Vanmorgen zijn we mooi op tijd rond 9 uur vertrokken. Het eerste stuk hebben we uiteraard de snelweg genomen. Tot dat we goed en wel in Drenthe waren.
Één van de doelen deze korte vakantie is een aantal zogenaamde earthcaches te gaan bezoeken.
Dus zijn we kort na de Drenthes grens van de snelweg afgegaan om de earthcache ‘het Mekelermeer’ te bezoeken. Dit is een zogenaamde pingo-ruïne, een overblijfsel uit de ijstijd.
Daarna door naar het dorpje, nauw ja, eigenlijk meer een gehucht, waar we een plekje op de SVR-camping hebben gereserveerd.
Het is er rustig. We zijn de enige gasten.
Na een broodje en een middagdutje zijn we voor een kort rondje de omgeving even doorgefietst. Allereerst naar het voormalige kamp Westerbork. We waren hier al eens geweest, maar het blijft indrukwekkend en gruwelijk wat hier is gebeurd.
Daarna nog even naar een tweede earthcache van vandaag. Het Heuvelingerzand, ook een pingo-ruïne.
De route voerde echt door een Drents landschap. Fietspaden door bossen dus. Onderweg ook nog de sterrenwacht gepasseerd.
Kortom, een mooie eerste dag.
Hoe is een pingoruïne ontstaan?
Tijdens de laatste ijstijd was het zo koud dat de bovenste laag van de ondergrond permanent bevroren was (permafrost). De bodem was tenminste twintig meter en plaatselijk tot wel vijftig meter diep bevroren. Onder deze bevroren bodem bevond zich grondwater dat vanwege de grote diepte sterk onder druk stond. Op plaatsen waar zich scheuren in de permafrost bevonden welde het grondwater daarom omhoog. Zodra het in de zone met permafrost kwam bevroor het. Hierdoor ontstond een ondergrondse ijslens, die door de aanvoer van nieuw grondwater bleef groeien. De grond boven de ijslens werd steeds verder omhooggeduwd. Er ontstond een heuvel die tientallen meters hoog kon worden.
Door de aanhoudende groei van de ijsheuvel ontstonden er op een gegeven moment scheuren in de grond bovenop de ijslens. Zonlicht kon nu op het ijs schijnen, waardoor dit langzaam ging smelten. Ook de bedekkende grondlaag ontdooide. Geholpen door het smeltwater dat van de pingo afstroomde geleden stukken grond naar beneden, die zich aan de voet van de heuvel ophoopten. Zo vormde zich aan de onderkant een ringvormige aarden wal, de zogenaamde randwal. Toen al het ijs gesmolten was bleef er een ringvormige krater over die zich vulde met smeltwater: een pingoruïne.
Geschreven door Oopiess.avonturen