Vandaag zou ik van Kandy naar Sigiriya gaan, ongeveer 90 km verderop. De aardige tuktuk driver die me in Kandy van het station naar het guesthouse had gebracht - Chris - had ik gevraagd of hij me kon brengen met één tussenstop, namelijk bij de grottempels van Dambulla. Daar gaf hij een mooie prijs voor, dus daarom verkoos ik tuktuk boven de bus. Uiteindelijk werd het een dag met meerdere tussenstops.
Chris is heel geïnteresseerd in bomen, bloemen en planten en wees onderweg heel veel aan. Bijvoorbeeld bloemen die muggen weghouden, waardoor ze populair zijn om bij het huis te planten. Onderweg wees hij me op meerdere interessante plekken om te stoppen en aangezien ik verder die dag weinig plannen had, stemde ik daarmee in.
De eerste was een prachtige hindoeïstische tempel in Matale. Denk aan enorm veel kleuren en beelden; en een altaar per god, omdat hindoes verschillende goden vereren. Het plafond was ook prachtig beschilderd, waardoor er heel veel te zien was.
Daarna door naar een batik fabriek. Batik is een bepaalde manier van stoffen bedrukken met een print en het was heel interessant om het productieproces te zien. Eerst tekenen ze met potlood het design; daarna wordt met wax de delen afgedekt die niet mogen verkleuren. Vervolgens wordt de stof steeds in verschillende kleurstoffen gedaan, waarna met wax weer delen worden afgeschermd. Zo wordt bepaald wat geel, rood en zwart wordt; zie de foto hoe zo de gekleurde olifant tot stand komt. Ze hadden echt prachtige doeken hangen die je bijna schilderijen zou kunnen noemen.
Al vrij snel stopten we weer, nu bij een herbal en spice garden van de overheid. Hier werd je gratis rondgeleid en vertelden gidsen over de verschillende bomen en planten en wat daaraan groeide, bijvoorbeeld peper, gember en kaneel. Dit wordt gebruikt om diverse producten van te maken, van medicijnen tot gezichtscrème. Voor ongeveer elk kwaaltje was er wel wat. Geen idee of het helpt; het Ayurvedische medicijn voor mijn enkel deed ook wat, dus die weet. Het was interessant om meer over te horen en bijvoorbeeld ook om te zien hoe kaneel uit een boom wordt gehaald.
De laatste stop was de geplande bij de grottempels. Daarvoor moest ik 250 treden beklimmen; mooie test weer voor de enkel. Chris zou beneden wachten en vroeg of ik zijn paraplu wilde. Ik dacht tegen de zon - lokale mensen gebruiken paraplu’s daarvoor - en schudde nee. Dat heb ik geweten :) toen ik net boven kwam, begon het te gieten. Nu waren de tempels in grotten, dus dat kwam goed uit. Er waren vijf grotten met daarin diverse boeddhabeelden en schilderingen op de plafonds; de oudste meer dan 2000 jaar oud. Bij het boeddhisme in Sri Lanka was er een splitsing tussen city en forest dwellers. De forest dwellers gebruikten bijvoorbeeld grotten als plekken om Boeddha te aanbidden. Het grootste beeld was zo’n 18 meter lang en daarmee erg indrukwekkend, ondanks dat het een dode Boeddha voorstelde.
Na het bezichtigen regende het zowaar nog harder en begon ik me wat zorgen te maken over de weg naar beneden - en mijn niet waterdichte tas. Chris kwam echter tot de redding: vanuit het niets verscheen hij met een paraplu. Hij had speciaal de weg naar boven gemaakt om me naar beneden te helpen, zo ontzettend aardig. Daarna gingen we een stuk door naar Sigiriya, waar ik hem maar dik heb getipt voor deze reis. Al bij al waren we zes uur onderweg, dus daar verdient hij wel wat voor.
In Sigiriya zit ik in een hostel waar de slaapzalen mini villahuisjes zijn en waar iedereen een tweepersoonsbed heeft. Veel Nederlanders hier, dus ook fijn om weer eens makkelijk te kunnen communiceren.
Geschreven door Charlottesavonturen