Om 5u word ik wakker van hevige regen, en echt slapen lukt niet meer.
Het heerlijke ontbijt kikkert op en iets na 9u, met droge wandelkledij en iets minder droge schoenen ben ik weer op pad. Ik heb wel ook mijn gaiters aangetrokken, die moffelde ik op het laatste moment nog in de rugzak.
Ik verlaat het rustige Furfooz en daal de asfaltweg af om een veldweg in te slaan.
De veldweg wordt bosweg met brede diepe plassen waar ik meestal wel om heen kan.
Fagne-Famenne is de regio die ik doorkruis. Vaak wandel ik over kalksteenrots, de Calestienne.
Na een tweetal kilometer dalen ben ik aan de Lesse en de kajakverhuurders in Gendron. Ik ga stroomopwaarts langs een mooi graspad met campings aan de overzijde.
Het pad versmalt en ik meander mee met de Lesse. De regen maakte er een modderige boel van. O wee mijn schoenen (en voeten).
Maar in het bos groeien gele monnikskap en zwartblauwe rapunzel, vrij zeldzame planten die ik nog niet eerder zag.
En ook de zon komt er geleidelijk door.
De vele op het pad omgevallen bomen laten me klauteren of flink bukken wat met een grote rugzak minder vlotjes gaat.
Ineens zie ik een schildpad langs het pad. Beter dan een everzwijn maar hoe komt die hier terecht?
Het pad wordt steeds avontuurlijker, soms direct aan de brede Lesse, soms ga ik een stuk hoger. Op enkele plekken is een steile trap of zelfs een ladder voorzien om het hoogteverschil te overwinnen.
Ik kom eens enkele wandelaars tegen in de tegenrichting. Ze waarschuwen me dat het pad wat verder ondergelopen is tot kniehoogte maar dat er een détour mogelijk is.
Het verdwenen pad is inderdaad niet te overbruggen en ik klauter en schuivel het bos in. Het is glibberig en ik maak een uitschuiver maar de bosgrond is gelukkig niet te onzacht.
Op een nieuwe wandelbrug loop ik over de Ywoigne, een zijrivier van de Lesse. Maar de Gr-tekentjes gaan toch terug naar de andere zijde van de Lesse.
Tijd voor een korte picknick. Twee Limburgse dames met vier honden komen voorbij.
Ik spot weidebeekjuffers en de vrij zeldzame geelzwarte beekromboutlibel. Duidelijk is hier stromend water in de buurt.
Een brede bosweg (parc d'Ardenne) brengt me op een grote weg in Maupas (Houyet).
Aan de andere zijde van die weg, in het bos krijg ik een stortvlaag over me heen. Het aantrekken van de poncho over de rugzak moet ik nog zien te verbeteren.
De bui blijft echter niet al te lang hangen.
Ik vervolg mijn route over een brede en drassige grasgang in het bos.
Het gehucht Herock bewijst dat ik toch nog in de bewoonde wereld ben.
De zon heeft het weer overgenomen als ik op een subliem smal paadje langs steenanjers en mooie vergezichten loop. Prachtig hier!
Het stapt wat vlotter over een breder pad maar het dondert en de lucht trekt wat toe. Geen onweersbuien en geen bliksem gelukkig en ik bereik het zonnige Wanlin met een oude vervallen steenbakkerij.
Ook in dit grotere dorp vind ik geen voorzieningen. Mijn schoenen kunnen wel wat drogen op de asfaltweg die achter de Air de Wanlin aan de snelweg loopt. Aan de truckersparking ga ik weer het bos in.
Het ligt er hier wel heel erg modderig bij en het water loopt over het GRpad. Het is zoeken naar drogere doorgangen in het bos, maar niet steeds evident. The mud zakt in mijn schoenen...
Uiteindelijk raak ik toch het bos uit en zie ik in de verte al het kasteel van Lavaux-Sainte-Anne en vlakbijer ook een grauwe klauwier.
Ik gooi mijn rugzak af bij een brasserie en les de dorst met een Deens alcoholvrij biertje. Nog een kilometer tot mijn slaapplek.
De schoenen blijken toch weer doorweekt en mijn schouders zijn stram van de best wel zware wandeltocht. Maar toch was het vooral genieten van een adembenemend mooie dag. Zeker nog eens te hernemen in een drogere periode.
Ik stil de honger met een lekkere schotel in 'La frite dorée' en een Carambar reepje als dessert. Merci broer.
Op: 417m
Hoogste punt: 230m
Geschreven door Eriks.reisverslag