Vandaag is het mijn laatste vrije dag in NZ. Morgen nog een korte rit van 80 km, toch goed voor 2 uur rijden. Het hotel ligt direct aan het vliegveld. Dus morgen de auto al inleveren want maandag is het vliegen om 6.10hr in de morgend.
Van de B&B uitbater een picnic gekregen en het voorstel om dat aan het strand van Okains Bay te gaan nuttigen. Daar is ook een museum met allerlei gebruiksvoorwerpen die de Maori gebruikte en ook verschillende gebruiksvoorwerpen van de koloniale periode. Akaroa werd op een zeker moment bezet door Fransen die nog niet door hadden dat de Engelsen dit gebied al lang geclaimd hadden. Hierdoor is er ook een grote Franse invloed te zien in het dorp en hebben ze hier zelfs de NZ pinot noir wijn. De gebruiksvoorwerpen gaan van kano's tot allerhande gebruiksvoorwerpen uit greenstone en uit botten van dieren. Er staat ook een uitleg en de voorwerpen die gebruikt werden voor het tatoeëren. Weet zeker dat moesten ze die wijze van tatoeëren nu nog gebruiken er veel minder getatoeëerde zouden rondlopen. Het strand is groot en zalig met een temperatuur rond de 28 graden. Men zou bijna klagen dat het te warm is. Maar dat is absoluut het laatste wat er in mij opkomt. Er wordt gezwommen, gekajakt, paard gereden, met de honden gezwommen,... Alles zonder ook maar de minste kontrole van redders of iets dergelijks. Het is hier een beetje zoals de wegen. Scherpe afgronden zonder vangrails. Je mag 100km per uur rijden waar het niet mogelijk is, maar waar het wel mogelijk is mag je geen kilometer boven de 100. Maar dat zijn oude koeien (euh NZ$) uit de gracht halen.
Akaroa is een heel toeristisch stadje. Telt 500 inwoners maar bijna dagelijks komt er een cruiseschip voorbij. Soms zelfs twee op een dag. Stadje wordt dan overspoelt van de toeristen. Er is dus maar 1 kleine supermarkt voor de 500 inwoners van het stadje, maar het ene restaurant staat er naast het andere om de bootvluchtelingen van 1 dag op te vangen. Men kan dolfijnen gaan spotten en zelfs met deze dieren gaan zwemmen. Maar er zijn zoveel toeristen op zoveel bootjes dat er voor de dolfijnen bijna geen plaats is om in de baai te zwemmen. Het plaatsje is ook bekend als het centrum van de blauwe parel. De Paua schelp is de maker van deze parels. Deze schelpen worden hier ook het opaal van de zee genoemd. Deze parels zijn niet rond en hebben een toeristische prijs. Lijken echt op een stuk parelmoer met hun felle kleuren. De parel ontstaat op dezelfde manier als in een traditionele oester maar is meer een uitstulping in de schelp die er dan wordt uitgeslepen. Het zijn dan ook geen ronde parels zoals we gewend zijn. Als je het niet kent herken je er geen parel in maar een stuk parelmoer.
Geschreven door Fred.op.reis.Down.Under