Het tunnelcomplex van Củ Chi is een immens netwerk van ondergrondse tunnels in het district Củ Chi van Ho Chi Minhstad, Vietnam. Na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog werd Vietnam weer een kolonie van Frankrijk: Frans Indochina. De communistische Vietminh-strijders gingen van start met het graven van een tunnelcomplex ten noordwesten van de hoofdstad Saigon. Deze tunnels werden door de communistische strijders uit Noord-Vietnam onderhouden met het oog op de nakende strijd met Zuid-Vietnam. Het zwaartepunt van het tunnelnetwerk lag in het district Cu Chi en het strekte zich uit over minstens 250 km van ondergrondse gangen. Verschillende niveaus werden vaak met elkaar verbonden door deuren die met boobytraps waren beveiligd. De gangen waren smal, volgden dikwijls een zigzag patroon en hadden vaak bochten ter bescherming tegen explosies. Regelmatig werd er ook een doorgang in U-vorm gebruikt die vol water stond om de verspreiding van gifgassen tegen te gaan in de tunnels (waterslot). De tunnels vormden een wereld op zich: er waren ondergrondse werkruimtes waar niet ontplofte Amerikaanse munitie werd omgebouwd tot boobytraps, hospitalen met operatiezaal, slaap- en eetruimtes, vergaderzalen, wapen- en voedselopslagplaatsen. De levensomstandigheden voor de guerrillastrijders in de tunnels waren ongelooflijk hard. De lucht om te ademen was er slecht, ondanks de ventilatieschachten die naar de oppervlakte waren gegraven. Voedsel was vaak ontoereikend en het bedierf snel in de slechte omstandigheden. Het krioelde in de tunnels van ongedierte, muggen en parasieten en dat leidde vaak tot irritaties van de huid bij de ondergrondse strijders. Velen hadden ook last van een ernstig tekort aan vitamines en aan zonlicht. De tunnelstrijders brachten bijna steeds de dag ondergronds door om 's nachts hun schuilplaatsen te verlaten en strijd te gaan voeren. De tunnels lieten de communistische strijders toe de strijd aan te gaan met de Amerikaanse soldaten en dan weer in het niets te verdwijnen, vaak tot grote verbazing van de Amerikanen.
Pogingen werden ondernomen om de tunnels op te blazen met explosieven, maar dit had niet veel succes wegens de hardheid van de ondergrond en door de vele bochten in de tunnels die het effect van explosies minimaliseerden. Bovendien herstelde de Vietcong de vernietigde tunnels snel. De Amerikanen stuurden afgerichte honden in de tunnel om de guerrilla’s eruit te jagen, maar deze dieren werden bijna steeds gedood door de communistische strijders of door de talrijke boobytraps die in de tunnels aangebracht waren. De Amerikanen hebben meermaals getracht een tunnel te vullen met traangas om zo de Vietcong aan de oppervlakte te krijgen. Dit was echter weinig succesvol omdat de tunnels meestal uitgerust waren met doorgangen die konden worden afgesloten en met watersloten die de verspreiding van gas ondergronds tegengingen.
Het werd dus snel duidelijk dat, indien men daadwerkelijk de strijd met de communisten in de tunnels wilde aangaan, er een beroep op een uitzonderlijk soort vrijwilligers zou moeten worden gedaan: de tunnelratten.
De tunnelratten waren allemaal vrijwilligers. Velen onder hen waren van Mexicaanse of Puerto Ricaanse afkomst, hun kleine en tengere lichaamsbouw was een voordeel in de smalle tunnels. Tunnelratten gingen de strijd met de vijand één-tegen-één aan in de met boobytraps gevulde tunnels, enkel gewapend met een pistool, een mes en een zaklamp. In de smalle tunnels was er immers geen ruimte om met een machinegeweer rond te kruipen.
Het tunnelcomplex van Cu Chi werd pas echt schade toegebracht toen de Amerikaanse luchtmacht massaal het gebied begon te bombarderen met B-52 Stratofortress vliegtuigen. De bommentapijten die door de B-52’s boven het gebied werden uitgeworpen woelden de grond om en brachten zo delen van het tunnelcomplex aan de oppervlakte terwijl andere stukken instortten onder de hevige bommenregen.
We rijden zo een 2 uur vooraleer we aan het terrein aankomen. De ondergrondse kamers zijn nu niet te bezichtigen maar men ziet half ingegraven kamers van hoe het geweest moet zijn. Op sommige plekken soppen we en worden er aangeduid waar er luchtschachten zijn aangebracht. Als je er niet naar verwezen wordt loopt je het gewoon voorbij. Sommige ingangen zijn zo smal dat er van onze groep meer dan de helft moet passen (ik incluis). Sommige gaten zijn niet groot genoeg voor mijn voet.
Er is een schietstand opgericht waar je zelfs met automatische wapens kunt schieten. Alleen wapens uit die tijd natuurlijk. Kostprijs euro 2,40 per kogel en je moet er minimum 10 kopen. Automatisch schieten kost je direct een euro 100 om effe aan de trekker te komen. Afstand 5O meter. Toch wordt er lustig op los geschoten.
De gangen die toegankelijk zijn werden iets groter gemaakt. Maar het is toch op handen en knieën rondkruipen voor mij. Hier s er ook een gedeelte van de groep die afhaakt wegens claustrofobisch en benauwdheid. Al bij al vond ik het nog meevallen. De Vietcong maakte ook schoenen van autobanden. Speciale was dat de zool met de breedste kant onder de hiel werd gesneden om de indruk te wekken dat men in de andere richting liep.
Geschreven door Fred.op.reis.Down.Under