In Gjoemri bezochten we het atelier van de Armeense kunstenaar Adranik Avetisyan, die zijn schilderijen maakt met spinnenrag.
Heel knap.
Hij beweerde de enige ter wereld te zijn die met spinnenwebben kunst maakte, we kunnen het niet controleren, maar we gaven hem het voordeel van de twijfel. De betekenis van zijn werken probeerde hij met behulp van een tolk uit te leggen.
Het eerste schilderij was iets met dood en stof. Het tweede ook. Evenzo het derde. Eigenlijk het hele atelier, dood en stof wat de klok sloeg.
Ik doe er twee bij.
Ook bijzonder in Gjoemri was het restaurant waar je drankje per stoomtrein je tafel opreed. Niet kijken van oh wat leuk, want na een korte stop verdween onze trein achteruit terug naar de keuken, inclusief drankje.
Een hoogtepuntje van de reis, kom daar maar eens om in Nederland! Zie foto.
We zijn na 1 dagje Georgië (je kunt niet vanuit Armenië de grens over naar Turkije) weer terug in Turkije.
Het is nu begin oktober, en we willen begin november thuis zijn, dus wordt het tijd om eens aan tafel te gaan zitten en een plannetje te maken voor de rest van de reis.
We doen dat in de camper, want op 1500 m hoogte is het ‘s avonds, zodra de zon onder gaat, behoorlijk koud.
We zij nu al een paar weken niet beneden de 1000 meter hoogte geweest en de donzen slaapzak van C, (waarover ik thuis nog een schampere opmerking had gemaakt, iets met 40°) komt goed van pas.
Ik zit nu elke ochtend om half zes buiten met twee jassen aan en onder een wollen deken te lezen, dat gaat prima, maar mijn handen zijn kouder dan die van Wim Hof.
Afijn, aan tafel dus, tijd voor plannen maken.
De tafel verdwijnt onder het dekbed formaat van kaart van Turkije.
Ja, lieve kijkbuiskinderen, wij gebruiken nog een papieren kaart, analoog, zeg maar.
Na puzzelen, wikken en wegen hadden we besloten met wat lange reisdagen via Ankara naar het zuiden te rijden, naar Mersin, en dan weer de rem erop, en rustig aan richting westen te toeren. We zijn toe aan wat warmte en poedelen in de Middellandse zee.
Het binnenland boven de Turkse zuidkust moet bijzonder mooi zijn, de combinatie natuur en de kuststrook lijkt ons wel wat.
Al snel bleek dat de route die ik in mijn hoofd had helemaal niet kon , dan zouden we voor kerst nog niet thuis zijn,
De verschrikkelijke ellende van de oorlog in Jordanië en de dreiging van een raketaanval op Iran heeft wel mijn innerlijke zeurende stemmetje dat steeds zegt, ‘we zijn er nu vlakbij, waarom rijden we niet door naar Iran , Saoedi Arabië en Oman,’ tot zwijgen gebracht.
Op die ene dag Georgië hebben we de grotwoningen bij Vardzia bezocht. We mochten na het kopen van een toegangskaartje geheel vrijblijvend in alle grotwoningen, door tunnels en over alle trappen klauteren. Ondenkbaar in onze westerse regelgeving.
De tunnels waren laag, zodat ik me als de gebochelde van de Nôtre Dame door de smalle lage gangen moest wurmen.
Als bonus knalde ik af en toe keihard met mijn harses tegen het plafond. Volgens de informatieborden, (deze keer warempel ook in het Engels) had koningin Tamar in een van de grotwoningen gewoond, de hoogst gelegen in het complex. C. en A. zijn gaan kijken, er viel niets te zien. Later vertelde een privé gids van een stel Azerbeidzjanen ons dat er geen enkel bewijs was dat Tamar in die grot had gewoond, maar het klonk leuk voor de bezoekers. Gedurende de tijd dat ze weg waren ben ik op een steen gaan zitten kijken naar de capriolen van een zwerm rotszwaluwen.
Zie foto’s.
Onderweg hebben in de buurt van Narwan nog in een vallei met rode zandsteen rotsformaties gewandeld, op de kaart aangeduid als Fairy Chimneys. Het was al wat later op de dag, waardoor de rotsen door het late licht knalrood kleurden. Het had die ochtend geregend, waardoor de rode ondergrond spekglad was, een andere bezoeker was gevallen en van top tot teen knalrood. In de wanden van de bedding van een riviertje hadden oeverzwaluwen tientallen nesten gemaakt, helaas waren ze al op weg naar warmere oorden. Zie foto’s
Nu, zittend aan een zwembad op een camping net ten zuiden van Ankara, heb ik de tijd en de rust om de route van de laatste paar dagen tot me door te laten dringen.
Het berggebied van noord oost Anatolië lijkt op geen ander berggebied wat ik ooit heb gezien. Geen brede valleien, geen vriendelijke dalen, geen pittoreske berghellingen met bloemetjes en koetjes.
Het land is volslagen chaotisch, de diepe kloven en verwrongen smalle dalen worden ingesloten door scherpe, ontoegankelijke reusachtige bergketens zonder enige begroeiing. De rotsen kleuren geel, rood, zwart en groen, de overblijfselen van eerder vulkaanuitbarstingen.
De weg vanaf de Georgische grens richting Ankara is een aaneensluiting van haarspeldbochten, steile beklimmingen en afdalingenen langs tientallen bergpassen.
De dorpjes waar we doorheen kwamen waren niet groter dan stipjes in het immense landschap met hoogstens een paar honderd inwoners. Hoog tegen de hellingen zagen we nog kleinere gehuchtjes , bestaand uit een handvol kleine, gammel uitziende huisjes met daken van verroeste golfplaten.
Het leven moet hier onvoorstelbaar hard zijn, ik snap niet hoe de mensen hier kunnen overleven als er in de winter een dik pak sneeuw ligt en de temperaturen ver onder het vriespunt zakken.
Het kan niet anders dan dat ze gedurende langere tijd volkomen geïsoleerd zichzelf moeten zien te bedruipen, maar uit het feit dat de gehuchtjes er zijn blijkt dat het op de ene of andere manier mogelijk is. Maar hoe?
Hier en daar zie je piepkleine akkertjes met stapeltjes koemest, waar kennelijk met slechts de grootste moeite wat groenten aan de weerbarstig grond kunnen worden onttrokken.
Het is nu echt herfst, de bomen beginnen hun bladeren te laten vallen en de regenbuien van een paar dagen geleden vielen in de vorm van sneeuw op de bergtoppen. Het wordt nu echt tijd de bergen achter ons te laten en het warme Middellandse zee klimaat op te zoeken.
De laatste tweehonderd kilometer voor Ankara kom je op een hoogvlakte terecht, nog steeds boven de 1000 meter.
We hebben bij Alacahüyük een opgraving bezocht van een begraaf/offerplaats van de Hettieten, een volk waar ik niets van wist, maar met een verleden waar je u tegen zegt. Zoek maar eens op, het is echt verrassend, en veel te veel om een korte samenvatting te geven.
Voorwerpen van duizenden jaren die tentoon worden gesteld in een leuk behapbaar museum doen modern aan.
Zie foto van een theepot uit 1600 BC. De Egyptische reliëfs, zie nog een foto, lijken hier niet thuis te horen, maar het werd allemaal duidelijk, nadat ik de Hettieten in Wiki had opgezocht.
We hebben in Ankara afscheid genomen van T. en A.
Erg jammer, want het was bijzonder leuk om met hen samen te reizen, maar zij moeten in verband met de tijd helaas richting Nederland
Geschreven door K.en.C.fietsen.rond