Alles was aanwezig voor een goede nachtrust: een sfeervolle kamer, een goed bed, een overheerlijk avondmaal van de gastvrouw en een (bruin) streekbiertje.
Maar... (dreigende achtergrondmuziek speelt) in een klein hoekje loert het gevaar.
La moustique, een bloeddorstige mug wacht tot ik in slaap val om aan te vallen. Ze is alleen maar gaat recht op haar doel af. Ik werd haar prooi...
Vele jachtpogingen van mijn kant ten spijt, ik krijg haar niet te pakken. Haar treiterende gezoem doet me telkens weer wakker schieten en naar haar op zoek gaan. En dan zijn er nog die tintelende benen die me ook al uit de armen van Morpheus houden.
Maar het rijkelijke ontbijt (zowat alles is zelfgemaakt) doet het nachtelijke onheil snel vergeten. Net als vorig jaar zorgt Marielle opnieuw voor pure verwennerij.
En de zon schijnt ook nog eens; de pret kan werkelijk niet op.
Ik daal af naar de Samber en volg de groene rivier stroomafwaarts. Langs het jaagpad neem ik even een binnenweg en kom na 3km terug op de GR. Ik volg de rivier nog een eindje, en ben er eens niet alleen. Ook heel wat fietsers van diverse pluimage zijn van de partij, we groeten elkaar hartelijk. En ook de voorbijvarende schippers zwaaien naar de rugzak op twee benen.
Aan het vlakke parcours over het jaagpad komt een einde wanneer witrood me linksaf verwijst en ik een steile klim door een bosje moet maken en verder een vervallen oude abdijmuur volg om het stadje Lobbes te bereiken.
Er zijn veel steegjes en veel trappen die me brengen tot aan de bijzondere Sint Ursmarus (Saint Ursmere) kerk.
Blijkbaar zou dit de oudste nog bestaande kerk in België zijn.
Na het korte kerkbezoek is het tijd voor een boswandeling. Af en toe heb ik zicht op de groene Sambervallei en het stadje Thuin aan de overzijde van het water.
In Waibes staat ook een bijzonder kerkje dat wat aan onze Sint Pieteskerk doet denken.
Dan word ik opgeslokt door het grote stille woud van Waibes. In het gehuchtje Hourpes staat een watertoren aan de bosrand en ook een bijzonder kasteeltje uit de glorietijd van de staalindustrie.
En dan uit het niets komen twee Vlaamse stappers met rugzak in tegenrichting. Ze volgen niet echt GR maar een lokale route voor één dag. Maar we hebben een korte babbel over trektochten per fiets en te voet.
Daarna moet ik ook de tweede wandelstok eens ter hulp roepen, want een steile beklimming daagt me behoorlijk uit.
Ik bekom met een late picknick en mooi zicht op de vallei. Er passeert hier al eens een fiets en een wandelaar.
Op het pad krioelt het van de mestkevers en op een dode boomstam zie ik heksenboter, wat een soort voortkruipende slijmzwam is.
Het pad gaat naar beneden met een steil en keiig stuk op het einde.
Ik ontmoet opnieuw de Samber. Een grote jeugdinstelling zorgt voor wat leven in de brouwerij maar er staan ook overal geparkeerde wagens. Ik had dit totaal niet verwacht, maar de ruïne van cisterciënzerabdij uit de 7e eeuw blijkt een toeristische trekpleister te zijn. Enkele restaurantjes zorgen dat de bezoekers wat langer blijven. Ik heb onderdak in de auberge met uniek zicht op de toch wel indrukwekkende ruïne. Naar verluidt is de abdij opgericht door een rover die zich terug op het rechte pad begaf.
Mijn pad stopt hier voor vandaag en ik moet er ditmaal niet eens voor afwijken.
Routescore: 3,5
Andere GRtrekkers: 0, wel 2 fietsers in Lobbes
Hartelijke begroetingen onderweg: veel te veel om bij te houden
Weer: eindelijk zonnig
Geschreven door Eriks.reisverslag