Stevige busrit voor de boeg op weg naar Hoi-An.
Eerste stop die we vandaag doen zijn de Po Klong Garai-torens. De tempel van Po Klaung Garai behoort tot wat bekend staat als de Thap Mam-stijl van Cham-kunst en -architectuur. Het bestaat uit drie bakstenen torens: een hoofdtoren met drie verdiepingen, een kleinere poorttoren en een langgerekte toren met een zadeldak. Boven de ingang van de hoofdtoren bevindt zich een sculptuur van de god Siva die wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de Thap Mam-stijl. De toren met het zadelachtige dak zou zijn opgedragen aan de God van de Vlam, Thang Chuh Yang Pui. Het belangrijkste religieuze beeld in de tempel is een mukhalinga uit de 16e of 17e eeuw. Een mukhalinga is een linga met een menselijk gezicht. Over het algemeen is de linga het embleem van de hindoegod Siva , maar volgens de Cham is dit een standbeeld van koning Po Klaung Garai . De tempel is nog steeds de locatie van Cham religieuze festivals.
We worden met elektrische wagentjes naar de trap gebracht om vervolgens aan de (kleine) klim te beginnen. De tempel staat namelijk op een heuvel en geeft een panoramisch zicht op de omgeving.
Volgende halte is de koffiebreak. Hier wel een speciale koffie. Kleine filters bovenop een glas die een sterke koffie geven. Glas is maar twee cm gevuld. Het glas wordt dan verder gevuld met ijs, roeren tot er wat ijs is gesmolten en drinken. Met andere woorden eerst sterke koffie die dan verdunt wordt met het ijswater.
Het landschap wordt in de verte heuvelachtiger maar we zien kilometers lang de rijstvelden langs de weg. Voor de lunch zitten we terug aan zee. Het is ondertussen wel gaan regenen. Het eerste “slechte weer” op een maand. Niet slecht toch. We hebben wel het geluk dat de regen ophoudt als we uit de bus komen.
Laatste stop voor we in het hotel komen : The fisher village. Pittoresk dorpje aan de zee waar ze behalve met gewone vissersboten ook vissen met ronde boten.
Toen de Fransen hier nog de scepter zwaaide moesten er belastingen betaald worden op boten. De arme bevolking kon dit niet betalen en maakte van plambladeren en bamboe grote manden. Die werden met klei waterdicht gemaakt en men ging daarmee op zee vissen. Het was geen boot maar een mand. Dit type vaartuig is nu dus nog steeds gangbaar maar zijn vervaardigd uit kunststof. Zo’n bootje kost ongeveer USD 2.000 en is betaalbaar voor de vissers. Sommige hebben er zelfs een motor op bevestigd.
Het is laat en donker als we aankomen aan het hotel. Ik hoor de zee en heb klaarbijkelijk zeezicht. Spijtig genoeg zijn we morgen om 7.30 reeds terug op weg naar Hoi An. Daar blijven we drie nachten.
Geschreven door Fred.op.reis.Down.Under