Toen we de kloof bij Selim binnenreden, en dezelfde rotsformaties zagen als bij Cappadocië, waren we niet zo slim om 1 en 1 bij elkaar op te tellen.
Maar daarover later.
We vonden een prachtig stil plekje niet ver van een restaurantje om de nacht door te brengen.
De kloof zat vol met grotwoningen, maar, na heel veel grotwoningen, dan heb je ze eigenlijk wel gezien.
Ik bedoel, het is pas een grotwoning als iemand je verteld dat er iemand heeft gewoond, maar tot dan is het gewoon een gat in een rots.
Van een afstandje ziet het er echt bijzonder uit, al die gaten in de steile wand van de kloof, en om ze te bezoeken is meestal een hele klim.
Zodra je echter de woning binnenloopt valt er niet veel meer te zien dan wat gaten in de grond waar water en voorraden zouden zijn bewaard, en that’s it.
‘Goh, dat hier mensen hebben gewoond!’
We hebben nog even gediscussieerd of we nog iets verderop zouden gaan staan, maar de nabijheid van een restaurantje aan de rivier met tafeltjes in een mooie tuin gaf de doorslag, we blijven.
We dronken een colaatje in de tuin van het restaurant toen ik iemand zag langslopen die ik herkende.
Ik kon mijn ogen niet geloven en zei tegen C. ‘Ik zal me wel vergist hebben, maar het leek of ik Rajman voorbij zag lopen.’
Wie is Rajman?
Twaalf jaar geleden zijn we van Istanbul naar huis gefietst. Toen we onze fietsen uit de dozen haalden op het vliegveld, bleek mijn fiets wat schade te hebben, een verbogen derailleur en nog wat dingetjes. Toentertijd was er in Istanbul een fietswinkel aan de Aziatische kant van de stad, die bekend was bij wereldfietsers, waar reizigers richting Mongolië en China nog één keer hun fiets konden laten nakijken. We zijn ernaar toe gefietst en zijn als oude vrienden ontvangen door Seçil, Alexandros, Basak en…..Rajman!
Mijn fiets was in een mum van tijd gerepareerd, maar omdat er in die tijd demonstraties en rellen waren op het Meydanplein, had Erdogan alle ponten over de Bosporus uit de vaart gehaald en de bruggen afgesloten.
We zaten vast.
Basak en Rajman woonden samen en hebben ons in huis genomen, zij sliepen op de grond en wij, tamelijk gênant, in hun bed.
We zijn in die paar dagen erg gesteld op ze geraakt, vooral op Rajman, hij is een lieve zachtaardige man, kwetsbaar omdat de wereld niet geschikt is voor iemand zoals hij.
Na een paar dagen heeft een kennis van Basak ons per auto over de enige brug die nog open was (de tolweg) naar de andere kant gebracht en kon onze reis beginnen.
We hebben Seçil en Alexandros nog twee keer ontmoet, één keer in Amsterdam en één keer in Athene, waar we vorig jaar naartoe zijn gefietst, van Basak wisten we niets en van Rajman alleen dat hij de hele wereld rondfietste.
C. vroeg aan een ober of die man die net langsliep soms Rajman heette en of hij op de fiets was.
De ober bevestigde het en riep Rajman, die ons onmiddellijk herkende, kwam aanrennen ons beurtelings al schaterlachend in de armen viel.
De kans op zo’n ontmoeting moet astronomisch klein zijn.
Hij fietste nog steeds de hele wereld rond en was nu een poosje in Turkije.
Volgens hem het mooiste fietsland ter wereld? Ethiopië!
De volgende morgen hoorde ik om half vijf een auto voorbij razen en verderop parkeren bij de grotwoningen.
Ik dacht, goh, die is vroeg.
Nog geen minuut later, nog een, gevolgd door een stroom auto’s, die ook verderop stilhielden, waarna het weer stil werd.
Ik kon niets bedenken wat al die auto’s daar zo vroeg moesten doen.
Vanuit bed hoorde ik iets van ‘wat is dat voor teringherrie’
Dat werd snel duidelijk toe er om vijf uur een stroom passagiersbusjes naast ons parkeerden, de ventilatoren van hete luchtballonnen straaljager geluiden begonnen te maken net achter de bosjes waar wij stonden, en even later branders vuurspuwend een stuk of twintig heteluchtballonnen tot leven bliezen.
Niet alleen het landschap was vergelijkbaar met Cappadocië….
Rajman heeft nog snel een (nogal onduidelijke) foto van ons gemaakt, waarna we afscheid namen.
Komende nacht maar vroeg naar bed.
Het middengedeelte van Turkije is niet interessant qua natuurschoon, eigenlijk gewoon lelijk, met uitzondering van het enorme Tuz Gölü zoutmeer.
Alle beschikbare grond is in gebruik voor de akkerbouw en omdat de oogsten van het veld zijn blijft er een kale verdorde vlakte over. . Bomen zijn er nauwelijks het is er in feite gewoon spuuglelijk.
Ik heb bij de foto’s even een kaartje gedaan om aan te geven over welk gedeelte ik het heb.
Het waterpeil in het meer was aan het einde van zomer laag, zodat er een zoutvlakte was ontstaan, die ik erg mooi vond. Zie foto.
Er moeten veel Flamingo’s zitten, maar die hebben we niet gezien, te ver weg, foute seizoen, zoiets.
‘ s Avonds vonden we een plekje aan zee naast een restaurant waar we heerlijk gegeten hebben. De eigenaar nodigde ons uit om om dezelfde avond te komen luisteren naar live muziek, maar we waren moe en wilden vroeg naar bed. Het zou om 21.00 beginnen.
Is een van jullie wel eens naar een live concert van Deep Purple geweest? Of naar Uriah Heep?
Kunnen jullie je nog het volume herinneren? Ver boven de pijngrens?
Nou, dat was het volume van de livemuziek, alleen dan ook nog overgemoduleerd.
Heel speciaal waren twee electronisch versterkte oliedrums, waar een bandlid als een bezetene op stond te hengsten.
Ieder klap een cobra.
Naarmate de avond vorderde werd de zanger steeds hysterischer, tegen twaalven was het alleen nog maar gillen en krijsen.
Om klokslag twaalf uur was het afgelopen en lagen wij volkomen verdoofd in onze camper met tuitende oren.
Het was stil.
Wel een hele minuut.
Om een minuut over twaalf begon een enorme Turkse herdershond uren lang pal naast onze camper te blaffen.
Van slapen is niets meer gekomen en we zijn maar vroeg met diepe wallen onder de ogen stilzwijgend gaan inpakken.
De hond moe van het blaffen, trof voorbereidingen om eens lekker te gaan slapen.
Hij had een speciale techniek om een fijn leger te maken in het zand.
Eerst werd een diep gat gegraven, zo diep dat wij zeiden dat kan nooit lekker liggen’.
We spraken voor onze beurt, want hij ging met zijn enorme neus het gat weer voor een gedeelte vullen met comfortabel losgewoeld zand. Nog nooit eerder gezien.
Daarna draaide hij een nog paar keer rond, ging liggen en viel na een diepe zucht in een diepe slaap. Hij wel.
In de centra van de dorpjes en stadjes in het binnenland waar we doorheen rijden is het een drukte van belang.
De wegen tussen die dorpjes en stadjes zijn doodstil, vaak helemaal leeg.
Ik trek daaruit de conclusie dat de economie extreem lokaal is.
De kuststreek tussen Mersin en Yeşilöz, dat is zo’n 250 kilometer, zou adembenemend mooi kunnen zijn, maar is het niet.
Praktisch alle beschikbare grond is volgeplempt met enorme spuuglelijke kassen waarin bananen worden geteeld.
250 kilometer! Duizenden kassen! Af en toe passeer je stukken waar de bananenplanten niet in de kassen zijn verdwenen en zie je vanaf de hoog gelegen kustweg een groene deken in de laag gelegen valleien.
Niet echt fraai, maar beter dan de kassen.
Het is net of Christo de hele kust heeft ingepakt. Zie foto.
Ik heb bij mijn weten nog nooit een Turkse banaan in Nederland gezien……
De kuststreek tussen Yeşilöz en Antalya zou adembenemend mooi kunnen zijn.
Bijna alle beschikbare grond is volgeplempt met enorme spuuglelijke hotels en gigantische monstrueuze resorts.
160 kilometer! Duizenden spuuglelijke gebouwen! De schaarse onbebouwde stukjes laten zien hoe mooi het hier ooit geweest is.
Het is net alsof er grote cruisschepen op de wal zijn gezet. Zie foto
Klaarblijkelijk heb ik de consequenties van het fenomeen massatoerisme altijd weten te ontwijken, het is voor mij allemaal nieuw.
Het stukje kust waar we vannacht slapen is wel heel erg leuk, het is een doodlopende landtong bij Manavgat waar de Resort projectontwikkelaars nog niet zijn geweest en waar Turkse gezinnen van het strand en de zee genieten.
De vrouwen gaan volledig gekleed en gesluierd het water in, de mannen lekker in hun zwembroekje, maar het doet allemaal gezellig en vriendelijk aan, er wordt lekker gegeten, gebarbecued, gevoetbald, het is een ouderwets strandtafereeltje.
Gisteravond flaneerde de Turkse jeugd in stapvoets rijdende auto’s, boordevol enorme geluidsboxen, langs de boulevard, wedijverend wie de hardste Turkse muziek kon produceren. De bassen kon je in je middenrif voelen resoneren.
Na een uur of elf ging iedereen naar huis werd het stil. Dacht ik.
De volgend morgen zei C dat de discomuziek in een verderop gelegen resort tot diep in de nacht had voortgeduurd, maar dat heb ik niet meegekregen.
We hebben na wat zoeken nu een doodstil plekje gevonden, een eindje ten noordwesten van Fethiye, pal aan zee met uitzicht op een baai met een paar eilandjes.Zie foto.
Mijn verrekijker heb ik paraat, want er komen veel enorme zeiljachten voorbij varen met minimaal drie zalingen vanuit het nabij gelegen Göcek, wat een miljonairsbroedplaats is.
Leuk om te bekijken vanuit mijn luie stoel en te becommentariëren. ‘Lelijk ding zeg, zou ik nooit willen hebben’
Wanneer je op een doorgaande weg door een stadje of dorpje rijdt, staan er rijen verkeersborden die je vertellen dat je niet harder dan 50 km per uur mag rijden.
De eerste Turk die zich daaraan houdt moet nog geboren worden, ze scheuren rustig met 100 dwars door het dorp.
Ik weet nu waar dat gedrag vandaan komt.
Wij naderden vandaag een stadje en ik minderde zoals gewoonlijk snelheid tot zo’n 65 km per uur, langzamer is te gevaarlijk.
Ruim binnen de 50 km/h zone werden we voorbij gestoven door een leswagen met op het dak en de flanken van de auto reclame voor de rijschool.
In het cursuspakket zit klaarblijkelijk geen hoofdstuk met de uitleg van verkeersborden, of ze moeten de borden wel kennen voor het theorie examen, maar wordt door de instructeur geruststellend erbij vertelt dat je die dingen gewoon kunt negeren.
Zat er dan een leerling aan het stuur, zul je dan vragen , jawel, er zat een leerling aan het stuur, want een eindje verderop bij een rood stoplicht moest de rij-instructeur een forse remingreep doen.
Gode zij dank leren dus wel remmen.
Enkele kroegeigenaren in het leuke stadje Dalyan, waar we de koningsgraven uit de 4e eeuw BC hebben bekeken, zie foto, hebben een apart gevoel voor humor. Ik zag een kroeg met de naam Rehab en verderop eentje die Hangover heette.
We hebben een paar dagen op een van de mooiste plekjes gestaan van de hele reis, vooral qua sfeer. Een kleine baai in de buurt van Hisarönü, een eind van de weg af, onverharde straten, pal aan zee met een paar rafelige eettentje dat eind seizoen min of meer al dicht was, maar wel open gingen voor een paar gasten. De wijn moest snel ergens ander vandaan komen en de muziek ging op Bob Marley. Zie 2 foto’s
Over een paar dagen gaan we langs bij R. en S., vrienden die momenteel verblijven in hun huis in de buurt van Kuşadası, we verheugen ons er enorm op.
Daarna komt de thuisreis. We hebben nog geen route, we zien wel.
Het is hier op dit mooie plekje een goed moment om de schrijfseltjes over onze reis af te sluiten.
Hier aan zee gebeurt er niet veel wat het melden waard is, en de verdere reis met wat langere dagafstanden door ‘bekend’ gebied is niet zo inspirerend.
Ik wil jullie bedanken voor alle leuke commentaren, ze worden integraal opgenomen in het Pindat fotoboek dat aan de hand van mijn schrijfseltjes wordt afgedrukt.
C. zal, net als bij vorige reizen het laatste woord hebben (😀), ik dank jullie voor de belangstelling en wie weet tot ziens op Pindat!
C:
Einde reis
Het laatste woord is eindelijk een keer aan mij 🤭
Ons oorspronkelijke plan was om met de camper naar China te rijden.
Corona en de oorlog in de Oekraïne hebben daar een stokje voor gestoken.
Thuis op de bank denk je na over alternatieven en zo kwamen we op de Kaukasus, Georgie en Armenië met als bonus het rijden door Oost-Turkije waar ik me enorm op kon verheugen.
Bij mij heeft Georgie net als Albanië altijd een beetje een negatieve lading. Wanneer er iets in het nieuws komt gaat het meestal over georganiseerde misdaad en drugskartels.
Toch trok deze regio, zijn landschappelijke pracht, kloosters én de nieuwsgierigheid naar een voor ons onbekend terrein.
Landen die veel overheersers hebben gekend en nog steeds in een soort gevarenzone zitten.
Georgie heeft de adem van Rusland in zijn nek en Armenië heeft ruzie met buurland Azerbeidzjan en Turkije.
Deze reis was echt weer een reis, niet zo zeer een vakantie maar echt reizen.
Soms lange dagen, puzzelen naar leuke routes en geschikte wegen.
Ogen overal om de kamikaze automobilisten en andere weggebruikers te ontwijken.
Turkije, Georgië en Armenië die alledrie economisch er niet best voor staan.
Georgië slechter dan Turkije en Armenië weer slechter dan Georgie.
Het is leuk om te bemerken dat een paar woordjes leren in ieder geval goedemorgen, dankjewel en tot ziens altijd wonderen doen.
Ik denk dan een kleine moeite, groot resultaat.
In Georgië zijn de mensen het meest terughoudend en misschien zelfs wel wel wantrouwend te noemen.
Ik denk dat het komt door de geschiedenis die het land met zich meedraagt.
In Armenië daarentegen zijn de mensen warm, open en enorm vriendelijk.
Het doet mij denken aan Bulgarije versus Roemenië en ook weer anders.
Ook daar zit een bak aan geschiedenis achter maar de bevolking laat zich daardoor niet belemmeren om contact te maken met anderstaligen.
De koeien, kippen, varkens en honden die op de weg en in tunnels lopen went gek genoeg snel, rijden ze als gekken maar geven elkaar ook de ruimte wanneer er een keer op een krappe tweebaansweg, vol gaten of zelfs geen asfalt meer, uitgeweken moet worden en er ondanks alles toch aan beide kanten ingehaald moet worden.
Er wordt niet getoeterd, gescholden of de middelvinger opgestoken, er wordt op een soepele manier toch ruimte gemaakt al is dat soms op het nippertje.
Wat heb ik overal lekker gegeten, heerlijk gekruid en een mix aan invloeden vanuit het midden-oosten.
Je kan altijd aanschuiven en hoeft niet in de avond te wachten tot 21.00 uur. Allerlei soorten brood en heerlijke salades en groenten.
Landschappelijk ben ik meer gecharmeerd van Armenië.
De dorpjes zijn chaotisch, rommelig en soms zelfs een beetje Aziatisch. Overal kleine winkeltjes met van alles een klein beetje.
Kraampjes langs de weg en theehuizen wat weer meer Arabisch aandoet.
Net als de muezzin die je ‘s morgens in alle vroegte wekt.
Ik vraag me af wat jongeren die in een klein dorp in de middle of knowhere wonen moeten denken bij het zien van alle social media pracht en praal terwijl dit voor hun onbereikbaar is.
Het wild kamperen op prachtige en minder mooie plekken.
Vlakbij een moskee of op een parkeerterrein bij een eettentje.
Heb ik me onveilig gevoeld?
Nee, geen enkele keer.
Alles bij elkaar heeft dit geleid tot een indrukwekkende reis.
Ik kan deze nu, met mijn tenen in het zand en zo een duik in zee, laten bezinken met in mijn achterhoofd wetend dat dit een enorme luxe is om dit samen met mijn lieve K te kunnen doen!
Geschreven door K.en.C.fietsen.rond