De nacht was gelukkig niet al te koud. We maken op ons gemak het ontbijtje klaar: wat pancakes en fruit. Voor je het weet zijn er op camping een paar uur voorbij. Aangezien we hier geen douche hebben, dan maar efkes gaan baden in Summit Lake, dat is het meertje vlakbij onze tent. We zakken met onze voeten diep in de modder. De libellen vliegen om onze oren en de 'dragonfly' (lijkt een rode libel) komt gewoon op onze armen en handen zitten.
Het is ondertussen middag en tijd om onze wandelschoenen aan te trekken. Onze Italiaanse campingbuur raadde ons Butte Lake aan, dus daar rijden we naartoe. Toch nog een stevig ritje, maar wel door mooie natuur. We komen aan en Butte Lake is inderdaad mooi, in het midden van het meer liggen bergen lavarotsen, het water is azuurblauw. Van hieruit kunnen we een wandeling maken naar Cinder Cone, een dode vulkaan. Twee km zegt het bordje, en dan nog eens twee terug, dat is aanvaardbaar. De wandeling gaat door lavazand en klimt gestaag en er is net iets te weinig schaduw... Maar goed, het is maar twee kilometer.
We komen aan bij Cinder Cone, en zien een gigantische asberg, heel bizarre natuur errond, rode stenen, weinig bomen, lavarotsen. Dat is allemaal mooi, maar gewoon kijken naar die berg is niet genoeg. We zien mensen bovenaan de vulkaan, we zien ook een weg, we moeten erop. Mina ziet het niet zitten, maar de belofte van een ijsje na de wandeling motiveert haar.
We beginnen de klim... Jawadde... Mannekes... Pfffff... Hevig... Af en toe stoppen en water drinken en een koekje eten, want dit is echt niet mals. De ondergrond is moeilijk stappen, zandachtig en stenen. Elke stap vooruit lijken er twee achteruit. Het einde is in zicht... Toch nog niet... Dit blijft duren...
Net als we echt niet meer kunnen, bereiken we de top. Wauw. We wandelen helemaal rond de krater, mooier dan mooi. Heel erg speciaal ook om tot de bodem van de krater te kunnen kijken. Luca vindt het machtig, wij allemaal eigenlijk en onze batterijen zijn bij het zien van de omgeving en de vulkaan meteen weer opgeladen.
Naar beneden gaan gaat heel wat vlotter, gelukkig. Het is al laat als we bij te auto arriveren en we moeten nog koken. Vlug die crème oplikken langs de weg en naar onze tent voor de apero en ons avondmaal.
Amai, die wandeling van 'maar' twee kilometer zit serieus in onze benen. Eenmaal het vuurtje aan, zakken we weg in onze campingstoeletjes. We zijn voldaan voor vandaag.
Geschreven door Milenkim