Om 8.45 uur rijdt Jos onze Ford de buik van de veerboot in. Om 9.00 uur schalt de hoorn en laveert de ferry de haven uit. We steken in 2,5 uur de Breidafjördur (fjord) over, een ruime 55km. Na 1,5 uur legt hij even aan bij het eilandje Flatey, met vier inwoners het grootste eiland in de fjord (2km x 500m) en een paradijs voor vogelliefhebbers. Flatey' is overigens plat eiland. Ik zeg, praktisch ingestelde mensen die IJslanders ... Hoe simpel kan het zijn. Je kunt hier van boord, maar dan moet je wachten tot de volgende dienst komt aan 't einde van de middag, en dan kun je je tocht vervolgen. De auto kan hier niet van boord, en dus blijven we lekker zitten.

Aan de overkant van de fjord aangekomen, bevinden we ons officieel in de dunbevolkte Westfjords, een natuurlandschap met fjorden omzoomd door hoge bergen. We passeren eerst zandvlaktes en stranden, gevolgd door een bergpas en een schitterende kustweg naar Patreksfjördur. Omdat we tijd genoeg hebben, rijden we door naar Bíldudalur aan de andere kant van de fjord waar we nu zijn. Dat betekent weer slingerend een berg over omringd door lavarotsen, basaltrotsen, her en der watervalletjes, sneeuw op schaduwhellingen, haarspeldbochten en mooie vergezichten als we de daling inzetten. Je moet wel oppassen voor schapen. Die lopen overal. Nooit in grote groepen waardoor ze lang niet altijd opvallen. Ze steken regelmatig de weg over. Maar het is hier zo rustig, dat het best knap is om iets te raken. Toch lukte het Jos vanmiddag! Of eigenlijk andersom. Een vogel kwam van links en wilde nog ff voor de auto langs. Oeps, hij was te langzaam c.q. wij te snel en overleefde de uitdaging niet ... Flatey bird.

De paar dorpen die hier zijn, liggen altijd in de kom van de fjord. Als je slingerend de berg af komt, zie je zo'n dorp al in de diepte liggen. Wij vragen ons echt af waarom mensen hier wonen. Volledig geïsoleerd en verlaten van de buitenwereld. Dit dorp heeft zo'n 700 inwoners. Maar omdat het zo afgelegen ligt, heeft het wel de meest noodzakelijke voorzieningen als een school, ziekenpost, supermarkt, bakkerij en een benzinepomp. Maar toch, als je eens iets anders wilt, moet je al snel tientallen kilometers rijden/varen. Ze hebben natuurlijk wel een waanzinnig mooi uitzicht over de fjorden.
Dat vind ik zo prachtig van wat we tot nu toe van IJsland hebben gezien: overal kun je mijlen ver kijken zonder dat het uitzicht verstoord wordt door auto's, huizen, masten of wat voor menselijke activiteit dan ook. Dat weidse, geweldig!

Nadat we onze bolide goed hebben geïnspecteerd bij de lokale pomp (we meenden dat we een lekke band reden op de laatste kilometer bergafwaarts, maar dat bleek gelukkig niet zo te zijn) en getankt hebben, rijden we weer dezelfde route terug over de berg naar Patreksfjördur. Dit vissersdorp is iets groter, met 4000 inwoners.
Als we onze intrek in ons hotel nemen, trekt het buiten dicht en begint het een beetje te regenen. Geen weer meer voor een wandeling helaas.

Vanavond eten we in het hotel en komen de Kolonisten van Catan uit de koffer 😄

Geschreven door Joseningrid