Dag 17 en 18 Beja - Alvito - Barragem d'Alqueva - Moura

Portugal, Beja

Dag 17 maandag 23 september:

Het is licht bewolkt en 23 graden. Perfecte dag voor een stadswandeling door Beja. Begin van de wandeling is -hoe kan het ook anders- het Castelo. De fundamenten dateren uit de 13e eeuw. De 40 m. hoge Torre de Menagem, de hoogste burchttoren van het land. En die ga ik beklimmen! Jos ziet af van dit grapje want het betekent 183 smalle traptreden naar de top. Voor € 2 mag ik vrijwillig omhoog. Er zijn best wel wat bezoekers in het kasteel, maar ‘U bent vandaag de eerste die omhoog gaat’, zegt een goedlachse dame die het touwtje voor de torenwenteltrap weg haalt. Ik weet niet of dat een goed teken is. Als ‘t goed is, kom ik in ieder geval geen tegenligger op het eeuwenoude wenteltrapje tegen. Want dat is beslist niet handig.
Oké, nog 183 te gaan. Ik concentreer me op de uitgesleten tredes. Naar boven kijken, of er al licht in zicht komt, heeft geen zin. Het draait omhoog. Ik onderdruk de neiging om mee te tellen. Ik merk het wel. Je hebt ook geen idee als je als maar rond loopt. Als een hamster in zo’n nerveus ronddraaiend rad. Er komt geen eind aan.
Of toch wel? Ergens, misschien halverwege, is een uitstapje mogelijk naar een ruimte van een paar vierkante meter. Gunstig. Precies op het moment dat knieën en kuiten wel ff een momentje rust kunnen gebruiken. Er staat een informatiepaneel over de constructie van de toren. Lezen en weer verder met de wenteltrap. Het flitst door mijn hoofd dat je hier niet moet uitglijden of zo. Om hulp roepen is kansloos, mobiel bereik is 0, en er komt niemand spontaan langs. Mmm, enige kans is dan dat Jos buiten onderaan de toren op een bepaald moment moet gaan denken waar blijft die kasteelvrouw. Niet aan denken, gewoon lekker doorstappen.
En dan is er licht aan het einde van de wenteltrap. Ik stap naar buiten en sta op een balkon met kantelen dat rond de toren loopt. Oeps, ff wennen want ik kijk ineens kilometers ver weg. Voorzichtig kijk ik tussen twee kantelen naar beneden. Jeetje, wat hoog! In de diepte zwaait Jos. Daarbij wijst hij naar boven. Nu zie ik het. Het balkon is niet de top van de toren. Er is nog een etage hoger. Maar hoe dan? Een rondje lopen dan maar en zoeken of er ergens nog een trap is. Uitdagend rondje want het balkon is niet helemaal van steen. Op sommige plekken zitten roosters waardoor je helemaal naar beneden kijkt. Vreselijk, om duizelig van te worden. Uiteindelijk vind ik een nis waar een smalle stenen trap verder omhoog gaat. Aha, nu gaat het richting 183 treden. Yes, de top! Het aantal viel uiteindelijk wel mee. Waarschijnlijk doordat je focust op het lopen om niet uit te glijden heb je niet door hoeveel het er zijn.
Het uitzicht is meer dan de moeite waard. Geweldig! Hoe zou het zijn om van hier af met pijl en boog te schieten? Lijkt me best leuk om te doen 😁

Na deze sportieve uitspatting vervolgen we onze weg naar de kapel van het voormalige ziekenhuis. Het hospitaal stond eind 15e eeuw al in dienst van de arme mensen. De kapel is bijzonder omdat hij schittert van het bladgoud, dat in de 19e eeuw is aangebracht. Inderdaad prachtig om te zien.

Hoog op ons lijstje staat een bezoek aan de Convento da Conceição, een schitterend clarissenklooster uit de 15e eeuw waar vooral vrouwen van adel werden opgenomen. De aankleding, fresco’s, azulejo’s, beschilderde gewelven, verguld houtsnijwerk, receptenboeken moeten fantastisch zijn. Maar helaas … het klooster wordt gerenoveerd en is nog maanden gesloten. Zó jammer!
Dan maar een kop thee en koffie met een pastéi de Nata op het pleintje voor het klooster als goedmakertje.

De temperatuur is weer opgelopen tot 26 graden, dus eind van de middag lekker gezwommen en een boek gelezen. Vanavond buiten de deur gegeten want we hebben op onze wandeling een Japans restaurant ontdekt. Genoten.


Dag 18: 25 september - Beja - São Cucufate - Alqueva - Moura - Beja

Als we de luiken van onze kloosterkamer openen, zie ik buiten mensen met paraplu’s lopen. Oh! Regen? De weerapp geeft inderdaad wat plaatselijk regen aan, maar na het ontbijt is het al weer droog. Prima weer om er op uit te gaan in de regio. Onze reisgids heeft tips genoeg, dus in de bolide, tanken en naar de eerste bezienswaardigheid genaamd São Cucufate, ruïnes van een Romeins landgoed. Ongelooflijk wat hier allemaal door de eeuwen heen bewaard is gebleven. We hebben het hier over een in drie fasen aangelegd landgoed in de 1e tot 4e eeuw. Het zijn weliswaar ruïnes, maar toch. 20 eeuwen later staan wij er naar te kijken. Wat moet zich hier niet allemaal afgespeeld hebben. Na de 7e eeuw werd het als klooster gebruikt voor benedictijnen die het de huidige naam hebben gegeven.
Omdat we vooraf een film over de archeologische vondst en reconstructie hebben gezien, spreken de ruïnes meer tot onze verbeelding als we ze zien. Toch wel interessant. Die Romeinen konden er ook wat van.

Iets verder naar het noorden ligt het Barragem d’Alqueva, het grootste stuwmeer in Europa met een oppervlakte van 250 km2. De bouw (door de EU gefinancierd voor € 2 miljard in 1995-2002) was destijds fel omstreden, maar inmiddels komen hier steeds meer faciliteiten. We rijden er eerst overheen, en dan wandelen we er overheen. De stuwdam is 458 m. lang en 96 m. hoog. Da’s ff wat anders dan een toren van 40 m. Doet ons denken aan de Hooverdam in de VS. De rivier de Guadiana die we in de diepte zien, lijkt op de Colorado river. De hoogte is indrukwekkend. Het stuwmeer ziet er heel mooi uit. Overal kleine eilandjes, koeien langs de oevers, een enkel zeiljacht. En … een enorm drijvend zonnepark. Tja, waarom niet. Het is een ideale ligging en niemand heeft er last van. Overigens voorziet het project ook in een waterkrachtcentrale (eis van de EU).

We zetten er wel een beetje vaart achter want donkere wolken beginnen onze kant op te komen. Het ziet er dreigend uit als je net op het midden van een stuwdam staat. Inmiddels is het 26 graden, maar door de hoge luchtvochtigheid voelt het veel warmer aan. We lopen te zweten; het is benauwd.

We rijden door naar Moura. Het stadje werd internationaal bekend dankzij de olijfolie van hoge kwaliteit, die al in de 17e eeuw naar andere Europese landen werd geëxporteerd. Eerst tijd voor lunch. Die bestaat, zoals vaker, uit thee/koffie met ieder een pastéi de Nata ergens op een terrasje. De Portugezen zijn altijd even vriendelijk en als je aan de ‘lunch’ zit, zegt iedereen die langskomt, gedag. ‘Bom dia’. En ook als ik op mijn beste Portugees de weg vraag naar het kasteel en de kerk Igreja de São Pedro zijn de Portugezen heel behulpzaam. Ze wijzen en praten honderduit of vragen iemand anders die een beetje Engels spreekt of die wil helpen. Heel vriendelijk en gemoedelijk.

Van het kasteel is niet zo heel veel meer over, maar de toren staat nog fier overeind. Hij is overigens niet toegankelijk of te beklimmen. Wat jammer nou … dan maar de muur op klimmen. Vanaf de stadswal zien we in de verte het stuwmeer en de heuvels en dalen met rijen olijfbomen, omlijst met prachtige wolkenpartijen.

Een pareltje is ons bezoek aan de totaal onopvallende kerk Igreja de São Pedro, bereikbaar via het Museu de Arte Sacra. Voor € 1,50 mag ik naar binnen. Jos voor € 0,50, het seniorentarief. De muren van de kerk en het hoogaltaar zijn bekleed met een magnifiek tapijt van azulejo’s uit de 17e eeuw. Heel fraai zijn ook de Sevillaanse tegelversieringen van de altaarruimte en het portaal. Totaal onvoorstelbaar dat zoiets moois al vierhonderd jaar perfect bewaard is gebleven. Er is werkelijk vrijwel geen tegeltje kapot. Hetzelfde geldt voor de schilderijen en kerkschatten. Wat dat betreft heeft Portugal geluk dat het in de wereldoorlogen bespaard is gebleven van bombardementen. Er is nog zoveel erfgoed dat eeuwenoud is.

We wilden een filmpje maken van deze bijzondere kerk, maar voor het eerst kregen we te horen dat dat niet mocht. Oh, wat jammer. Waarop de dame die op wacht stond zei ‘Maar u mag wel 1 foto maken’. Nou zijn wij natuurlijk toch typisch Nederlands, en na enig onderhandelen mocht ieder van ons 1 foto maken. Ha! Da’s een verdubbeling. Grappig dat je dan heel bewust keuzes moet maken. Dat dateert nog uit de tijd van fotograferen met het gebruik van fotorolletjes. Tegenwoordig fotograferen we er op los met onze mobiele telefoons. Nu dus ff niet.

Voldaan verlaten we Moura. De rit naar Beja (50 km) is een aaneenschakeling van slingerende provinciale weggetjes door olijfboomgaarden. Kilometers olijfbomen van net geplante boompjes tot bomen van honderden jaren oud. Heuvels met miljoenen bomen. Onvoorstelbaar. Prachtig groen, de volwassen bomen vol met vruchten, schitterend onder dan weer zon, dan weer donkere wolken. Een plaatje.



Geschreven door

Al 3 reacties bij dit reisverslag

Durfal,zooooooo hoog,wel prachtig. Je zult daar maar geen olijven lusten,heb je een aardig probleem Ingrid alvast proficiat voor morgen ,maak er een extra mooie dag van

Hetty 2024-09-26 09:47:40

Hele stoere kasteelvrouw!! Ik moet er niet aan denken, die rondjes en hoogte… Lang zal je leven in de gloria, morgen!

Chris 2024-09-26 22:38:45

Van harte Ingrid😍 hele mooie plek om jarig te zijn. Je zoekt ze wel uit. Ik ben mooi op tijd dit jaar, Wat een prachtige foto’s. Het stuwmeer en dam zijn indrukwekkend. Zoveel moois in dat land. Fijne dag. Liefs.

Rianne 2024-09-27 00:11:05
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.