuis en buitenverblijf. In WO II werd het bezet door Duitse troepen. Maar nu doet het wat luguber aan en lijkt het eerder op een spookhuis.
Nog dieper in het bos legt een houthakker een boom om, tot ergernis van een rode wouw die zijn nest in de omgeving heeft.
Ik verlaat het bos en kom op een lemig pad langs het kruisbeeld 'Croix Jean de Paris' Hier staat ook bewegwijzering voor de GR 'Les plus beaux villages de Wallonie'.
Vreemde sporen lopen over het pad, ik schrijf ze toe aan das(sen). Dan moet ik door het erf van een boerderij, ferme Hayon, een coöperatieve en experimentele vorm van boeren. De hoeve kan wel een opknapbeurt gebruiken.
Er volgt een drassig pad waar een beekje over stroomt en dan een lange veldweg met hoog gras die me tot Sommethonne brengt, een klein dorpje.
Hier zou ik de bus naar Virton moeten nemen maar die blijkt niet te rijden in het weekend.
De dame die bij de bushalte woont vraagt of ze me kan aideren en als ik het uitleg zegt ze dat ik binnen 5 minuten met haar meekan, ze moet nog naar Virton. Bovendien baat ze zelf ook een kleine chambre d'hotes (Gaum'aise) uit. Dat onthou ik voor een volgende passage!
Ze zet me af aan de grote weg in Virton, vanwaar ik nog 2,5 kilometer verder stap naar mijn hotel. Het ziet er allemaal wat gedateerd uit, maar de ontvangst is hartelijk, het avondeten zeer lekker en ook hier wordt me al een lift aangeboden voor morgen!
Mooi uitzicht op de omgeving waar landbouwers volop aan het hooien zijn.
Weer een prachtige route!
Op: 279m
Neer: 345m
Max hoogte: 375m
Geschreven door Eriks.reisverslag