Vandaag werd ik om 11:00 uur wakker. Ik was dus inderdaad wel wat moe van het reizen. Na een lekkere douche in het toilet (de douchekop zit vlak naast het toilet) zat ik nog geen minuut okselfris aan een tafeltje of daar kreeg ik al een schaal vers fruit. En noodles. En (pik)zwarte thee. Het smaakte me allemaal prima. Na me ingesmeerd te hebben met zonnebrandcrème en DEET (tegen de dengue mug) heb ik de tuktuk naar het Independence Monument genomen. Uiteraard na eerst een half uur onderhandeld te hebben om 50 cent minder te betalen. Vandaar uit heb ik een aardige wandeling gemaakt. Met de tuktuk is meer relaxed (je zweet er een stuk minder van), maar je krijgt minder mee van het straatleven. En dat is echt fantastisch. Nu ben ik wel vaker in Azië geweest, maar hier ben ik onderdeel van het echte dagelijkse leven. Overal proberen mensen wat te verkopen. Verzin het maar en aan de straat wordt het verkocht. Dit is zo puur. Wat me wel al is opgevallen is dat het verschil tussen arm en rijk wel erg groot is. Aftandse scootertjes (het is al heel wat als je die als Cambodjaan hebt) staan in de file naast een Bentley. Maar het merendeel heeft niet veel pot te verteren. En communiceren is ook best een dingetje. Bijna alle mensen die ik aanspreek, spreken geen Engels, enkel Khmer. En laat dat nu net een taal zijn die ik niet beheers.
Dwalend door allerlei straatjes (echt in iedere straat is bedrijvigheid) kwam ik per toeval bij een tempelcomplex waar ik de naam niet van weet (en die Google kent als សាលាធម្មសភា វត្តបទុមវតី oftewel boeddhistische tempel). Er leek een ceremonie van start te gaan. Ik vroeg een toevallig langslopende monnik of hij Engels sprak en zo raakten we aan de praat. Ik kreeg uitleg en een korte rondleiding. Vervolgens vroeg hij mij of ik ook in de tempel wilde kijken die vol zat met monniken. De mannen in oranje gewaden en de vrouwen in witte, waarbij de mannen links zaten en de vrouwen rechts (vanwaar ik stond). Er is schijnbaar geen Khmer-woord voor emancipatie. Ik weet niet hoeveel er al zaten en hoeveel er nog kwamen, maar het oversteeg de dubbele cijfers met gemak. Wat een rust, vrede en wat een vibe. Het leek of de wereld stil stond. Rondom de tempel waren veel verblijven waar de monniken wonen. Prachtig om te zien en te beleven. Zo heb ik het nog nooit meegemaakt in Azië en ik voelde mij een beetje Kuifje in Afrika.
Vervolgens verder gedwaald naar de Royal Palace (die ik van binnen waarschijnlijk morgen ga bezoeken) en naar de rivieroever, een ananasje gescoord, een inefficiënte autowasserij gezien (9 mensen stonden 1 auto te wassen), een terrasje gepakt en lang met enige verbazing rondgelopen op de Central Market. Wat een drukte, gedoe en spullen. Ik informeerde nog naar een paar mooie adidassen, maar maat 43 zat helaas niet in het assortiment. Echt prachtig om te zien wat er ook aan verse producten wordt verkocht. Daarna een tuktuk naar het Olympisch stadion genomen en warempel het is me gelukt om een kaartje voor Cambodja-Irak te scoren. Toen ik de prijs hoorde vroeg ik aan een man naast me wat hij moest betalen. Het enige wat hij deed was (mij uit)lachen. Ik denk, nee weet wel zeker, dat ik veel te veel heb betaald. Maar goed, uiteindelijk kan ik leven met de 5.000 Riep die het kostte. Voor diegenen die niet precies weten wat de koers doet, dat is 1 dollar en 25 cent. Ik zit in een goed vak, want ik mag gaan zitten waar ik wil. Ik ben benieuwd of dinsdag door het Cambodjaans elftal het niveau wordt gehaald dat ik gewend ben in Luctor Heinkenszand 5.
Vanavond lekker gegeten. Laten we het er maar op houden dat het varkensvlees was. Dat voelt namelijk vertrouwd. Ook in het restaurant waren ze weer kieskeurig op de dollarbiljetten. Ik kom namelijk maar niet af van een 5 dollarbiljet waar een klein scheurtje in zit. Ze willen em onder geen beding hebben. Morgen weer maar eens proberen. Ik denk maar zo: de aanhouder wint.
Geschreven door Marco.goovers.op.reis